Journaal van 21 october 1688 tot 2 september 1696. Eerste deel
(1876)–Constantijn Huygens jr.– Auteursrechtvrij
[pagina 453]
| |
Julius.1 Sond.Smergens quamen brieven uyt Engelandt, en tijdingh, dat Ballimore, niet veer van Athlone, sich aen Hr van Ginckel had overgegeven, op discretie, dat hij deghene, die op een fortje daerbij commandeerde en heel weynigh volck hebbende, evenwel op de onse geschoten en̅ twee dootgeschoten hadde, had doen ophangen. 's Gravemoer had aen sijn vrienden te Londen geschreven, dat vrij souden wedden, dat voor het eynde van Jun. Athlone soude over wesen. Naer de middagh waeren de twee Chaplaines, Burch en dr Wickard, met Menard en Saumaise bij mij, en droncken twee bouteilles vin d'Ay en eene met Cherry-sack. Begonden op 't ende te haspelen over de sentimenten van̅ Engelsche Theologanten, conform met die van̅ Arminianen, over de conduitte van Jacquelot en̅ eenen Bernard etc. Naer den eten gingh wat wandelen in̅ stadt, die heel gedestrueert er uyt siet, en̅ door haer hoochten en leeghtens en̅ quaede straten seer ongemacklijck is. Savonts wierd een groote partij uytgecommandt. Ireton vertelde aen tafel dat een schilder te Londen ...............Ga naar voetnoot1) | |
2 Maand.Smergens reed de Con. uyt, en quam tot dicht bij Fleurus; quam tegen de middagh weder thuys. Was naemiddagh bij de Con. 2 mael. Naermidd. wandelde wat met Caeuw, niet ver van 't Hoff. Savonts was de Baron de Görtz bij mij, en seyde, dat de tijdingh van̅ desordres te Constantinopolen continueerde, en̅ dat de Turcken de vrede begeerden, soo wel als de Keyser, en̅ dat alsoo apparent volgen soude. | |
[pagina 454]
| |
Naer̅ eten gaf mij een brief uyt te schrijven aen̅ Graef van Windisgratz, daer in seght, dat de tijdinghe van̅ desordres van Constantinopolen met groote vreughde gehoort had; dat hoopte, men sich van die occasie soude dienen, om vrede met de Porte te maecken, sonder dewelcke het onmogelijck was, langher den oorlogh tegen Vranckrijck te continueren, en̅ dat hem versocht daertoe te contribueren. Naerm. was joff. Tondi bij mij, afscheydt nemende, en sullende sanderen daeghs smergens naer Maestricht vertrecken, de Fiscael haer belooft hebbende binnen 5 of 6 weken te Maestricht te komen, en̅ haer dan aen justitie te helpen. Daernaer quam de wagemr Kip mij langh ophouden met sijn talmachtighe praet. | |
4 Woensd.Kreegh een brief van broer Lodewijck, daerin in 't eynde seght, dat hoe langher hoe slechter werdt; dat niet en gaet als met moeyte, en̅ dat de stem hem self begint te manqueren; dat het alles naer het ende gaet, en dat hij sijn leven moede werdt. Was bij de Con., maer teeckende niet als een̅ brief voor 't Regimt van Tysenhausen, waervan het geldt te Haerlem gearresteert was, omdat uyt Overijssel komende, quade munt was. | |
5 Donderd.Smergens was Wickart bij mij, over een saeck van pardon voor eenen Croiset, daer hij seer ijverigh in was. Daernaer Caeuw, talmende over sijn questien met Mornau. Naermidd. was bij de Coningh, die veele actens teeckende. Wierd al weder gewaer dat een swaeren aedem hadde. De Con. schreef aen̅ Cheurfurst van Brandenb., hem bedanckende over de ordres, aen Flemmingh gegeven, om met sijn trouppen bij ons te blijven, en sich refererende tot sijn rapport aengaende de desseynen van̅ campagne. Aen tafel wierd verhaelt, dat de Primo Visier met de | |
[pagina 455]
| |
Grooten Heer naer Adrianopolen geretireert zijnde, aen onsen Residt Coljer hadde geseght, dat, soo hij een suffisant pouvoir hadde, de vrede in 24 ueren konde gemaeckt werden. Savonts ten 7 ueren de Con. uyt zijnde, gingh met Menard en Caeuw bij Saumaise in sijn tent, en droncken een fles vin de Champagne, dat mij de volgende nacht heet en ongemackelijck maeckte. Saumaise seyde, dat 12 of 13 jaeren geleden het heele plaetsje van Gemblours afgebrandt was, den brandt uyt een backers huys ontstaen zijnde. | |
6 Vrijd.De Con. schreef aen̅ Veldmaerschalck Gnael Flemming, dat de artillerye, nu veerdigh wesende om de Maes opwaerts gevoert te konnen werden, hij hem versocht sijne trouppes te assembleren op het spoedighste, ter plaetse daer men geconvenieert was. Item een ordre aen̅ Commis Wüsten te Maestricht, om aen .......Ga naar voetnoot1) te laten volgen de vier mortieren, aldaer zijnde, met de toehoorighe bomben. Van Hill kreegh de pis op sijn lijff, die een monnick dicht bij mijn camer uyt de venster goot, en̅ maeckte hem dicht uyt, eerst van beneden, en̅ naermiddagh noch naer boven bij hem gaende. Keppel, de groome, vertelde mij savonts, dat mrs Villars, die onlanghs aen̅ Lord Obreyan getrouwt was, nu binnen 6 weecken most in̅ kraem komen, en̅ dat, consterende dat het van die Lord niet konde wesen, en̅ de Coningin sich op de saeck informerende, sij eyndelijck bekent hadde, dat het den oudtsten mr. Boyle was, die haer het kindt gemaeckt hadde. Savonts wandelde wat met Saumaise door het campement. Hij seyde mij, dat de Baron de Riedesel in Yrland geck geworden was, en eenighe questie opgevat hebbende tegens | |
