| |
| |
| |
Negende afdeeling.
De open plek in het bosch van Nikolaas Slavarede.
I.
Een avondpartij in het Kremlin.
- In weerwil dus van de hoofsche uitnoodiging van den vice-gouverneur der Heilige-stede-Moskou weigert gij de avondpartij in het Kremlin bij te wonen?
- Onze gedachten strooken al heel weinig met een feestelijke vertooning.
- Bedenkt dat het een exceptioneele eer is. Bij afwezigheid van den grootvorst hecht graaf Aiaroeseff, de vice-gouverneur, er bizonder veel aan, van zijne hooge belangstelling te doen blijken in de onderneming der wereldtoeristen Parijs - New-York - Parijs, en zal uwe onthouding van het feest aan verkeerde uitleggingen blootstaan.
- Zoo iets is verweg te verkiezen boven een verkeer tusschen gelukkige menschen, wanneer men zelf aan wanhoop ten prooi is.
Dit gesprek werd gevoerd tusschen Larmette en zijn tochtgenooten, den heer Defrance en Fleuriane, die aan den persoon van den misdadiger nu waren vastgeketend door de ontzettende schriftelijke verklaring welke hij hun had afgetroggeld. Te Khabarowsk waren deze laatsten in den trein gestapt, die te Nikolsk zich aansluit aan de Trans-Siberische hoofdlijn Wladiwostok - Oeral en voortloopt naar Moskou, St. Petersburg en westelijk Europa.
Larmette had met zijn automobiel den Siberischen spoorweg gevolgd; de treinen loopen er met wanhoopwekkende langzaamheid, maar de Botera bezat een krachtiegn motor, en daarom bleven de reizigers gelijke vaart houden met de locomotief van den trein.
Op het oogenblik dat zij de hoogten zouden bereiken van den Oeral, verlieten vader en dochter den spoorweg en namen zij weder plaats in den automobiel. Aldus luidde de formeele order van den juwelier.
Alle drie hadden ze te zamen de steppen van oostelijk Rusland doorkruist, waren ze de Wolga overgetrokken, en na naar nevenrivier de Moskawa ontmoet te hebben, daar langs op Moskou aangereden. Als hôtel had Larmette het Moskowa-restaurant gekozen, zonder dat zijn slachtoffers er iets tegen inbrachten. Het was wel het beste hôtel der stad, to roebels per dag en per persoon, en Larmette was het dan ook met zichzelven eens, dat ‘zijn verloofde en zijn schoon- | |
| |
vader’ al heel lastige menschen moesten zijn, zoo ze met zijn handelingen geen genoegen namen.
De komst van den automobiel en eenige handige uitlatingen van het listig personage haden het publiek weldra op de hoogte gebracht van het feit dat de Botera de eenige concurrenten inhield, die Alaska en de Behringstraat waren overgetrokken. De tijding was den autoriteiten ter oore gekomen, en de vice-gouverneur der Heilige Stad, graaf Aïaroeseff, die een groote soirée aanrichtte om den achttienden geboortedag te vieren zijner dochter Kathinka, na glansrijke aflegging harer examens aan het instituut der Adellijke Barines (Jonkvrouwen), de graaf. zeggen we, had gedacht aan zijne receptie eene aantrekkelijkheid te meer te geven, met de uitnoodiging van personen, die den ijsgang der Behringzee zoo wonderdadig hadden getrotseerd.
Het was naar aanleiding van deze uitnoodiging, dat Larmette bij zijn tochtgenooten aandrong om hiervan gebruik te maken. De laatste tegenwerping van Fleuriane beantwoordde hij met een schouderophalend:
- Weet ge wel, Mejuffrouw, dat u zich weinig meegaande en volstrekt niet beminnelijk voordoet?
Zij wierp hem een verachtelijken en droevigen blik toe:
- Slaven hebben niet noodig beminnelijk te zijn. Zij gehoorzamen, en dat is voldoende.
- Het zou voldoende zijn, zoo zij gehoorzaamden; maar in dit geval...
