Een nieu devoot geestelijck lietboeck(1605)–Nicolaes Janssens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Een nieu Geestelijck Liedeken, op de wijse: Het voer een Schipken ouer den rijn. ICk heb in mijn herte een liefken geset, Die suyuerder is dan die Lelie net, Ick heb hem wtgelesen, In hem en is gheen rimpel oft smet, Hoe mocht hy puerder wesen. Hy is oock wtgenomen schoon, Der Heyligen glorie vreucht en croon, Hy mach wel zijn ghepresen, Want hy verciert des Hemels troon, Hoe mocht hy schoonder wesen. [pagina 105] [p. 105] Hy is almachtich t’sy v vertelt, Hemel en aerde heeft hy gestelt, Niemant soo groot als desen, Hy heeft alle dingen in zijn gewelt, Hoe mocht hy meerder wesen. Hy is oock ouervloedich rijck, Sijn machte die streckt in alle wijck, Wt hem ist al geresen, Men vint hier niemant zijns gelijck, Hoe mocht hy rijcker wesen. Hy is oock ongemeten goet, Hy spijst ons met sijn lichaem soet, Door hem zijn wy genesen, Hy heeft ons verlost al door zijn bloet, Hoe mocht hy beter wesen. Hy is om te aenschouwen seer suyverlijck, Om by te wesen seer vriendelijck, Niemant soo soet als desen, Hy is altemael ghenoegelijck, Hoe mocht hy soeter wesen. O Jesu mijn alderliefste lief, Ick schenck v mijn herte tot eenen brief, V gratie wilt daer in schrijuen, Op dat ick mach leuen na v gerief, Goet en ghetrouwe blyuen. Wilt dit aenhooren ghy maechdekens fijn. Laet Jesum uwen Bruydegom zijn, En dient hem al v leuen, Hy sal v schencken den soeten wijn, In zijn bruyloft verheuen. Vorige Volgende