| |
| |
| |
Achtste afdeeling.
Het Vliegend Ros.
I.
De spoorweg is opgebroken.
- Podolsky! Allen uitstappen!
- Waarom?
- Aanslag van nihilisten. De weg om het Baikalmeer is op verscheiden plaatsen opgebroken, wel over een afstand van vijftig wersten of 13300 meter gaans.
- We zullen dus het meer per slede moeten oversteken?
- Onmogelijk. Het ijs is gaan kruiten. Met geen slede en ook met geen veerpont kan men den overtocht wagen.
- Wat dan te doen?
- Een dag of drie vier wachten, totdat de weg hersteld is.
Deze samenspraak had plaats toen de halte Podolski bereikt was door den trein waarmee Dick Fann en zijn trouwe Jean Brot van Wladiwostok waren afgereisd.
Podolski is een dorp van ongeveer vijftienhonderd inwoners, meestal tot de mijnen veroordeelden, wier straf is veranderd in verbanning naar Siberië, door de Russische regeering zeer verzachtend ‘Kolonisatie’ genoemd.
Maar die kolonisten zijn verplicht daar te verblijven. De terugkeer naar hun moederland is hun ten eenen male ontzegd. Dit besluit van een vaderlijk bestuur wordt door de aanwezigheid van drie sotma's (afdeelingen) Kozakken gehandhaafd.
Aangezien Podolski een halte is waar de reizigers per Trans-Siberischen spoorweg zelden of nooit afstappen, want zij geven de voorkeur aan de belangrijke handelsstad Irkoutsk, zoo is niemand op de gedachte gekomen te Podolski een hôtel op te richten.
Het gevolg hiervan was dat de vijftig medepassagiers van Dick Fann en Jean Brot, almede veroordeeld om eenige dagen op die plaats te vertoeven, de gastvrijheid moesten inroepen der bewoners, die zich beijverden ze hun aan te bieden.
Een vreemdeling te mogen herbergen was voor deze arme lieden een buitenkansje. Welk een afleiding vor deze pioniers, die uit de samenleving der beschaafde wereld waren gestooten!
| |
| |
Dick Fann evenwel behoefde niet als de andere toeristen bezorgd te zijn. Hij had een aanbevelingsbrief van den Directeur der Politie Milkanowitch, waarbij alle militaire en civiele autoriteiten verzocht werden den amateur-detective, die Wladiwostok van een schrikwekkende bende boosdoeners had bevrijd, in alles ter wille te zijn.
Dit aanbevelingsschrijven zette als vanzelf voor den Engelschman de deur open van het verblijf van den hetman (hoofdman) der Kozakken, te Podolsky in garnizoen.
Een type, deze hetman! Veertig jaar oud, kort van gestalte, gezet, met vierkante schouders en een gezicht zoo breed als van een Kalmuk, en breeder nog door zware Russische bakkebaarden. Hij bezat eene vrouw die, met uitzondering van gebaard te zijn, al even leelijk was als haar echtgenoot: voeg er bij dat zij de ouders waren van een dozijntal spruiten, even misdeeld van schoonheid als zij zelven, en er ontbrak alles aan om zich in dergelijk gezelschap bizonder thuis te gevoelen.
Deze man maakte telkens een eerbiedige buiging bij het uitspreken van den naam des Czaars aller Russen. Voor het overige doorspekte hij zijn gesprekken met allerlei vreemdsoortige vloeken, welke hij met het voor vreemdelingen onverstaanbare gezegde: ‘Behoudens eerbied voor den heiligen Oeroenalmeje!’ telken reize trachtte goed te maken.
Wie die heilige was, van wien geen kalender gewaagt, welk geheim verbond deze Kozak met het door hem geeanoniseerd personage vereenzelvigde, kon niemand, zelfs de onder Petrokhan dienende officieren, ooit verklaren.
Op de vragen, welke men dienaangaande tot hem richtte, luidde steeds het stereotiep antwoord:
- De heiligen houden er niet van dat een gewoon mensch over hen spreekt. Zij kunnen dit zelven het best, wanneer zij zich al bekend willen maken.
En zoo de vrager geen militair of gezaghebbende was, dan heette het steeds:
- Over Oeroenalmeje te spreken brengt ongeluk aan. Ik en mijne vrouw weten wat dat zeggen wil. Dat is voor ons voldoende.
Zoo was ook zijn stokpaardje: de wereldheerschappij behoort aan het militairisme. Wie daar tegen in durfde te redeneeren, kreeg het met den hetman erg aan den stok. Tegenspraak op dit punt was majesteitschennis, die hij nooit ongestraft liet doorgaan.
