sen de drie ankerpunten Pieter, Forum en de Belzj.
‘Stop eens als je wil,’ zei mijn moeder toen we langs de Sint-Janskerk reden.
‘Even naar pap?’
Ja, ze had het niet durven zeggen om mijn carnaval niet te bederven.
Wat niet durven zeggen?
Het had in De Limburger gestaan, een kort berichtje, dat niet opviel naast de grote foto's van het carnaval. Afgelopen zondag waren grafschenners op het kerkhof bezig geweest. Nou ja, grafschenners - kinderen die stenen hadden omgetrokken. De politie had gezegd: het was het werk van kinderen.
Vroomheid en beschaving tot in de eeuwigheid der dagen.
‘Blijf zitten,’ zei ik. ‘Ik ga wel kijken.’
Maar dat wilde ze niet. Mocht het graf van haar man zijn geschonden, dan hoefde zijn zoon dat niet als eerste te zien.
We liepen het kerkhof op. Het eerste dat opviel, was dat overal scherven van rood aardewerk lagen.
De kinderen hadden ook met bloempotten gegooid.
Maar schade aan de grafstenen... Toch! Daar zagen we een gevelde steen. Achterover, als een argeloze die in de rug is besprongen en gekeeld. Gewoon, uit bloeddorstigheid. Omdat ze zo zijn. Nog steeds zo zijn.
Daar: een doormidden gebroken zerk. Op gesprongen en gedanst, waarschijnlijk.
De weg tonen en de waarheid brengen - wordt dat nog wel eens gedaan?