Een vader onderwijst zijn soon.
BEminde soone P. Ick seynde v met den brenger van desen eenighe cleeren daer ghy my gheschreven hebt, en die ick vveet dat ghy nootsakelijck van doen hebt. Mijn begheeren is op v dat ghy met neertscheydt vvilt recompenseren alle die groote costen die ick aen u ghehanghen hebbe, die my soo suer ghevallen zijn om te vvinnen. Maer tis al gheen noot als ghy maer neerstich ende vvel leert, op datmen van v niet en seyt men seynt een kat in Enghelant, ende als zy vvederom comt, seyt zy mau, denckt dickwils op die eedele Sentensie van Plinius, dat die tijdt verloren is, die men met studeren niet overbrenght, vvant die geleertheyt met deuchden verciert is so edelen finck, dat Cleantes snachts vvater putte, om daechs te moghen studeren, vvant hy anders die macht niet en had om te studeren. Niet dat ick begeere dat ghy nacht en dach sult studeren, maer doet alleen naturelycke neersticheyt, by sonder smorghens vroech, want dat is die beste tijdt om te studeren. Alst oorlof is, so sult ghy vvacker spelen, ende alst leerens tijt is, soo sult ghy oock neerstich studeren ende leeren. Beminde soon leeft alsoo dat een yegelijck v prijsen mach, vveest minnelyck ende vriendelijck teghens een yeghelijck, ende ghewent u goede manieren te onderhouden, op straet, in huys, op die merckt, inde kerck. En vveest Godt ende onderhout zijn gebodt. Ende blijft den Heer bevolen. Gheschreven in Rotterdam desen x. Augusti Anno 1588.
V beminde Vader N.