Men zal begrijpen dat na het verkeer van een halven dag in het gezelschap van zulk een individu en diens omgeving. Dick Fann en zijn jeugdige vriend als een ware uitkomst het voorstel beschouwden van een luitenant der sotnia Kozakken, die een rapport aan den hetman kwam doen, een voorstel, dat hij in dezer voege inkleedde aan het adres van Dick Fann:
- Excellentie, zei hij, tot geen ander persoon zou ik spreken over den dienst waarmee ik belast ben, doch aan een beroemd detective, die aanbevolen is door den directeur Milkanowitch, wien gij uw goede gezindheid hebt bewezen ten aanzien van de Russische Regeering, meen ik zonder onbescheidenheid het aanbod te mogen doen om u met mij te begeven naar de mijn Borenev, waarover
| |
| |
wij speciaal het toezicht houden en waarin alleen staatkundige veroordeelden werkzaam zijn.
- Jawel, luitenant, alhoewel ik niet bizonder op lijdensgeschiedenissen gesteld ben, zal ik dit middel om den tijd te dooden gaarne aangrijpen.
- En u zult er geen spijt van gevoelen, want wij Russen, die men zoo ten schteren beoordeelt in vele zaken, hebben iets uitgedacht, dat nog bij geene natie van Europa toegepast werd...
- En dat is?
- Een politie-luchtschip.
- Wat u zegt!
De uitroep ontsnapte Dick Fann, tot blijkbare voldoening van den luitenant, die verrukt was de bewondering gaande te hebben gemaakt van iemand als de Engelsche detective Dick Fann.
- Dat verrast u, is het niet? riep hij uit.
- Inderdaad, ik beken het. Wat noemt u een politieluchtschip of zweeftuig?
- Een snel en zeker werktuig om vluchtelingen in te halen. Alhoewel dezen doorgaans te voet en wij te paard zijn, gelukt het toch sommigen veroordeelden te ontsnappen. Zij maken daarbij gebruik van de nabijzijnde Chineesch-Mongoolsche grens, van de moeilijkheden voor eene vervolging die het heuvelachtig terrein oplevert ten zuiden van het Baïkalmeer, waardoor wij hun spoor kwijt raken... Toen hebben we met medewerking van den gouverneur van Irkoutsk een speciaal crediet verkregen. Ons vervoegend tot een luchtvaartfirma, lieten we een zweeftuig vervaardigen, dat tien manschappen kan bergen. En u begrijpt dat, als wij vliegen met een vaart van zestig à tachtig kilometer per uur, zonder ons te bekommeren over de hindernissen van het terrein, geen vluchteling voortaan ons kan ontgaan.
- Maar de mijn ligt op tamelijken afstand...
- Borenev... is vijf-en-twintig wersten van hier of 6650 meter gaans. Maar heb geen zorg, ik luitenant Bariatine, uw onderdanige dienaar, ben geen dwaas. Hij stelt u niet voor dezen afstand te voet af te leggen.
- Te paard?
- Ik heb er vier tot mijn beschikking: het mijne en drie anderen. Het is waar, deze laatsten behooren tot het geleide van mijn Kozakken. Maar ik neem maar een dezer manschappen meê, zijn beide kameraden zullen u hun paarden afstaan voor dezen rit.
Met een stentorstem riep de luitenant:
- Hola, Iwan!
Op dezen roep gehoorzaamde terstond een kopergetinte, behaarde en gebaarde kozak, veel weghebbende van een duivel, die door middel van springveeren uit een surprise-doos te voorschijn komt. De officier krabbelde met potlood eenige woorden op een blaadje, dat hij uit zijn zakboekje scheurde. Dit papier overhandigde hij den soldaat.
- Ziehier een bon ter rekwisitie van een wagentje, dat je met Pepoff naar ons verblijf te Borenev zal brengen.
| |
| |
- Goed, luitenant.
- Je paarden leen ik aan deze heeren.
Iwan maakte een diep saluut. In zijn schatting moesten de reizigers, wien zijn luitenant dergelijke beleefdheid bewees, personen van aanzien zijn.
- Komaan, ingerukt, marsch!
En de man verwijderde zich.
- De brave Iwan is een trouwe en moedige makker. Ik wenschte niet in de plaats te zijn van den eigenaar der wagens, wien hij zijn rekwisitie-bon zal presenteeren.
- Is die bon niet wat... gewaagd? nam Dick de vrijheid te opperen, omdat zijn Britsche opvatting van correctheid zich verbaasde over de luchthartigheid ten aanzien van een bewoner aan den dag gelegd.
Bariatine haalde de schouders op:
- Gewaagd?... o neen, volstrekt niet... Het is een bon voor dringenden dienst.
- Zoudt u dat denken?
- Ik ben er zeker van. Welke dienst wordt er meer van een officier gevorderd dan vreemdelingen van aanzien een genoegen te verschaffen?
Voorkomender kon men al niet zijn.
Eenige oogenblikken later waren Dick en Jean Brot gezeten op de kozakken-paardjes ter hunner beschikking, en, op een afstand gevolgd door den eenigen soldaat die zijn ros niet behoefde af te staan, verwijderden zij zich in gezelschap van den luitenant. Deze had de voorzorg genomen den gastheer der reizigers te zeggen:
- Hetman, de heeren zullen misschien vermoeid zijn van avond. In dit geval bied in hun in onze kazerneering gastvrijheid aan en breng ik hen morgen weer bij u.
En toen hij op eenigen afstand er zeker van was door zijn superieur niet meer gehoord te worden, had zij er beleefd op laten volgen:
- Zoo zal ik u ietwat langer de verveling besparen van een verblijf in een stadje dat geen afleiding aanbiedt hoegenaamd.
Onze luitenant Bariatine was praatziek.
De mijn, het zink en het zilver, drie verdiepingen, galerijen van honderdvijftig, driehonderd en zevenhonderd meter diepte, de levensgeschiedenis dezer ongelukkigen, dat alles vormde schering en inslag van zijn gesprek.
- Ja! die nihilisten, gekscheerde hij, zoo zij er niet waren, zou het onmogelijk zijn de rijke lagen ban Baïkal te exploiteeren. Waar zouden we de mijnwerkers vinden? Bij de heiligen Petrus en Paulus! als de nihilisten niet bestonden, zou men hen moeten uitvinden.
En een oppering van twijfel, die Dick Fann op de lippen zweefde, den pas afsnijdend, vervolgde hij:
- Ik weet wat gij zeggen wilt over bommen, valsche munt enz... Wat heeft dat alles te beteekenen? Een bom moet een soldaat niet méér schrik aanjagen dan een flinke granaat van onze artillerie... Wat aangaat de valsche munt, als men er niets van weet, gaat ze er even goed als de echte meê door... En op stuk
| |
| |
van zaken, zijn de nihilisten zelfs... voor mij, die zoo nabij met hen moet omgaan, niet zoo zwart als men wel wil gelooven.
Hij schaterde het uit van lachen.
- Houd mij mijne vrijmoedige opinie ten goede... Zij zijn uw vijanden, dat kan ik mij voorstellen... terwijl ik hen slechts bewaak. Tusschen gevangenen en bewakers ontstaat een soort kameraadschap, de knoet bindt den gever aan den ontvanger.
Deze onverwachte en ongehoorde opvatting van zijn ambt was een foltering voor de reizigers.
- Jawel, bromde zelfs de kleine Jean Brot, u kunt dat zachts zeggen, omdat u het recht in handen hebt. Als de riemen van den knoet u den rug afstoften, zou die kastijding geen gevoel van dankbaarheid bij u opwekken.
- Wel mogelijk, zei Bariatine koeltjes.
Om aan dit gewaagd gesprek een einde te maken, scheen Dick geheel zijn aandacht te wijden aan het paard van den luitenant.
- Wat een prachtig dier hebt u daar! was zijn uitroep.
Werkelijk was met deze lofspraak niet te veel gezegd. Slank en sierlijk was het ros met zijn fijne beenen, stevige schoften en buigzamen hals, bevallig opgeheven hoofd, waarin een paar oogen bliksems schoten. Voeg daarbij een vlekkelooze gitzwarte huidskleur, kleine welgemaakte hoeven, die nauwelijks den grond schenen te raken, en ge zaagt het bewonderingswaard type van het Mongoolsche ras, dat wedijveren mocht met het volbloed Arabisch ros uit de beste stoeterijen van het Algerijnsche sultanaat.
Luitenant Bariatine mocht trotsch zijn op het fraaie dier, en scheen door de lofspraak bizonder gevleid.
- Ja, ja, zei hij onverschillig... mijn renpaard heeft de Russische administratie vijftienhonderd roebels gekocht. Ik ben nu eenmaal zoo dwaas geweest, want mijn tractement liet dergelijke weelde niet toe, maar men heeft me die som terugbetaald.
En weer met een schaterlach, waarin een onverklaarbare ironie doorschemerde:
- Van toen af was het dier niet meer mijn eigendom, het behoort aan den remontedienst, en den remonte neemt het je weer af, als ze een hervorming noodig oordeelt... Derhalve blijft het in mijn bezit zoolang ik het beest geschikt acht voor den dienst, dat is een voortreffelijke combinatie, dunkt u ook niet?
