de Franschen zijn dan ook wijslijk van die grove dwaling terug gekomen, die zij zelven hadden en wij maar getrouw zonder denken navolgden.
Zooveel licht er gelegen aan het kleed, en het is waarheid, men dient er bijzondere aandacht op te hebben, want hoe ver is dit niet verwaarloosd geweest, inzonderheid even voor onzen tijd, mijne vroege jeugd geheugd het vertoonen van de huwlijken staat gezien te hebben, en alles was in strijdige kleedij; men zag de ouders in het kleed van honderd jaren terug, en de jonge lieden in het kleed van den dag; zoo heugt mij Tartuffe zoowel op het Fransche als Hollandsche Tooneel, welk een moedwil, want dwaling kan men het niet noemen, men kan niet vooronderstellen, dat men niet beter zoude geweten hebben, maar de zucht om bevallig te schijnen, had een valsche strekking, even als of het niet mogelijk was in ieder kleed door goede smaak geleid, bevallig te zijn.
Nu deze begrippen is men zoo ver te boven, dat het jammer zou zijn, het weinige dat er ontbreekt, ook niet te verbeteren.
Beijvert men zich om in het vreemde pak juist te zijn, laat ons dat altoos doen; daartoe zullen dan nu deze lessen wederom dienen, daartoe zal na het overzigt der zeventiende eeuw, hetgeen nog ontbreekt, het overzigt van een deel der achttiende, ons zoo ik hoop, genoegzame tact geven om niet meer te dwalen; om tot dat doel te komen, laat ons den tijd wel besteden, en van de gunstige verleende gelegenheid gebruik maken, opdat wij daaraan erkentelijk zijn, en wij hopen te zorgen dat Badeloch zoowel ongepoederd blijve, als te doen beseffen, dat zulks, waar het vereischt wordt, ook geschiede in andere gevallen.
Het kleed voor het Tooneel is gewis in eene kompleete smaak in onze dagen, dit mag men met ruimte zeggen, vooral wanneer men de nodige aandacht op het moderne legt, om dat ook zoo te maken; want vergelijken wij de woorden van de Fransche clairon, tegen de denkbeelden over het kleed in onze dagen, dan gewis moeten wij ons zelven geluk wenschen, gevorderd te zijn, in beteren stijl en ontdaan van ware moedwillige dwalingen, zij zegt: