| |
| |
| |
Hoorspel
Uit de boeken van de vertellende commissaris werden al vrij kort na het verschijnen hoorspelen getrokken. Ook die deden het! Ze werden grif beluisterd en doorgesproken op kantoor en werkplaats, op werf, fabriek of gezellige bijeenkomsten. Die bijzondere belangstelling laat zich verklaren: de uitzendingen boden de gelegenheid misdadigers, zelfs moordenaars, in huis te halen, zonder ze over de vloer te hebben. De ene week een oplichter, de andere week een kwartjesvinder, zakkenroller, fietsendief, ontaarde moeder of meisje, dat niet deugen wou. Een bonte afwisseling van maatschappelijke wanorde en menselijke ellende, van leed, schande en boeiengerammel, van lachen en schelden, van humor en rampzaligheid. De hoorspelen werden knap opgezet en vlot gebracht. Alle lof!
Maar één kans om te amuseren, de luisteraars ontspanning te bieden, werd gemist. Eén gegeven werd niet uitgewerkt, ofschoon het zich welhaast opdringerig aanbood op bladzijde 23 van: ‘De commissaris vertelt’. Misschien werd hetgeen daar wordt beschreven geïgnoreerd, omdat het ditmaal geen misdadigers betrof, maar respectabeler figuren, in het uniform van het gezag. We lezen, hoe de heer Voordewind, toen nog surnumerair, met z'n leermeester, een inspecteur, dienst doet door in de nachtkroegen mee te fuiven en van de kist te raken. De leerling kreeg 'm zwaar om en de inspecteur kon niet meer op z'n benen staan. Of de heren per handwagen aan het bureau werden afgeleverd, vermeldt de geschiedenis niet en kan ons verder koud laten. Fel wordt onze belangstelling als we ons gaan realiseren wat zich op het bureau afspeelde, of had kunnen afspelen. Daar zit een hoorspel in! Dat is de gemiste kans waar we op doelden. We maken daarbij gebruik van andere gegevens, door de commissaris verstrekt, teneinde te frapperen en aan de verdere eisen van een
| |
| |
pakkend hoorspel te voldoen. We geven het geheel in de vorm waarin het behoort te worden ingezonden en spreken de hoop uit, dat een of andere hoorspelafdeling het aanvaardt en in een programma opneemt.
| |
Bonjour, Collega!
Paedagogisch hoorspel
Uit te zenden als de kinderen naar bed zijn
Personen
Lekkerom (inspecteur van politie)
Karbijn (diender)
Een arrestant
Een surnumerair
Plaats der handelingen: een politiebureau in Amsterdam
Het dichtvallen van deuren, het sloffen van voeten, glasgerinkel, etc.
Een arrestant, inspecteur.
Arrestant?... Arrestant... O, ja... Inbraak?... Heterdaadje?
Dat niet, nee... Openbare dronkenschap.
O!... Voor schandaal langs de straat slieren. Mooie boel... Frommel 'm maar in het hok.
Ja, maar ik heb liever, dat u het eerst even bekijkt, hè? Je kan nooit weten.
Natuurlijk, Karbijn. Altijd stipt wezen, hè? Dienst is dienst... Waar hangt die vent uit?
Nog beneden in de wacht, inspecteur...
Goed, breng 'm maar boven dan!
Dat zal niet mooi gaan, mijnheer. Hij kan niet op z'n poten staan.
| |
| |
Ja, dat heb je met die zuiplappen... Enfin breng 'm toch maar boven... Ik, eh... Ik heb er nou geen puf in om me op de trap te wagen... Wat zeg je, Karbijn?!
Ik zeg niks, mijnheer. Ik blijf overal buiten. Als u zegt, dat ik de arrestant hier moet brengen, dan is de kous af.
Halen!
(Het omvallen van een stoel, het gestommel op de trap)
karbijn (tot collega's op de gang):
Ja, merci! Nou red ik het wel alleen. Zo, ik heb 'm in z'n kraag! Kom op!... Vooruit!... Naar binnen!... Dit is ie, inspecteur!
Nou nou... Wat een exemplaar, hè?... Zo, ben je daar, dronkenlor! Schaam ie je niet om in zo'n toestand voor me te verschijnen?! Je kan niet op je poten staan!!!
Wat nou? Ben jij soms ook inspecteur?!
Wou jij zeggen, dat ik onder de invloed ben?! Wat denk je wel, dat ik gedronken heb?!
Kop dicht!! Zie je niet tegen wie je spreekt? Je pet af! (Hij geeft de opgebrachte een tik op z'n schedelpan.) Beetje meer manieren, hè?
Braaf zo, Karbijn. We zullen 'm mores leren... Wie ben je?!
Even verzinnen... Wie ben ik ook weer?!
Wou u me naar huis brengen? Dat wordt niks... Laten we nou verstandig blijven.
Denk er om of ik leg de lat er over!
Wat doe je? En hoe kom je in zo'n liederlijke toestand?!
| |
| |
Ook een vraag! We hebben samen uit hetzelfde flessie gelurkt... Bij tante Toos... Weet je wel?! U en de jongeheer, die daar onder de tafel z'n les ligt te leren. Moet die ook inspecteur worden?!
Wou jij je met de dienst bemoeien? Wou jij beweren, dat wij... Dat ik onbekwaam ben?... Pas op, jij! Wat let me of ik laat je wegens belediging van een ambtenaar in functie vervolgen!