- Ach! zei Fleuriane moedeloos, waarom dit gesprek voortzetten? In iedere zaak van belang leggen we ons neer bij uw bevelen. Wij smoren zelfs ons gemor, dat ons schaamtegevoel en weerzin zou verraden. Waarom ervan te reppen? Laten we ons houden bij de werkelijkheid: de feestavond in het Kremlin. Of wij er al komen of niet, kan u koud laten. Beveel dus niet. Laat u daar alléén zien, onze gezondheidstoestand is niet van dien aard om dáár te verschijnen.
Er lag een vlijmend wee opgesloten in deze woorden. Met gemaakte wellevendheid antwoordde de dief:
- U geschiede naar uw verlangen. Een wensch mijner verloofde is voor mij een bevel.
Daarop verwijderde hij zich. Maar zoo snel had hij de deur niet gesloten, of hij hoorde Fleuriane zuchten:
- Ach! vader, zouden we niet liever sterven?
Met kalmen tred trad de schurk zijn kamer binnen, zette zich tot het schrijven in kanselarijstijl, van een langen brief aan graaf Aïaroesoff, waarmede hij de hooge eer aanvaardde van de ontvangst op het Kremlin en zijn vrienden verontschuldigde, die door de vermoeienis eener weergalooze reis voor de hooge onderscheiding moesten bedanken.
Toen de avond aanbrak, kleedde hij zich uitermate elegant, liet een rijtuig met dubbel gespan voorkomen, en gaf den koetsier op onverschilligen toon te kennen:
- Kremlinpaleis, residentie van den gouverneur!
Weldra drong hij in den Alexandertuin door, den aan gewone stervelingen verboden kring. Een talrijke menigte vulde reeds de salons, een bonte menigte, waar- | |
| |
bij de uniformen der geregelde kozakkenregimenten. Teherkessen en Turkmenen zich mengden met de zwarte galakleeding en de schitterende Parijsche kostumes der dames zich huwden aan Aziatische modes van Oost-Rusland. Niets in onze westelijke bijeenkomsten zou ons een denkbeeld kunnen geven van wat men aan de boorden van de Wolga zoo al te zien krijgt van Russische samenleving.
Larmette geraakte onder diepen indruk. Gedurende een oogenblik vergat deze geest des kwaads zijn gewone beslommeringen, doch weldra verdreven de oplettendheden, waarvan hij het voorwerp was, dezen roes van artistieke opgewondenbeid.
Graaf Aiaroeseff trad hem op vijf schreden tegemoet, een groote onderscheiding, en de adellijke barine Kathinka, de heldin van het feest, verwaardige zich den juwelier tot zich te roepen om hem geheel op haar gemak te ondervragen aangaande de voorvallen zijner reis om de wereld.
Met de meeste gracie zich een bescheidenheid opleggend, die de nieuwsgierige geheel voor hem innam, haalde hij op van eenige avonturen tijdens zijn tocht door de Vereenigde Staten en Siberië en hing hij een droevig tafereel op van zijn worstelstrijd tegen de ijsschotsen in de Behringstraat. Alleen bemerkte hij weldra dat het jonge meisje van lieverlede onverklaarbaar werd afgetrokken en zich overgaf aan een onbegrijpelijke verstrooidheid.
Haar blikken dwaalden gedurig naar de deur, waar een blonde reus, gedost in weelderige livrei, met donderend stemgeluid den steeds wassenden stroom van genoodigden aankondigde. De schoone Kathinka was beslist iemand wachtende, en beslist werd zij de verwondering gewaar op het gezicht van den ‘Grooten Automobilist’, want zij murmelde:
- Ik vraag u wel verschooning. Ik ben verrast en ongeduldig. Gij zult het wel niet weten, maar ik heb mijne studies in het pensionaat der Adellijke Barines voleindigd. Gij begrijpt dat ik vriendinnen achterlaat; in de wereld zal ik zeker nog wel velen van hen ontmoeten, doch niet allen, niet waar? Daarom heb ik ze een laatste maal willen doen bijeenkomen, en wel op dezen dag, door mijn vader uitverkoren. Het is namelijk de herinneringsdag van de stichting der Czaar-Alexanderschool. De leerlingen hebben nu een vroolijk tuinfeest aangericht in de bosschen die het Bjorskypark omringen.
- Het Bjorskypark? viel Larmette haar met een uitroep van verbazing in de rede.
Niet zonder eenige bevreemding zag de spreekster hem aan.
- Welke uitwerking heeft deze naam op u, Mijnheer? Wat hebt u met het Bjorskypark uit te staan?
Maar de juwelier van de rue de la Poix had zich weer hersteld van zijne verrassing.
- Volstrekt niets, dit kunt u wel nagaan, luidde zijn antwoord. Ik dacht alleen dat het park een vijf-en-twintig wersten ongeveer van het Kremlin is verwijderd en vond hierin een gereede verklaring van het lang wegblijven uwer vriendinnen. Zulk een reis, en dan een heele dag in een bosch! Zij moeten eerder denken aan slapen dan maar een bal te gaan.
| |
| |
De dochter van den vice-gouverneur Aiaroesoff barstte uit in een schaterlach.
- Vijf-en-twintig wersten! Een uur in een automobiel is niet noemenswaard. Maar de vriendinnen op wie ik vooral gerekend heb, Pira en Lavinia, zullen hun krachten wel gespaard hebben, beiden moeten zich dezen avond laten hooren, zij zingen als engelen met hun kristalheldere stemmen. U kunt ook wel nagaan dat hun overste Argata Gratamoff over hen zal gewaakt hebben, want zij zijn de juweelen van het pensionaat.
En andermaal lachende, met een zilveren klank in haar stem:
- Ik ga u verlaten. Ik moet mijn vader spreken en hem zeggen dat hij een kozak dient te zenden naar de ‘Adellijke Barines’, want ik weet waarlijk niet wat dat lang dralen met hun komst heeft te beduiden.
Zij was opgestaan en door de groepen heendringend, richtte ze haar schreden naar den salon waar de vice-gouverneur in druk gesprek gewikkeld was met ambtenaren, die zich beijverden hunne opwachting bij hem te maken. Zonder eenige voorafgaande plichtpleging brak zij hun gesprekken af om van haar onrust te doen blijken. De graaf glimlachte:
- Och, mijn lieve Kathinka, maak je toch volstrekt niet ongerust. Je jeugdige vriendinnen staan aan de grens van vrouwelijk leven, en gij dient te weten dat vrouwen nooit op tijd kunnen komen.
- Neen, neen, vader, dat is het niet. In dit opzicht is Argata Gratamoff geene vrouw. Zij is een wandelend uurwerk. Ik herinner me niet dat zij ooit een minuut in gebreke is gebleven.
- Enfin, zoudt ge soms willen dat ik een der dienstdoende officieren uitzend om eens te informeeren?
- O, daarmee zult u me, rondweg gezegd, groot genoegen doen.
- Welnu dan, liever Kathinka, de man zal vertrekken met bevel de waarde directrice en al hare leerlingen mede te brengen.
Hij gaf een order aan zijn adjudant. Twee minuten later kondigde de hoefslag van een paard over de steenen der binnenplaats het vertrek aan van een renbode naar het pensionaat der Adellijke Barines.
Larmette had al dit gedoe op een afstand gevolgd. Na het heengaan van Kathinka werd hij omringd door nieuwsgierigen, die hem andermaal bestormden met vragen, waarop hij geen gereed antwoord gaf, inwendig verheugd dat hij het mikpunt uitmaakte der aandacht van hooggeplaatste personen. Ten laatste toch begon hem dit gemakkelijk succes te verdrieten. Zich verontschuldigend wegens vermoeienis, gaf hij zijn hoorders te kennen dat hij het Kremlin ging verlaten om zijn hôtel weer op te zoeken. Hij richtte zich derhalve naar den salon waar graaf Aiaroesoff zich ophield, ten einde van Zijne Excellentie afscheid te nemen.
Zachtjes drong de juwelier door tot den kring waarvan de gouverneur het middenpunt uitmaakte, en trachtte hij de opmerkzaamheid van dezen tot zich te trekken.
De jeudige Kathinka was in levendig gesprek met haren vader, haar zenuwachtige gebaren verrieden een opwinding waarvan Larmette de oorzaak begreep. Blijkbaar waren de dames van het adellijk Instituut der Barines nog niet ver- | |
| |
schenen. Zonder eenig mededoogen voor de prikkeling die zulk een uitblijven voor de gouverneursdochter moest hebben, sprak de juwelier tot zichzelf:
- Wat een idee ook om op een baldag naar het Bjorskypark te gaan! De kleine Kathinka mag praten wat ze wil, maar het ligt ver van hier. Ik kan het weten, want ik ben er door gereden.
De verschijning van een nieuw personage brak zijn overdenkingen af. Het was een kozak in groot parade-tenuse, de rechterhand ter hoogte geheven van de ordonnansmuts; met het ernstig air, waardoor de Russische soldaat de aandacht trekt van zijn superieuren, sprak de man:
- Ik groet u, vadertje.
Aller oogen vestigden zich op den nieuw aangekomene. De adjudant, die zoo even naar de wacht was gezonden ter afzending van een kozak, zei met luide stem:
- Het is Yégor... die terugkomt van het Instituut der Adellijke Barines.
- Ha! riep Kathinka vroolijk, de dames volgen je zeker op den voet?
- Neen, Barine, zei Yégor hofdschuddend.
- Neen? Waarom? Heb je hun dan niet gezegd dat ik brand van ongeduld?
- Ja, Barine, dat heb ik gezegd.
- Welnu?
- Welnu, zij zullen toch niet komen, omdat zij niet kunnen.
Kathinka vergat de officieele receptie, de streng gereserveerde houding, door de etiquette voorgeschreven aan jonge meisje van haren rang; en een schrede vooruit doende, riep zij met gefronste wenkbrauwen:
- Heeft Argata Gratamoff geweigerd te komen?
De Kozak schudde hardnekkig het hoofd als een man die niet wenscht een misverstand veld te zien winnen.
- Zij weigert niet, de beklagenswaardige, degelijke vrouw. De dokter is het, die weigert.
- Hoezoo? De dokter? Wat heeft die ermee te maken?
- Hij verpleegt Argata Gratamoff.
- Verpleegt hij haar?
- Ja, omdat zij bedlegerig is en lijdend. Zij is ongesteld.
Alle aanwezigen hadden medelijdende gezichten. Zij wisten dat Kathinka een bedorven kind was en begrepen ook hoezeer zulk een tegenvaller het mooie meisje, dat altijd gewoon was haar wenschen vervuld te zien, moest prikkelen.
- Sedert wanneer, luide de vraag van graaf Aiaroeseff, is Argata Gratamoff ongesteld geworden? Waarom heeft ze dit niet vermeld?
- De ziekte heeft haar aangetast tijdens de wandeling in het Bjorskypark. Bij haar thuiskomen heeft zij zich te bed begeven.
Kathinka had in haar zenuwachtigheid haren zakdoek, dien ze krampachtig tusschen haar vingers wrong, verscheurd.
- Nu goed! zei ze. Argata kan niet komen. Niets belette haar evenwel om mijn vriendinnen met een ondermeesteres te zenden.
- Onmogelijk. Barine. Ook de twee ondermeesteressen zijn ziek.
- Wat zegt ge?
| |
[pagina t.o. 288]
[p. t.o. 288] | |
Hij gaf een order aan zijn adjudant. Bladz. 287.
Paul d'Ivoi, Dick Fann.
| |
| |
De aanwezigen gaven terstond blijk van levendige belangstelling.
- Maar bij alle heiligenbeelden! riep Kathinka woedend, het heele pensionaaf is toch door geen epidemische ziekte aangetast?
- Toch wel, Barine, hernam de kozak eerbiedig.
Er heerschte een oogenblik onheilspellende stilte. Hoe zit dat? Het geheele Instituut tegelijk besmet? Kathinka begon nu haren waaier af te pluizen.
- Dat is onzin, zei ze. Komaan, mijn twee nachtegalen die van avond zoo heerlijk zouden zingen? Pira?
- Ziek, Barine.
- Livinia?
- Ziek.
- Zeg eens, Yégor, bracht de gouverneur in 't midden, je hebt toch geen glas wodki te veel op, niet waar?
- Volstrekt niet, Excellentie, als ik dienst heb, gebruik ik geen sterken drank.
- Ik weet het, ik weet het, je bent een wakker soldaat. Maar weet je ook te zeggen wanneer deze plotselinge ongesteldheid het heele Instituut heeft aangegrepen?
- Na het ontbijt op het gras te Bjorsky, Excellentie.
- Na het ontbijt?
- Ja, Excellentie; ze hadden de mooie open plek in het bosch uitgekozen, waar het standbeeld staat van Nikolaas Slavarède, die jonge meisjes verloofden bezorgt, als ze hem vereeren.
- Nikolaas Slaverède?
Een verbaasde stem herhaalde dezen naam. Wie had er gesproken? Op aller lippen zweefde de vraag. Graaf Aiaroesoff opende den mond om den spreker uit te noodigen de beteekenis van zijn uitroep te verklaren. Maar Kathinka liet het zoo ver niet komen. Zij wilde alleen weten wat de oorzaak was dat haar kameraden zich het genoegen moesten ontzeggen, haar in al den glans harer glorie te aanschouwen. De rest kon haar niet schelen.
- Ga voort, Yégor, sprak ze op beslisten toon, haren vader den weg afsnijdend ter verdere ondervraging.
En Yégor gehoorzaamde de dochter van den gouverneur even goed als zijn meester, met te zeggen:
- De Barines zaten in een kring. Zij hadden zeer vroolijk ontbeten. Argata Gratamoff had met automobielen een smakelijk maal laten aanvoeren, alle adellijke dames bewezen eer aan het festijn. Aan lachen geen gebrek; maar tegen het einde van den maaltijd gevoelden alle deelnemers zich ongesteld.
- Een vergiftiging! riepen een tiental aanwezigen.
De Kozak bracht er tegen in:
- Een eenvoudig soldaat mag hooggeplaatste personen niet tegenspreken, maar de dokter heeft er dien naam niet aan gegeven.
- Hoe noemde hij dan wel die plotseling opgekomen onpasselijkheid?
- Talrijke brandwonden van bizonder verraderlijken aard.
- Brandwonden?
| |
| |
- Wat moet dat beteekenen?
Deze uitroepen kruisten elkaar in alle richtingen. Onder de aanwezigen onstond een beweging. Niemand bemerkte den angst van Larmette, zoozeer werd door de algemeene bezorgdheid een ieders waarnemingsvermogen verlamd.
Kathinka wilde weten. Met een geweldig gebaar legde zij allen genoodigden, die nuttelooze vragen deden, het zwijgen op. In toorn ontstoken, nu zij voor het onbegrijpelijke stond, greep het jonge meisje den kozak bij den arm.
- Laat af met je raadsels, Yégor, wees kort en zakelijk, wat heeft de dokter je gezegd?
- Wat ik al verscheiden malen hier heb meegedeeld.
- Hoe heb ik het nu? Hij heeft je toch bizonderheden aangegeven? Het betreft mijn vriendinnen, verstaat ge? Zijn de brandwonden ernstig? Vereischen ze een langdurige rust?
- De dokter hoopt dat eenige dagen voldoende zullen zijn.
- Goed. Op welke wijze hebben zij zich gebrand?
- Dat weer niemand, Barine.
- Dat is onzin dien je me op de mouw wilt spelden. De dames moeten het toch wel bemerkt hebben... Als men in brand raakt, weet men het toch?
- Ik vraag de Barine om verschooning, allen zeggen ze er zich geen rekenschap van te kunnen geven.
- Neen, maar... dat gaat te ver.
Alle hoorders waren het hierin eens. Luider en krachtiger verhief Kathinka hare stem:
- Hebben ze soms van een te warmen schotel gegeten of te gretig een heeten drank verzwolgen?
- Neen, neen. Het maal was koud en de drank afgekoeld met ijs.
Ditmaal scheen een vlaag van krankzinnigheid den aanwezigen aan te waaien. Lieden die koude spijzen nuttigen, branden er zich aan! Graaf Aiaroeseff, Kathinka en een twintigtal gasten omringden den kozak.
- Man, je weet niet wat je zegt!
- Ze hebben je in de maling genomen!
- Ze hebben je naar de maan gestuurd om sterren te plukken!
Onder dezen storm behield de kozak zijn onverstoorbare kalmte.
- Ik kan niet gelooven dat de geneesheer een loopje zou nemen met een trouw dienaar van den Czaar, die namens Zijne Excellentie graaf Aiaroeseff een opdracht vervult.
- Dat is waar! dat is waar! riepen onderscheiden stemmen, waaronder die van Larmette duidelijk zich liet hooren.
- Maar spreek op dan. Herhaal wat hij je gezegd heeft, als je niet wilt dat ik mijn geduld heelemaal verlies.
Yégor maakte een buiging.
- Ik gehoorzam. Barine, maar wat de dokter zei laat zich door een eenvoudig soldaat moeilijk verklaren. Als ik het nu letterlijk weergeef, hoop ik dat het voor mijn doorluchtige hoorders verstaanbare taal moge zijn.
| |
| |
Op een teeken van den gouverneur heerschte er diepe stilte in de zaal. Yégor peinsde eenige oogenblikken. Eindelijk hief hij het hoofd op en sprak:
- Ziehier wat de geneesheer mij voorhield: Gezant van den gouverneur, zei hij, je bent zeker geen bolleboos in de geneeskunde. Luister dus goed, als je mijn verklaringen onvervalscht wilt rapporteeren.
- Ik luister alsof je mijn hetman (opperhoofd der kozakken) zijt, vadertje, antwoordde ik hem.
- Best. Kijk eens als we in ons vak een ontsteking willen aanduiden, dan noemen we de ziekte bij den naam van het aangetaste deel, eindigende op itis. Zoo bijvoorbeeld meningitis (hersenvliesontsteking) bronchitis (ontsteking van de luchtpijptakken) pleuritis (zijdewee) en zoo meer, snap je?
- Jawel, vadertje, zei ik. Het is moeilijker dan de theorie van het escadron, maar als ik oplet gaat het er even goed in.
- Opperbest. Zie je, vriend, de aandoening, zegge de brandwonde, die tezelfder tijd het geheele personeel van het Instituut der Adellijke Barinen heeft aangetast, zou ik volgens dezen stelregel een epidemische ‘generalitis’ kunnen noemen.
- Een algemeenheid dus! riepen de aanwezigen op een toon van onuitsprekelijke verbazing.
Wel zeker. Komt u dat niet duidelijk voor? murmelde Yégor, klaarblijkelijk over de aanwijzing voldaan.
- Niet duidelijk? Zeg liever zoo helder als een flesch inkt, merkte de graaf aan.
De kozak glimlachte. Hij scheen zijn chef dankbaar te zijn dat deze er over dacht zooals hij; dit deed hem rijzen in de achting voor zichzelf. Hij nam een soort houding aan in het vervolg van zijn betoog:
- Het ging mij als u, Excellentie: aanvankelijk begreep ik er niets van. Maar de dokter begon het te verklaren. ‘Generalitis’ herhaalde hij, is het woord dat ik bezig, zegge ‘generaal’, in de beteekenis van ‘algemeen’.
Niemand sprak een woord. Het incident werd hoe langer zoo ingewikkelder. Yégor kon kalm voortgaan:
- De dokter nam verzachtende middelen te baat, pappen, pleisters, ik weet al niet wat meer.
- Maar wat is eigenlijk de oorzaak van het geval? was de luide vraag van Kathinka, door alle aanwezigen in verschillende tonen herhaald.
Schouderophalend antwoordde de kozak:
- Dat is het punt wat men niet weet. Maar toch is er iemand, die beweert dat hij, naar zijn zeggen, er de kaas van gegeten heeft.
- Wie is die man?
- Een Engelschman.
- Een Engelschman? Hoe komt die in het spel?
- Hij heeft zich terstond aangemeld. Hij verzocht Argata Gramatoff een onderzoek in te stellen. Hij schijnt een gewezen detective uit Londen te zijn. Natuurlijk heeft men hem het gevraagde toegestaan.
- En wie is die detective?
- Zijn naam bedoelt u? Hij heet Dick Fann.
| |
| |
De twee woorden waren nauwelijks uitgesproken, of er ontstond een gedrang. Men mompelde, terwijl hier en daar minder passende uitdrukkingen werden vernomen; in de richting der uitgangsdeur kon men een doorgang tusschen de menigte ontwaren.
Nadat de kalmte was teruggekeerd, zonder dat iemand zich rekenschap had kunnen geven van het voorgevallene, zou men tevergeefs naar Larmette onder de genoodigde gasten gezocht hebben. De juwelier had zonder eenige plichtpleging den aftocht geblazen.
De naam van Dick Fann, den tegenstander dien hij waande op den bodem der Behringstraat te rusten, had den ellendeling totaal in de war gebracht. Instinctmatig, als het wilde dier dat door den jager is verrast, had hij de vlucht genomen, zich een doortocht gebaand door de aanwezigen. Vandaar het horten en stooten met uitroepen, die van ontevredenheid getuigden onder de gasten.