Beslist, die Bariatine was een vreemdsoortige snaak. Hij zette zijn redeneering kracht bij met een karwatsslag, zoodat zijn klepper met een aanval-galop er van doorging en de anderen ver achter zich liet.
Misschien was deze opsnijderij slechts praalzucht van den cavalerist. Toch staakte Bariatine eerst zijn dollen rit nadat hij twee kilometer had afgelegd. Hij wachtte zijn metgezellen af, en toen dezen zich weer bij hem aansloten, terwijl hun hijgende en snuivende dieren schuimbekkend rammelden met hun gebit, wees hij met een grootsch gebaar op zijn paard, zeggende:
- Ziet eens, hij haalt nauwelijks adem. Hij heeft zelfs geen vochtig haartje!
De flinke viervoeter verdiende die loftuiting. Zijn ademhaling was ruim, nauwelijks iets sneller dan bij volkomen rust.
| |
| |
Jean putte zich uit in uitroepen van bewondering. Dick Fann, die in zekeren zin het incident had uitgelokt, deed er thans het zwijgen toe.
De gewoonte van opmerken maakt dat men tegen wil en dank opmerkt. De man, die onophoudelijk zijn waarnemingsvermogen laat werken en gevolgtrekkingen maakt, verliest de macht om dit vermogen rust te gunnen.
Een kleine bizonderheid had de aandacht van den detective getrokken. Onder het zadel van Bariantine's paard lag volgens kozakkengebruik een schapenwel, om de ruggestreng van het dier te beschermen tegen al te ruwe aanraking met het leder. Dit vel was natuurlijk breeder dan het zadel. Nu was een der hoeken ietwat omgeslagen en bleek het haar van den viervoeter onder het dek, waar de warmte zich concentreerde, een weinig vochtig van zweet. Hierin lag niets vreemds. Iedereen weet, dat waar de warmteuitstraling van het lichaam, hetzij van mensch of dier, door bedekking wordt belemmerd, zich vocht vergaart op een plek, die ongedekt, zulk een vochtafscheiding niet vertoont.
Wat dan bracht den Engelschman tot nadenken?
Een eenvoudig verschijnsel: het vochtig haar wilde hem minder donker voorkomen dan de algemeene tint der huid van het paard. Inderdaad minder zwart. Men zou gezegd hebben dat deze door den zurigen invloed van het zweet ietwat was ontkleurd.
En Dick haalde zijn waarnemingen, in de rijschool opgedaan, voor den geest en kwam tot een lijnrecht tegenovergestelde gevolgtrekking omtrent hetgeen hij onder de oogen kreeg, dat de huid namelijk van een paard, dat veelvuldig uitwasemt na langdurigen arbeid, eerder donker wordt dan wel omgekeerd. De verwondering, welke zulk eene afwijking van den gewonen regel bij hem gaande maakte, droeg er voorzeker schuld aan dat de Engelschman opeens een geweldige lust tot drinken bij zich voelde opkomen, want hij drong er op aan een aan den weg liggende isba (kapelletje) te bezoeken.
- Een kroeg van karrevoerders, mompelde de luitenant met minachting.
- Bah! ik sterf van dorst... U drinkt toch ook wel een glas wodki (brandewijn)?
De wodki heeft in Rusland geen vijanden. In alle lagen der samenleving wordt van dezen volksdrank, (zooals bij ons aan jenever) door de menigte geofferd. Een glas wodki wordt dan ook nimmer geweigerd. Ook luitenant Bariatine bewees dat zijn verhemelte niet afweek van dat zijner landslieden, want hij steeg af om de nederige stulp binnen te gaan. Op een teeken van Dick Fann volgde zijn schildknaap de beweging, terwijl de eenige kozak van het geleide nader kwam om de paarden aan de teugels vast te houden.
De Engelschman, overigens een uitstekend ruiter, steeg met zulk een onverklaarbare onhandigheid uit den zadel, dat hij bij het op den grond zetten van zijn voet struikelde en beslist zou gevallen zijn, zoo het paard van den luitenant, dat naast het zijne stond, het geen steunpunt had aangeboden om zijn evenwicht te herstellen.
Niemand zag dat de liefhebber-speurder zijn zakdoek hield in de hand die op het zwarte paard rustte.
| |
| |
Deze hand verdween een oogenblik onder schapenhuid... Wat had ze daar te doen? Het was een geheim, maar het paard steigerde en hinnikte als getergd. Maar toen de officier, door dit geluid van zijn viervoeter verrast, omkeek, was Dick al uit den weg getreden en had hij den neusdoek in zijn zak gestoken. Edoch zoo snel nog niet had hij deze beweging volbracht, om niet den tijd te hebben gehad zich te overtuigen dat het fijne batist nu grijze vlekken vertoonde, een verschijnsel dat hem deze opmerking ontlokte:
- Drommels! zijn klepper geeft af. Zou het verven van hun paarden bij de kozakken een gebruik zijn?
