Onverwerkt verleden
(1991)–Steven Dhondt, Luc Huyse– Auteursrechtelijk beschermdCollaboratie en repressie in België, 1942-1952
[pagina 55]
| |
Deel 2
| |
[pagina 57]
| |
Elke periodisering draagt in zich iets van willekeur, want ze is afhankelijk van de criteria die voor het uitzetten van bakens worden gebruikt. Dat de ‘Londense’ regering als een eerste en aparte episode is genomen zal wel niemand verwonderen. Even vanzelfsprekend lijkt het om de regeringen-Pierlot (september 1944-februari 1945) en het eerste kabinet-Van Acker (februari 1945-augustus 1945) als één temporeel geheel te behandelen. Het gaat hier om regeringen van nationale unie. Een volgende fase loopt van augustus 1945 tot februari 1947. Wat men toen de linkerzijde noemde was aan de macht, de katholieke partij zat in de oppositie. Bovendien is het een tijd van grote tegenstellingen, ook op het stuk van de repressie. Wat moeilijker ligt het voor de periode maart 1947-december 1952. Eerst is er een rooms-rode coalitie (met herstel van het streven naar consensus), dan een overgangsregering van christen-democraten en liberalen, en ten slotte de homogene cvp-regeringen (met opnieuw polarisatie tussen links en rechts). Toch zijn er redenen om ook deze tijd als één episode te beschouwen. Wat zich van begin 1947 tot eind 1952 op het vlak van de repressie afspeelt vertoont immers een grote homogeniteit: zes jaar lang is de politieke klasse op zoek geweest naar maatregelen die de behandeling van de collaborateurs een meer redelijke en meer billijke grondslag moesten geven. |
|