Passiviteit, pacificatie en verzuiling in de Belgische politiek
(1970)–Luc Huyse– Auteursrechtelijk beschermdEen sociologische studie
Luc Huyse, Passiviteit, pacificatie en verzuiling in de Belgische politiek. Een sociologische studie. Standaard Wetenschappelijke Uitgeverij, Antwerpen / Utrecht 1970.
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 2819 B 23
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Passiviteit, pacificatie en verzuiling in de Belgische politiek. Een sociologische studie van Luc Huyse uit 1970.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. VIII, 12, 48, 250 en 268) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
passiviteit, pacificatie en verzuiling in de belgische politiek
[pagina III]
PASSIVITEIT, PACIFICATIE EN VERZUILING IN DE BELGISCHE POLITIEK
een sociologische studie
LUCIEN HUYSE
doctor in de politieke en sociale wetenschappen
1970
STANDAARD WETENSCHAPPELIJKE UITGEVERIJ
antwerpen/utrecht
[pagina IV]
Omslag ontwerp: Mark Leytens
© N.V. Scriptoria, Antwerpen, 1970.
Verantwoordelijke uitgever: N.V. Scriptoria, Belgiëlei 147 Antwerpen.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever
No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher
Wettelijk Depot: D/1970/0469/34
ISBN 90 02 11337 4
[pagina V]
Inhoudsopgave
1 | INLEIDENDE BESCHOUWINGEN |
13 | PROLOOG |
14 | Paragraaf 1. Naoorlogse pijnpunten in de Belgische democratie. Het standpunt van politici en politieke waarnemers |
22 | Paragraaf 2. De politieke passiviteit in België. Twee hypothesen |
49 | HOOFDSTUK 1. DE PASSIEVE STAATSBURGER IN SOCIOLOGISCH PERSPECTIEF |
51 | Paragraaf 1. De bekommernis om de democratie als inspiratie |
56 | A. Een onbewuste hantering van het directe democratiemodel |
61 | B. De ‘stabiele democratie’ als sociologisch werkmodel |
82 | C. Een evaluatie |
84 | Paragraaf 2. De politieke passiviteit in een bredere context geplaatst |
85 | A. De politieke passiviteit, een eigentijds verschijnsel |
99 | B. De politieke passiviteit beschouwd als een continue kentrek van een bepaald democratietype |
103 | HOOFDSTUK 2. VERZUILDHEID, PASSIVITEIT EN HET FUNCTIONEREN VAN DE POLITIEKE DEMOCRATIE |
104 | Paragraaf 1. Samenvallende lidmaatschappen, politieke passiviteit en de stabiliteit van de democratie |
114 | Paragraaf 2. Culturele heterogeniteit, verzuildheid en de werking van de politieke democratie: twee typologieën |
115 | A. Over de classificaties van politieke stelsels |
118 | B. Lipsets typologie van democratiestelsels |
131 | C. Almonds typologie van democratiestelsels |
135 | D. Een evaluatie |
[pagina VI]
137 | Paragraaf 3. Cohesie en conflict in een verzuilde democratie: de visie der Nederlandse sociologen |
139 | A. Vóór 1960 hoofdzakelijk structuuranalyse |
145 | B. In een tweede fase meer aandacht voor de functies van de verzuildheid |
148 | Paragraaf 4. Verzuildheid, conflict en conflictbehandeling: een politiek-sociologische synthese |
149 | A. Structurele verzuildheid: een belangrijke nuancering |
153 | B. Verzuildheid als type van conflictregeling |
153 | I. De politieke infrastructuur in het verzuilde democratietype |
155 | II. De politieke spelregels in de verzuilde democratie |
157 | III. De positie van de staatsburger in de verzuilde democratie |
159 | IV. Risico's |
161 | HOOFDSTUK 3. DE PACIFICATIEDEMOCRATIE: EEN TYPE VAN POLITIEKE CONFLICTREGELING IN EEN VERZUILDE SAMENLEVING. |
163 | A. Politieke eigenschappen van de pacificatiedemocratie |
164 | I. Verzuildheid aan de basis |
164 | II. Overkoepelende contacten op het niveau van de politieke elites |
168 | III. Politieke passiviteit, trouw aan de leiders en cohesie binnen de ‘blokken’ |
171 | B. De risico's van de pacificatiedemocratie |
173 | C. Waaraan dankt de pacificatiedemocratie haar bestaansmogelijkheid en stabiliteit? |
173 | I. Oorzakelijke factoren |
179 | II. Bijkomende gunstige omstandigheden |
181 | D. Het type van de pacificatiedemocratie: politieke passiviteit en verzuildheid in relatie gebracht |
[pagina VII]
183 | HOOFDSTUK 4. BELGIE TUSSEN 1944 EN 1961: EEN PACIFICATIEDEMOCRATIE? |
185 | Paragraaf 1. De stabiliteit van de Belgische democratie in de periode 1944-1961 |
189 | Paragraaf 2. Verzuildheid in België |
189 | A. Literatuuroverzicht |
208 | B. Enkele empirische aanduidingen |
222 | Paragraaf 3. De politieke elites en de pacificatiepolitiek |
224 | A. De voornaamste spelregels in de Belgische politiek |
232 | B. De pragmatische elite |
237 | Paragraaf 4. De rolverdeling tussen politici en burgers |
238 | A. Ruime autonomie voor de pragmatische elite |
244 | B. De lijdzame burger |
247 | Paragraaf 5. De schaduwkanten van de pacificatiepolitiek |
251 | EPILOOG |
253 | GERAADPLEEGDE WERKEN |