Het antwoord hierop werd niet vernomen, want met een haast, waaraan zijn voorgewende dorst misschien schuld had, begon hij den herbergier te roepen, die echter met zijn hoofddeksel in de hand reeds vóór hem stond.
- Wodki, en gauw wat! De beste.
De man lachte luidkeels.
- De beste! Die krijgt Uwe Excellentie zeker, want ik houd er maar een kwaliteit op na.
- Nu geef die dan maar, zei Fann, op zijn beurt zoo luchtigjes lachend alsof geen invallende gedachte hem bezighield.
Bovendien gaf hij nu zijn leedwezen te kennen van den officier in zulk een erbarmelijk oord eene halte te hebben opgedrongen.
- Doch praatjes bevochtigen geen dorstige lever, zei hij met verdraaiing van een andere gebruikelijke spreekwijze. In de ellendigste woning van een moejik (boer) zou ik een dronk hebben gebedeld.
De officier glimlachte, zich amuseerende met wat hij noemde zenuwachtigheid van den kostelijken heer Dick Fann. Hij gaf verder een even sterk verlangen te kennen de wandeling voort te zetten. En men vertrok, den herbergier verbaasd achterlatende over de manieren dezer Excellenties, die met een roebel een glas brandewijn betaalden, waarvoor de karvoerders, de gewone klanten van de stulp, ter nauwernood twee kopeken wilden geven.
- Jawel, zei de slijter op ernstigen toon, men ziet wel dat vadertje Czaar zijn soldeniers rijkelijk betaalt.
Het troepje trappelde onderwijl voort op zijn weg. Sedert het vertrek van Podolski leverde deze aldoor denzelfden aanblik. De zwartachtige grond liep langs het Baïkalmeer, waarop de ijsschotsen, door een onzichtbare strooming meegesleept, zich opeenstapelden en met ontzettend gedruisch tegen elkander botsten. Aan de andere zijde van den weg strekten zich, zonder eenige beweging, eentonige steppen uit, tot aan de veraf gelegen heuvelen, die als een gordel zich slingerden om het breede water. Afgeknotte wilgen, dennen in rouwgebladerte, mossoorten die met onregelmatige vakken den grond bedekten, een geelachtig waas over het geheele landschap, dat alles vertoonde een landstreek van uiterste troosteloosheid en droefenis.
Siberië is schoon onder de blankheid der sneeuw, een lachend oord, als de eerste zonnestralen de knoppen van boom en heester doen openbarsten, maar in het tusschenseizoen ziet het land er treurig uit, neerdrukkend in groote mate.
| |
| |
Alleen de kozakken, deze zwervers in de steppen van den Don, de Wolga en Ural, passen zich aan met deze stiefmoederlijke natuur. Men heeft er van moeten afzien om naar deze onmetelijke Russische kolonie regimenten te zenden, uit het eigenlijk Europeesche Czarenrijk gerecruteerd, wegens de zelfmoorden, die in der tijd tot een epidemie door hun talrijkheid waren aangegroeid.
In deze sombere handstreek draafde het viertal in gestrekten draf voort. Bariatine bleef doorkeuvelen met de typische luchthartigheid van de Russische natie, zooals Aziaten breedsprakig kunnen zijn, als zij een stokpaardje berijden.
De Rus is de Gasconjer van het Oosten.
Jean Brot gaf hem bescheid met de onuitputtelijke smaakschheid van den Parijschen guit.
Eindelijk dan toch vertoonden zich op eenige honderden meters afstand de gebouwen, die de schacht der mijn Borenev omringden.
Een hooge en zware palissadeering omkringde dezen aanleg, in volkomen afzondering van de overige wereld; het was een afsluiting die een ieder er aan herinnerde dat daarachter dwangarbeiders zich bevonden, veroordeeld tot arbeid in de ingewanden der aarde, levenden, die uit het leven waren afgeschreven.
En alsof deze sprekende getuigenis nog niet voldoende was, vormden een aantal bereden kozakken met de lange gevlagde lans het volledig afsluitingsoordon van de omheining.
Onder den grauwen hemel was dit een luguber visioen, en Dick Fann kon den bekenden versregel van Dante's Inferno niet inhouden:
Zij die dezen drempel overschrijden, moeten alle hoop laten varen.