Nu doorliep hij met versnelden pas de binnenplaatsen van het Kremlin, zich zich haastende om het Alexanderpark te bereiken. In zijn verwarring mompelde hij:
- Het Bjorskypark. Kon het ongelukkiger! Dat die domme meiden ook juist deze open plaats van Nikolaas Slavarède moesten kiezen! Dick Fann zal er heengaan, dat is zeker, en als hij er is, zal hij alles ontdekken. Zulk een welgekozen verborgen plek! Wie had het kunnen denken?
En met onverholen woede:
- Zulk een prachtig doordacht plan totaal in duigen gevallen! Neen, neen, de Botera zal me met bliksemsnelheid wegvoeren. Dick Fann zal niets meer vinden, niets!
Hij grijnslachte, van de zegepraal gewis, maar terstond daarop sidderde hij klappertandend.
- Met dien verdoemden Engelschman kan men het nooit weten; hij is in staat me op het lijf te vallen op het oogenblik zelf dat ik dáár ter plaatse zijn zal. En dan wordt de zaak niet alleen ruchtbaar, maar men zal mij ook de duimschroeven aanzetten. De duivel hale den detective, dien bemoeial met wat hem niet aangaat!
Het schouwburgplein is twee schreden van het Kremlin verwijderd. Larmette stond verscheiden malen stil gedurende dezen korten gang. Zijn gebaren en wezenstrekken getuigden van zijn scherp overpeinzen. Het was alleen toen hij vóór het Moskowa-Restaurant stond, waar hij zijn automobiel had achtergelaten, dat hij van houding veranderde.
- Sapperment, mompelde hij, ik ben er. Het gevaar is voor hen, het voordeel voor mij. Zoo is de toestand. Zoo erg kan het niet loopen of ik ben vrij, en vrij zijnde, kan men het weer over een anderen boeg wenden.
Op zijn vraag vernam hij van het bediendenpersoneel dat er in de vertrekken van den heer Defrance en diens dochter geen licht meer brandde. De reizigers moesten ter ruste zijn gegaan. Larmette liet een gesmoord gebrom hooren, de tijding scheen zijn plannen te dwarsboomen. Gedurende eenige seconden ging hij met zichzelf te rade, en een besluit nemende, zei hij:
| |
| |
- Neen, er valt niet te aarzelen. Ieder uitstel is gevaarlijk. Zij moeten opstaan! Ze kunnen later op hun gemak gaan slapen.
En hij begaf zich naar de kamer van den Canadeeschen trusthouder Defrance. Voor de deur gekomen, bleef hij aanhoudend daar op trommelen. De uitwerking van dat geroffel liet zich niet lang wachten, de deur werd geopend en het ontstelde gelaat van Fleuriane's vader vertoonde zich aan zijn blikken.
- Wat is er aan de hand? Zoo! zijt gij het? Waarom mij gewekt op dit uur?
- 't Mocht wat! Ik maak u niet wakker, want gij zijt niet gaan slapen.
Inderdaad had de juwelier zich met één oogopslag overtuigd dat Defrance geheel gekleed was. Met een plotselinge beweging, waartegen de Canadees zich niet kon verzetten, duwde Larmette tegen de deur. Hij uitte een vreugdekreet op het gezicht van Fleuriane, die aan een tafeltje was gezeten, schijnbaar verdiept in de lectuur van een revue.
- Alle twee! 't Kan niet beter! riep de schoft. Wat hebt ge me te vertellen van uwen slaap, mijn waarde schoonpapa?
Defrance bloosde bij de ironische benaming.
- Wij wenschten voor dezen avond van uw gezelschap verschoond te blijven. Het lijden heeft somtijds behoefte aan verpoozing.
Maar deze uitlegging kon Larmette niet vermurwen. Sarcastisch zei hij:
- Die verpoozing komt later.
- Hoezoo? Is u voornemens ons uw tegenwoordigheid op te dringen?
- Ja en neen. Ik neem u mede.
- Waarheen?
- Dat zult ge zien. Voor het oogenblik is het een wandelrit in automobiel. In het helder maanlicht door het veld te stoomen, wat is er dichterlijker? Wat is er meer in staat jonge meisjes te doen mijmeren?