Maak het nou een beetje! We moeten toch mens blijven. Waar of niet? Je hoeft toch niet zo tegen me te briesen. We kunnen het geen van beiden helpen, dat we er zo slecht tegen kunnen.
Wat tegen? Waar heb ie het over, drankwagen?!
Over de kruidenbitter van tante Toos... Ja, ik heb er misschien nog meer op dan jij. Maar daarom kunnen we toch wel amicaal blijven. Zeg nou zelf es?!
karbijn (geeft de arrestant weer een mep):
Een beetje eerbiediger, hè? Weten waar je staat!!
arrestant (maakt een schuiver):
Dat is te zeggen... Sjongejonge, het is raak geweest... Toch wel gezellig bij tante Toos. Dat knulletje daar onder de tafel... Enfin, ik zeg maar zo...
Jij hebt hier niks te zeggen! Versta je dat!! Jij hebt maar te zorgen, dat je niet bezopen langs de straat sliert (Inspecteur valt om met z'n stoel.) Karbijn, help me es even!
De stank van die vent z'n adem maakt me duizelig... Ja, dank je. Ik zit!
En hoe? Knappe jongen, die jou wipt, hè?
| |
| |
Ik bedoel wat ik zeg, hè? Jij hebt altijd vier poten meer dan ik of een ander. We zijn allemaal klanten van tante Toos, maar...
Goed zo! Hou je promotie in de gaten, jongen! De baas zit al, begrijp ie? En...
En jou, zuiplap, jij gaat op de bon wegens openbare dronkenschap. Je staat te zwaaien op je stelten.
En hoe zijn jullie dan naar het bureau geklauterd? Jij en dat groentje daar onder de tafel?
Dat gaat jou niet aan. Dat is mijn leerling!
O, neem me niet kwalijk... Hij is zo ongeveer schijndood. Die krijgt het vak wel onder de knie.
Ik ben het beu met die zatlap, Karbijn!!
Zal ik 'm een kink verkopen, mijnheer?!
Hoho! Niet te fel! Je wordt toch wel brigges!
Staat u me toe, inspecteur?
Ogenblikkie, Karbijn... De arrestant eerst even mededelen, dat openbare dronkenschap strafbaar is.
Mooi! Dan hebben we allebei een bekeuring tegoed, hè? Dat knulletje daar laten we er buiten...
(Karbijn geeft arrestant een trap in de lenden.)
Poten thuishouwen, hè? (Hij staat terug.)
Zal ik 'm maar van de trap mieteren, inspecteur?
Ja, dat is hier zo'n beetje de gewoonte, niet?... Kijk het voor alle sekuriteit eerst even na op bladzijde zoveel van de gedenkschriften... Klopt het?!
Dan zijn we gedekt. We houden ons aan de traditie...
| |
| |
Ja, toe maar. We zijn verantwoord. Het gewone doen dan maar.
Woue jullie me van de trappen mikken?!
Ja, we zullen je deze keer nog zachtzinnig behandelen. Maar als je het lef hebt om weer bezopen op het bureau te komen, gaan we het es uit de dakgoot met je proberen!
Uit de dakgoot!? Dat redden we niet! Wat zal tante Toos opkijken als ze hoort dat we een doodsmak maakten. Twee van d'r beste klanten... Twee lijkies! Eén in civiel en één in uniform. U zal ook geen mooie dooie wezen!
Geef 'm een zetje, Karbijn!
(Het bonkeren op de trap als van iemand, die van de trappen wordt gesmeten.)
surnumerair (opschrikkend uit z'n roes):
Onweert het zo, inspecteur?!
Nee, maak je geen kopzorg... Je kan weer rustig onder de tafel kruipen om je roes en je dienst uit te ronken...
Geen maren! Ik ben je leermeester en ik maak van jou een politieman... Laat het maar aan mij over.
(Er wordt geklopt.)
We hebben die dronkendroppie opgeborgen, inspecteur... Gat in z'n kop en een stel gekneusde ribben. Hoe komt ie daar aan?
Hoe ie daar aan komt?... Ja, Karbijn, ik voel me nou niet helemaal kapabel, hè?... Gat in z'n kop en gekneusde ribben... Morgenochtend, Karbijn.
| |
| |
Morgenochtend maar es verzinnen hoe die vent zo toegetakeld op het bureau kwam... Heb jij een idee?
Komt wel in orde, mijnheer.
Prima! Met jou kan ik uit vissen gaan...
Van vissen gesproken... Hoe kom ik aan een zure haring?!
Bij tante Toos, mijnheer.
Bij tante Toos... Ja, goed! Halen!... Maar zorgen dat je niet bezopen wordt, hoor Karbijn. Dat kan ik hier niet hebben. Met dronken dienders maken we korte metten.
Nee, kom nog es even hier!... Haring met een uitje... Wat zeg ik?
Haring met een uitje, inspecteur.
Maak er maar twee van. De surnumerair heeft ook de hele nacht dienst gehad, hè?... Ja, die kan er nog niet goed tegen. Ze vergen teveel van ons... Is dat die kerel in het hok, die zo ligt te brullen?
Ja, mijnheer. Kan u nagaan. Die ligt te verrekken van de...
Zeggen dat ie bedaren moet!... En dan naar tante Toos. Twee haringen. Met een uitje!... En geen borreltjes, hoor!
Geen borreltjes, anders wordt het hier een zuipschuit. (Hij valt weer van z'n stoel.) Altijd het goeie voorbeeld geven!
|
|