De luitenant had het gehoord. Hij wendde zich tot den detective:
- Zeer zeker, Dante is een groot dichter, maar zijn phantasie schiet hier te kort... Wat beteekent zijn hel bij deze strafplaats! Als gij eens in de diepe galerij afdaalt, zult ge van mijn gevoelen zijn. Eenmaal heeft nieuwsgierigheid mij naar de afgronden van Borenev gedreven. Maar dat doe ik geen tweede maal.
Wederom liet hij zijn snijdenden lach hooren.
- De nihilisten moesten de mijnen eens bezoeken.
- Waarom? Zoudt ge denken dat ze hun treurig bedrijf dan vaarwel zouden zeggen?
Wijsgeerig haalde Bariatine de schouders op.
- Of ze dat doen zouden kan ik niet zeggen. Mogelijk wel, ofschoon om de waarheid te zeggen, wie eenmaal op den verkeerden weg is, wijkt daarvan niet af. Wat ik zeggen wil, is, dat ze het zoo ver niet laten komen. Een goede revolver - hij klopte geweldig op zijn pistoolholsters - een goede revolver geeft je aan geen marteling prijs. Zulk een einde is niet zoo ellendig als de Borenevmijn.
Dick Fann voelde een huivering door zijn leden. Zijn vragende blik rustte een oogenblik op den officier, maar deze was reeds op een ander thema gekomen.
- Wij zullen de omheining eens omgaan. Van de andere zijde zult ge ons kwartier zien, en ook de barak waar we ons luchtschip bergen.
In het voorbijgaan riep hij de wachthebbende kozakken aan.
| |
| |
- Geen nieuws, kinderen?
- Niets, luitenant.
- Goed zoo. Dat is wel het beste voor onze veroordeelden en voor ons ook.
Vreemd heerschap inderdaad. Zijn lach klonk valsch. In zijn vroolijkheid trilde onrust.
De reizigers ontwaarden nu het wachthoudend escadron kozakken over de veroordeelden in de mijnen. Zij zagen een groote houten loods, aan de vensters waarvan bloempotjes prijkten in miniatuur. Bloemen in deze onherbergzame streek verwekken meer bewondering dan de weelderige parken der dorpen of steden, door een levenwekkend zonlicht in drie jaargetijden beschenen. Een bloem en een heiligenbeeld zijn de twee polen, waarheen de eenvoudige ziel van den Russischen soldaat haar loopbaan richt.
De komst van Bariatine bracht al zijn ondergeschikten in rep en roer. Zij snelden op de paarden toe en betwistten zich onderling het voorrecht, deze naar den stal te leiden.
- Moraks! klonk de stem van Bariatine, de samovar heet binnen vijf minuten. Evenveel glimlachjes van den knoet wachten je als er minuten te laat zijn.
En spottend tot zijn gasten:
- Mijn kok. Gij zult zijn verdiensten dezen avond kunnen waardeeren, want ik reken er op u tot morgen hier te houden. Ik heb er den hetman wel niet van verwittigd, doch hij zal het wel goedkeuren. Dit is dus afgesproken, niet waar?... Ik moet u overigens zeggen dat een avondje hier in zulk aangenaam gezelschap een zeldzaam fortuintje is voor een armen duivel van een officier, die naar Siberië is verbannen, zonder ooit den Czaar iets te hebben in den weg gelegd.
Er lag een zweem van droefgeestigheid in zijne stem.
- Komt een bezoek brengen aan ons luchtschip en zegt mij dan eens of een veroordeelde ooit genoegzaam lange beenen kan hebben om het van zulk een machine in snelheid te kunnen winnen?
Het vliegtoestel was onder een afdak gestald. Het was vervaardigd volgens een systeem waarbij de vleugels tot een minimum waren teruggebracht en het landen gemakkelijk gemaakt, wat echter het werktuig een plomp en gedrongen voorkomen gaf.
- Ha! mompelde de officier, het is niet de groote witte vogel, zooals de dichters der luchtvaart het zweeftuig noemen. Wat komt het er ook op aan! Het heeft veel weg van een olifant, best, maar bezit dan ook de kracht van zoo'n kolos. Het neemt tien à vijftien manschappen meê. De maximum lading bedraagt tweeduizend kilogram Dat wil wat zeggen voor een vogel, hè?
Dick Fann voelde plosteling een onweerstaanbare niesbui opkomen. Uit de open staande staldeur drong een zeer onaangename lucht tot hem door. Werktuigelijk haalde hij zijn zakdoek te voorschijn.