- Maar als we nu eens weigerden?
- De zaak waarom het te doen is duldt geen tegenstand uwerzijds. Neem uw hoed. Mejuffrouw uwe dochter wordt verzocht hetzelfde te doen.
En iedere nieuwe vraag van zijn sidderende en verbitterde slachtoffers willende voorkomen, vervolgde hij:
- Onderweg zal ik u op de hoogte brengen. Ik geef u vijf minuten om u gereed te maken en wacht u aan de garage van het hôtel; binnen vijf minuten is de Botera tot vertrek gereed, en vertrekken moet hij. Nauwkeurig dus op uw tijd gepast!
Hierop verwijderde hij zich. Wat zeiden vader en dochter na zijn vertrek? Onmogelijk dit te beantwoorden. De heer Defrance was zeer bleek, en Fleuriane had rood geweende oogen toen zij plaats namen in de Botera, waar Larmette reeds aan het stuur was gezeten.
De automobiel nam terstond zijn vaart, liep over het Schouwburgplein, bereikte het Loebianska-terras; het klooster Stretensky links latende liggen, doorliep hij de lange avenue Mietochanskaya en was weldra onder vollen stoom in het open veld.
Niet ver van het Stretensky klooster had Larmette vaart geminderd, op het
| |
| |
oogenblik dat zijn honderd paardekracht machine een monumentale poort voorbijreed, in den gevel waarvan met gouden letters het opschrift prijkte in het Russisch, dat vertaald luidt: Instituut der Adellijke Barines.
Met onrustigen blik had de juwelier dit gebouw aangezien. Beslist was op dit oogenblik alles in beweging in het binnenste van het aristokratisch pensionaat. De verlichte vensters, de kandelabers met brandende waskaarsen, die plotseling werden verplaatst, schaduwen die zwart zich afteekenden op de doorzichtige gordijnen, dat alles verried den vreemden toestand waarvan de kozak Yégor in het paleis van het Kremlin had gewaagd. Op een gegeven oogenblik maakte Larmette een geweldige spurt met zijn automobiel, zoodat deze links en rechts slingerde langs den weg. De oorzaak dezer ontijdige zwenking waren twee donkere schaduwen langs een gordijn. De bandiet had zich niet vergist. Hij had Dick Fann herkend en diens metgezel Jean Brot.
Beiden waren zij hem dus op het spoor. Maar het was nog een zoeken van den schurk. Zoo zij eenig vermoeden koesterden der waarheid, welke Larmette zoo zorgvuldig trachtte te verbergen, zouden ze te laat komen. Met de hefboomen van den auto werd krachtig gewerkt. Het vertuig snelde voort in dolle vaart.
Toch had de besluiteloosheid van den misdadiger hem verraden. Fleuriane en haar vader, door de schokken van het toestal verrast, hadden het hoofd opgericht. Den blik volgend van hun beul, waren de gedaanten hunner vrienden door hen gezien.
Het jonge meisje drong zich tegen haren vader aan en fluisterde:
- Hij is het, vader! Hij zal ons redden.
Op hetzelfde oogenblik vertoonde zich Dick Fann, die niet wist dat zijn geliefde hem van zoo nabij voorbijreed, in de kamer der directrice.
- Mevrouw, zei hij, is een uwer automobielen in staat terstond te vertrekken?
- Daar zal een half uur mee heengaan, als de machinisten bij de hand zijn.
- Zij zijn er. Wil mij verlof geven over een rijtuig te beschikken.
- Om?...
- Om mijn naar Bjorsky te begeven. Ik denk ervan terug te komen met de verklaring van het zonderling incident, waarvan u en uw leerlingen de slachtoffers zijt geweest.
- Werkelijk? riep Argata Gratamoff. Vertrek in dat geval ten spoedigste, want ik geloof dat ik er bijna evenveel genoegen van zal hebben om te weten op welke wijze ik mij gebrand heb als van mijn genezing.
De Botera vloog onderwijl over het veld als een meteoor aan het uitspansel.
De maan wierp haar helder licht over de vlakte, aan het indigo-blauw luchtruim flikkerden millioenen sterren als zoovele oogen, geopend op menschelijk wee en aardsche ellende.
|
|