ik dat met het oogmerk deze analyses aan te vullen, ze recht te trekken of zelfs fouten te corrigeren die erin voorkomen. Deze boeken, of ik er nu in word aangevallen of verdedigd, genegeerd of erkend, putten hun materiaal immers slechts uit één duidelijk feit: het feit dat mijn hele beroepsuitoefening doortrokken is van mijn ideologische engagement. Wanneer men tenslotte al deze boeken achter elkaar legt, doemt er een soort legende uit op die me niet geheel bevredigt. Zeker: die man ben ik ook, het ligt niet in mijn bedoeling dit evidente feit te ontkennen of te vergeten, maar toch zou ik ook een ander licht op deze materie willen laten schijnen, haar omwerken, de nuances blootleggen en witte plekken invullen.
Mijn leven kan immers op twee manieren worden bezien. Men kan zich inderdaad beperken tot deze historische en ideologische dimensie: een man, cineast en activist, sluit zich aan bij een revolutionaire beweging en stelt zich in dienst van hen die voor hun waardigheid en vrijheid strijden. Men kan het echter ook als een roman zien. Een roman voor jongeren. In dat geval zijn het de avonturen van een jonge Hollander die met zijn land breekt en er met zijn camera opuit trekt om de wereld te ontdekken. Voor mij is er geen verschil.
Het avontuur van de jonge Ivens die zich mee laat slepen door zijn enthousiasme, en het politieke engagement van de cineast die zich in dienst stelt van een zaak - het eerste leven met zijn vriendschappen, zijn liefdes, zijn illusies en zijn ontgoochelingen, het tweede dat met zijn films, zijn overtuigingen, zijn zekerheden en zijn twijfels - vormen een ondeelbaar geheel. Dat is, geloof ik, de werkelijke dimensie van mijn leven, de dimensie waarover ik nu wil schrijven en die ik ter lezing wil geven aan al diegenen die zich afvragen hoe de wereld geworden is zoals ze is, die zich vragen stellen over de zin of de onzin van het menselijk handelen en die zoeken naar het antwoord op de vraag of ze moeten zwijgen of het uitschreeuwen, of ze moeten handelen of zich maar liever koest moeten houden, of ze zich strijdbaar op moeten stellen of de toestand moeten aanvaarden zoals hij is.
Het is mogelijk dat mijn leven een voorbeeld is, niet omdat het zo bijzonder voorbeeldig is maar juist omdat het een opeenvolging is van gewone en buitengewone momenten, in de loop waarvan een mens zijn identiteit krijgt in de vorm van zijn ideeën, de keuzen die hij maakt, zijn daden, zijn voorzichtigheid, zijn stilzwijgen, zijn hoop...
Het is waar dat ik zeer dicht in de nabijheid van de geschiedenis