Maar juist op dit oogenblik had Bariatine zijn aandacht op hem gevestigd. Hij zag de grijze vlekken, die door de wrijving tegen de huid van het zwarte paard op dien doek waren ontstaan. Zijn oogen flikkerden, terwijl zijn plotseling verbleekende wangen trilden onder den invloed eener hevige ontroering.
| |
| |
Maar deze emotie was slechts van korten duur. De kalmte keerde terug op zijn gelaat, en hij zette zijn inlichtingen aangaande het vliegtoestel voort.
Hij onthaalde zijn gasten op een stortvloed van technische namen: vliegroer, motor, vleugels, vleugeltjes, remmer, enz.
Het was een werkelijke cursus in de luchtvaart. Plotseling brak hij af en zei op allerbeminnelijksten toon:
- Maar de thee wacht ons, Mijnheeren, en ik meen te weten dat na onzen rit deze drank u welkom zal zijn.
Hij liet zijn gasten voor zich uitgaan en verliet het laatst de remise. Zijne hand had de hand ontmoet van den luchtschipper, den stuurman van het toestel, die zwijgend van het bezoek der vreemdelingen was getuige geweest.
En toen deze zich alleen bevond, ontvouwde hij een in elkaar gefrommeld stukje papier, dat de luitenant hem in de hand had gestopt. Op het kattebelletje stonden in potloodschrift drie woorden: Opium-Coycune-peper.
De man glimlachte geheimzinnig, streelde zijn zweeftuig en murmelde:
- Heel aardig. Ik geloof dat ik rijp ben voor de kolonisatie.
Op hetzelfde oogenblik had Bariatine met zijn gasten het blokhuis bereikt. Op den snaakschen toon van iemand, die een kapitale grap wil uithalen, zei hij tot Dick Fann:
- Hebt u mijn stuurman opgemerkt?
- Ja, een lang, droog, bruin heerschap, met levendige oogen.
- Precies; ik zie wel dat niets uw aandacht ontgaat.
- Waartoe deze vraag?
- Ik word aangedreven door het verlangen om de hoedanigheden van het helder doorzicht dat men u terecht toeschrijft, op de proef te stellen. Mag ik mij deze vrijheid veroorloven?
- Zoo u daarin genoegen schept...
- Welnu, hoe denkt u over mijn stuurman?
Bariatine glimlachte. Hij scheen overtuigd dat zijn gast het voor deze arglistige vraag moest afleggen, en zette een hooge borst, toen Dick zei:
- Ik zal u slechts algemeene aanwijzingen kunnen geven; mijne aandacht, die op dezen man bepaald niet bizonder gevestigd is, zal u dan een alledaagsche oplossing van het vraagstuk toeschijnen.
- Nu, laat toch maar eens hooren.
- Een beminnelijk gastheer mag men niets weigeren. Uw stuurman is uit Zuid-Rusland afkomstig. Hij bezit inderdaad de eigenschappen, die men bij de bevolking van die streek aantreft.
- Precies. Ga voort. Ik zal u tegenhouden als u zich vergist.
- Ik kan me niet vergissen, zei Dick hoofdschuddend, omdat ik alleen zeggen zal wat ik gezien heb.
En langzaam:
- Hij is een nihilist.
Bariatine liet zich een uitroep ontvallen van verbazing, waarop de detective niet scheen te willen letten. Deze vervolgde:
| |
| |
- Een nihilist van de daad. Hij heeft zich laten arresteeren, is tot de mijnen veroordeeld, heeft er een tijd lang in gewerkt en is sedert kort er uit ontslagen. Momenteel is hij u trouw, want hij hoopt door uw invloed verandering van zijn straf in verplichte kolonisatie te verkrijgen. Als een schrandere kerel begrijpt hij dat het leven boven den grond zoeter is dan in de diepten der aarde.
Dick Fann pauzeerde een oogenblik, en zijn helderen blik vervolgens scherp borende in de oogen van zijn verstomden hoorder, want alles was nauwkeurig juist, ging hij voort:
- Ziedaar wat ik weet. Luister nu naar hetgeen ik geloof. Het bevat, zoo ge wilt, een raad. Vertrouw op dat heerschap, zoolang hij nog geen kolonist geworden is. Wees daarna op uw hoede. De haat en de zucht naar vrijheid zijn voor hem twee gelijke en gelijktijdige factoren. Welke van de twee gevoelens de bovenmacht zal houden, is mij onbekend. Is het de vrijheid, dan zal hij ontsnappen uit dit ballingsoord; is het de haat, dan loopt uw leven gevaar, neem u dus in acht.
