met inbegrip van de Militärverwaltung, beseft dat alle protesten, gesteund hetzij op menselijke hetzij op juridische argumenten, zoals de schending van de Conventie van Den Haag, nutteloos zijn. Want in Berlijn is men onvermurwbaar, worden geen toegevingen geduld. De gevraagde contingenten arbeiders moeten geleverd worden. Slechts van de opeising van de vrouwen zal in januari 1943 onder druk van de openbare opinie afgezien worden.
De uitvoering van de verordening wordt toevertrouwd aan groep VII van de economische afdeling in de bestuurlijke staf van Reeder. Deze groep, onder leiding van de corpulente Schultze, een slaafse volgeling van Sauckel, zet zich met haar ondergeschikte diensten in de Kommandanturen onmiddellijk aan het werk om de personen op te sporen die voor dienstverplichting in Duitsland in aanmerking komen. Administratieve commando's reizen de gemeentehuizen af om in de registers van de burgerlijke stand de namen te noteren van de personen op wie de verordening van 6 oktober toepasselijk is. Die namen worden in de Werbestellen samengebracht in een Kartei die nadien wordt aangevuld met de antwoorden van de betrokkenen op de hen toegestuurde vragenlijsten. De raadpleging van de registers van de burgerlijke stand geeft aanleiding tot de meest komische situaties. Op de lijsten van de Duitsers komen namen voor van afgestorvenen, van kinderen, zelfs van een lid van de Italiaanse ambassade, markies Durazzo, tot de naam van de bisschop van Doornik toe.
Benevens de consultatie van de registers van de burgerlijke stand, brengen Duitse commissies bezoeken aan bedrijven om er de personeelslijsten uit te pluizen. Maar deze methode brengt geen aarde aan de dijk, want door de meeste patroons worden vervalste lijsten voorgelegd. Eenmaal in het bezit van alle basisgegevens, sturen de Werbestellen oproepingsbrieven aan de personen die zich bij een Duits aanwervingsbureau moeten aanmelden. Geven zij geen gevolg aan een eerste, tweede en derde oproeping, dan wordt het dossier doorgegeven aan de Feldgendarmerie die de werkweigeraars moet arresteren.
Om aan de dienstverplichting in Duitsland te ontsnappen, verzint men allerhande middeltjes. Men voorziet zich van attesten van ziekte of arbeidsongeschiktheid, men legt getuigschriften van enige steun aan het gezin voor, men gaat op zoek naar relaties van wie verondersteld wordt dat zij enige invloed bij de bezettende overheid hebben en jonge mensen van de verplichte tewerkstelling kunnen doen vrijstellen, men duikt onder bij familie, vrienden, kennissen.
Overstelpt met protesten en zich bewust van de nefaste invloed die de verplichte tewerkstelling op de openbare opinie in België heeft, tracht von Falkenhausen de bevelen van Berlijn te verzachten. Hij weet dat hij in de onmogelijkheid verkeert deze bevelen stipt na te komen, dat de effectieven van de Feldgendarmerie ontoereikend zijn om efficiënt tegen de werkweigeraars op te treden, zelfs wanneer ze wordt bijgestaan door de Zivilfahndungsdienst, een hulppolitie bestaande uit leden van de Nieuwe-or-debewegingen. Het aantal arbeiders dat naar Duitsland vertrekt, ligt dan ook merkelijk onder het contingent dat door Berlijn geëist wordt. Maar Sauckel laat niet af en blijft druk uitoefenen. In een laatste poging om aan zijn eisen tegemoet te komen, gooit de Militärverwaltung het over een andere boeg. Men ziet af van de individuele oproepingen en gaat over tot collectieve oproepingen, namelijk deze van jaarklassen. In september 1943 worden de klassen 1920, 1921 en in maart 1944 de klassen 1922, '23 en '24 opgeroepen.
Ook deze nieuwe methode levert weinig resultaat op. Duizenden jongeren weigeren gevolg te geven aan de oproepingsbevelen, zij vluchten naar het platteland, verbergen zich bij vrienden, kennissen en landbouwers of houden zich schuil in de Ardense bossen waar de meesten in het verzet terechtkomen. Geregeld worden door de Duitse politie controles en razzia's gehouden, op straat, op treinen en trams, in stations, bioscopen, cafés, sportstadions. Werkweigeraars door de Feldgendarmerie gesnapt, worden in kazernes samengebracht en onder strenge bewaking in konvooi naar Duitsland gestuurd. Zij die door de mazen van het politienet kunnen glippen, hebben geen recht meer op rantsoeneringszegels, zijn als het ware vogelvrij verklaard.
Het aantal vogelvrij verklaarde werkweigeraars stijgt naarmate het einde van de bezetting nadert. Een typisch voorbeeld van het fiasco van de collectieve oproepingen is de situatie in Limburg in mei 1944. In deze maand worden er 2.510 per-