Theoretische lessen over de gesticulatie en mimiek
(1827-1830)–Johannes Jelgerhuis– Auteursrechtvrij
[pagina 185]
| |
Eenentwintigste les.
| |
[pagina 186]
| |
Om door de kleeding op het Tooneel den onderscheiden' volksaard (karakter) en leeftijd aftebeelden, in de onderscheidene tijdperken der geschiedenis. Dit, waarlijk, is eene der gewigtigste oplettendheden van den Tooneelspeler, dit is algemeen erkend. Vondel schreef het boven de kleêrkamer, in den afgebranden Schouwburg, hier ter stede: Het zij gij zwijgt of spreekt,
Let altoos, in wat kleed gij steekt.
het is dus overwaardig onze aandacht op dat gewigtig punt te bepalen; zoowel om bij voorkomende gevallen die goed te ordonneren, als om uit vele welgemaakte kleederen goed te kunnen kiezen; daartoe wordt wetenschap vereischt, bovenal om zich voor grove misslagen in die keuze te behoeden. Over deze stoffe is veel narigt in de kunstwereld gebragt door voorname en kundige mannen, kunstenaars, beroemd in het vak van kunstschilderen, kunstbeminnaren, die kundig waren in de geschiedenis der wereld, over alle Natiën en bijzondere Volken. Het doel dier mannen was, den Kunstschilder, Beeldhouwer en alzoo den Tooneelspeler den regten weg omtrent dit punt te wijzen. In de eerste en voornaamste plaats vinden wij bij cochin, Gewoonten der aloude volken, het beste narigt omtrent de kleedingen die het veiste van ons, in de geschiedenis, verwijderd zijn. Het is een voortreffelijk Prentwerk, met eene uitvoerige beschrijving, die van alles behoorlijk narigt geeft. | |
[pagina 187]
| |
Het werk van lens wordt door eenigen voor beter gehouden, maar cochin is alvast rijker in voorbeelden, en, met goed oordeel te gebruiken, ontdekt men ras waar hij van de eenvoudige waarheid afdwaalt, dewijl hij zijne originelen altoos noemt, en, lens kennende, en winkelman, Geschiedenis van de kunst der oude Volken, komt men met de prenten van cochin zeer goed te regt. Lens en winkelman bouwen op de antieken, hij op vele goede Schilders en Beeldhouwers bij de antieken, en heeft hij wat veel in zijne Helmen en Harnassen de gedrevene krullen van le brun uit diens Batailles van Alexander, wel nu, komt dit, waar het noodig is, te gemoet; het sieraad is toch voor het Tooneel niet te verwerpen, en men zal zijne versierselen nog wel eens de voorkeur geven boven de eenvoudigheid der anderen. Voor de middeleeuwen, nadat Grieken en Romeinen gepasseerd zijn met de volken die om hen heen bestonden, ken ik geen beter dan het werk van montfaucon; het is in staat uitmuntend te onderrigten, zoo goed als men wenschen kan. Afbeeldingen van geschiedenissen naar geschilderde glazen in Kerken, Paleizen en Kasteelen der oudheid, naar perkamenten teekeningen, Beeldhouwerijen en Schilderijen zijn de bronnen waaruit het werk is te zamen gesteld, die van hoogen ouderdom zijn. Het gedeelte der Natuurlijke Historie van Holland, door onzen Landgenoot le frank van berkhey, daar hij over de kleeding der Hollandsche Natie schrijft, kan ons dienen van de vroegste tijdperken, door alle volksklassen, tot op zijnen tijd, even voor onzen leeftijd. Wenschelijk ware het voor ieder onzer, in het bezit van die werken te zijn, zoo wel als in dat van de volgende, van | |
[pagina 188]
| |
onzen tijd, het uitmuntende steendrukwerk: Monarchie Française; een prentwerk, hetwelk ons de vorige wel doet herkennen als zijne bron, maar dat met ongemeen veel smaak is voorgesteld en in allen deele zeer aanteprijzen is. Maar al die genoemde werken tot narigt te bezitten, is niet altoos in het bereik der jonge Tooneelisten; waar zij het dus aantreffen moeten zij het ijverig doorzien en leeren kennen. Even als het werk van bar; een prentwerk, mede geheel in denzelfden geest, en vooral van belang voor de orde der tempelieren en alle geestelijke kleedingen. Zij moeten de tijdperken der kleedingen leeren onderkennen, om zich in staat te stellen een kostuumboek te formeren door aangekochte losse prenten, die tot het oogmerk dienen, en die langs de tijdperken leeren leggen om het gebrek te vergoeden en voor het minst altoos eenigzins gediend te zijn, een' raad meermalen door mij hier gegeven. Want ofschoon wij gelukkig onder de Wel-Ed. Heeren Commissarissen, den Wel-Ed. Heer van slingelandt bezitten, volijverig in het vak der kostuum, en die ons wel weet te kleeden, verwaardigt Zijn Wel-Ed. ons altoos ons eigen advies in te winnen, waarom wij ons moeten wapenen met kennis, om de kostuum wel te kunnen opgeven. Ondertusschen is het doel dezer lessen, hetgeen het altoos geweest is, om het gemis van al het voorgenoemde, zooveel mogelijk te vergoeden en een aantal tijds uittewinnen, door dadelijke aanwijzing omtrent de kundigheden, die anders door veel studie moeten verworven worden, opgezameld uit een aantal onderscheidene werken, die reeds zijn genoemd, en andere, welke ik bespaar, om geene lijst te formeren, die, hoe wetenswaardig, op dit pas niets afdoet, maar liever de aanwijzingen met gegevene voorbeelden te bevestigen en te bewijzen; dit zal het doel der werkzaamheden thans uitmaken, | |
[pagina 189]
| |
en hetwelk het slot opleveren zal des geheelen Cursus van Tooneelmatig Onderrigt, hetwelk ik hier heb aangevangen onder begunstiging der Wel-Ed. Heeren Commissarissen, uitmakende het Hooggeachte Schouwburg-Bestuur, wie wij daarvoor onzen dank verschuldigd zijn, en hier dan ook, bij deze, openlijk toebrengen. Om dan met oordeel in deze te werk te gaan, is het noodig, dat wij het oog slaan op den loop des tijds en het bestaan der volken op aarde. Geen fraaijer onderrigt kan ons hier dienen dan de geschiedkundige Kaart van strasGa naar voetnoot(*), waaruit met een' oogopslag blijkt, al de tijdperken der volken, hun gelijktijdig bestaan, uitbreiding en vernietiging in de geschiedenis der Wereld tot op onzen tijd. Men gelieve ondertusschen te gevoelen, dat het formeren van een geheel kompleet kostuumboek, hier niet te verwachten is, maar wel dat algemeen overzigt, hetwelk ik noodig acht medetedeelen, om voor dwalingen te behoeden. |
|