Bariatine was doodsbleek geworden. Maar het wachthuis was bereikt. Hij verzocht zijn gasten binnen te gaan, en het was alleen na hen in de ruime, met rood dennenhout gelambriseerde zaal te hebben doen aanzitten om de tafel, waarop de samovar stoomde, dat hij met de bevestiging voor den dag kwam:
- Al wat ge gezegd hebt van Ozeff's verleden is volkomen waar. Alleen begrijp ik niet hoe u zich ervan hebt kunnen...
- Verzekeren, wilt u zeggen? En u wenscht ook wel te vernemen hoe ik te werk ben gegaan?
- Dat zou mij zeer aangenaam zijn.
- Het zij verre van mij u dit te weigeren. Ik heb toegekeken en mijn gevolgtrekkingen gemaakt. De zaak is heel eenvoudig. Zie hier. De handen van Ozeff vertoonen de grijs-groene dwarsstrepen van hen die gewoon zijn met kopererts om te gaan, een kruisnet, waarvan de indruk maandenlang aanhoudt na ophouden met het werk. Borenev is een kopenmijn, waarin men hem heeft afgelaten. De mijn recruteert haar personeel enkel uit staatkundig veroordeelden, zooals u mij hebt medegedeeld. Van den anderen kant, naar zijn uiterlijk en opvoeding te oordeelen, is Ozeff - gesproken heeft hij niet, maar zijn houding in het algemeen verraadt het - geen ambtenaar, geen geleerde of man van zaken; hij is een individu uit de onderste lagen der samenleving, een dier onbekende verborgen nihilisten, die tot voetsteun dienen van de boozen, de sluwen, die de ziel zijn van de komplotten, een der armen, die de orders uitvoeren van achter de schermen manoeuvreerende hoofden, welke men nooit te pakken krijgt. Bovendien is mijn laatste twijfel weggevaagd door de tatoeëering op zijn pols.
- Heeft hij een tatoeëermerk? nooit heb ik het opgemerkt! riep de luitenant, tamelijk onthutst.
- Zie er naar in het vervolg. Het is een dolk, omslingerd door de letter N: de leus der politieke vereenigingen van het regeeringsdictrict Perm. Ik tref en heb maling aan de rest. De dolk: ik tref. De N: eerste letter van het woord Nitchevo: het kan me niets schelen; ik geef er niets om.
| |
| |
- Ja, ja, ik begrijp het, het is zonderling. Maar voor de toekomst...?
- Inderdaad, luitenant, u zijt onverzadelijk. Enfin - uw thee is uitstekend, mengsel no. 2 van het hof te Peking, de Zoon des Hemels (de Keizer) alleen drinkt no. 1 -. Ik zal dan aan uw verlangen voldoen. Ozeff, die mij is voorgesteld als stuurman van een luchtzweeftuig, instede van in de mijn te werken, is er dus uit bevrijd. Bevrijd door wien? Door zijn werkgever. Door u.
- Zeer juist.
- Zijn oogen zeggen: Gij zijt goed voor mij geweest, ge zult het nog meer zijn. Bijgevolg een toewijding, zoolang ge nog beter te zijnen aanzien zult handelen, zegge hem tot gedwongen kolonist zult bevorderd hebben. Is dit doel eenmaal bereikt, dan zal hij het buiten u kunnen stellen. Of wel hij zal u beschouwen als een van de koozakken, die in de schatting der nihilisten hun ergste vijanden zijn; ook kan het hem zonneklaar toeschijnen dat een gedeporteerde kolonist ten laatste weinig of niet is blootgesteld aan de waakzaamheid der autoriteiten, bijgevolg alle kans heeft den een of anderen dag de plaat te poetsen. Dit zijn weer twee mogelijkheden die verband houden met hetgeen ik u heb uitgelegd.
Op dezen toon begonnen, werd het gesprek hartelijk en vermakelijk voortgezet.
Dick Fann, door den luitenant en Jean Brot ertoe aangezet, liet zich overhalen een en ander uit zijn detective-loopbaan mede te deelen.
De nacht brak aan. Er werd gedineerd: een louzghi á la Kirghize lokte allen aan.
De loughzi is een ragout van schapenvleesch met boonen en een speciale salade van het land, die eenige overeenkomst heeft met andijvie; een en ander is sterk gekruid met de oranjekleurige peper der Fransche strafkolonie, die Cayenne heet.
Niets wekt zoozeer den eetlust op als een wandelrit op de vochtige vlakten langs het Baikal-meer. Allen aten als wolven.
En toen de reizigers de kamers betrokken, welke door de zorgen van luitenant Bariatine ter hunner beschikking waren gesteld, verklaarde Jean Brot dat hij nimmer zoo overvloedig had ‘geschranst’.
|
|