[pagina 456]
| |
mr de Ruvigny, daer oock dienende, met een pistool hem meende te doorschieten, maer dat die op̅ pan geketst hadde. | |
7 Saterd.De Con. was smergens uyt ten ½9en. Naermidd. was in̅ voorbereydingh van 't Avondtmael. Daernae wandelde met Caenw, en droncken op mijn camer van een fles Champagne, die hij had laten baelen. 2 of 3 weecken geleden, had de Lt Cor. Graham eerst aen de Wilde, later aen mij gewaerschouwt, dat Mylord Marlebourough aen Cor. Ramsey geseght hadde, dat de actes voor̅ Engelsche Regimenten, in dienst van̅ Staet zijnde, moesten gedepescheert werden bij Myl. Sidney en̅ niet bij mij, en̅ dat de Con. het soo goedt vondt; maer nu eenighe daghen geleden hoorde van de Wilde, dat de Con. weder geseght had, dat door mij mosten gedaen werden, en̅ dat, soo hij het soo geseght hadde, hij qualijck geseght hadde, en̅ dat hij 't selve aen Marleborough voorz., die hem gevraeght had of hij S.M. dan qualijck daerop verstaen hadde, geconfirmeert hadde. De Wilde seyde, dat de Graef van Solms daer veel goedt in gedaen hadde. Savonts was Hutton noch bij mij. Hadde niets. | |
9 Maend.Kreegh een brief en eenigh goedt, en een pakje met de post van mijn vrouw. De Con. schreef aen̅ Prins van Heydersheim, Grand Prieur d'Allemagne, dat vertrouwde, hij volgens concert ordre soude gegeven hebben aen̅ Cheur-Palsche trouppen, gecommandt door̅ Lt Gn̅ael d'Auteuil, om te conjungeren met de Brandenburgsche en̅ Hessische, dat hem nu versocht aen d'Auteuil te lasten, ingeval men resolveren | |
[pagina 457]
| |
soude een plaets op̅ Maes of aen overzijde te attacqueren, hij daer mede concurreren wilde. Mijn vrouw schreef, dat broer Christiaen de jicht had. | |
10. Dinsd.De Wilde seyde mij, dat een Fransman gevangen was, die desseyn gehadt hadde om de Koningh te vermoorden, en afgesonden was van mr de Boufflers; dat hij ten eersten alles had bekent, oock aen̅ Prins van Nassau Zarbruck, maer nu hem wilde houden of geck was. Was smergens bij de Con., die veel actens en sauvegardes teeckende, maer niet heel wel gesindt wesende, en siende Kien inkomen met noch een deel papieren, daer oock noch een sauvegarde onder was, seyde: ‘Wat, noch al sauvegardes? Ick wouw dat de duyvel de sauvegardes haelde, de luy en hebben daer doch geen goedt van, en̅ ick ben daer soo mede .....’Ga naar voetnoot1). Ick seyde niets. Naermidd. was weder bij hem. Hij schickte voor̅ middach de papieren in sijne kasjes, dat een teecken van vertreck plach te wesen. | |
12 Donderd.Voor den eten was de Graef van Hoorn bij mij, pratende langh. Seyde, dat hij geloofde dat Palm aen 't verraedt van Sluys vast was, soo seker als daer een Godt was, en in allen gevalle het geweten hadde; dat in̅ tijdt als de Franschen Bommel verlieten, ao 1673, hij een vrouw daer van 't landt, die hij voor een spion van te voren gevangen gehadt en gepijnighd had, sonder dat sij bekende, weder had doen attrapperen, en̅ dat sij, op een schip bewaert werdende, haer tijdt waernemende, in̅ Wael sprongh en tot aen landt swom. | |
[pagina 458]
| |
Was smergens bij de Con., die mij te doen gaf en̅ van selfs 6 a 7 sauvegardes teeckende, die sij in sijn camer geleght hadden, en̅ dat sonder iets te seggen of te kijven. Poultney seyde, dat hij vier kinderen had, 3 sonen en 1 dochter, en dat hij in Vranckrijck getrouwt was, maer met een Engelsche vrouw. De Wilde seyde, dat daer ordre savonts te voren gegeven was, om voor 3 daghen te fourageren; geen teecken van vertreck. Gr. Hoorn seyde oock, dat de Fransman, die men seyde dat de Con. had willen ombrenghen, en̅ nu weder ontkende al 't gheen hij ons eerst bekent hadde, oock geseght had, dat hij een brief van ......Ga naar voetnoot1) aen̅ Prins van Nassau Zarbruck gebracht hadde. Naermidd. was bij de Con., die onder anderen 6 sauvegardes teeckende, en mij belast om een caertboeck voor hem naer Amsterdam te schrijven. Dr Burch seyde mij savonts, dat de Con. brieven had, dat de Turcken gesonden hadden aen̅ Keyser, presenterende de vrede te maecken, en̅ gevende genoeghsaem carte-blanche, en̅ dat de Prins Louis van Baden stondt om te vertrecken, tot het maecken van een tractaet. | |
13 Vrijd.Smergens was Baersenburg bij mij een tijdt langh. Seyde, dat een half uer van Gemblours een clooster was van nonnen, daer hij met Isac en Hulst geweest was, en wel getracteert geworden; dat daer een non was, dat Isax maitres was, maer niet seer fraey; dat de naem van 't clooster Argenton was; dat hij deser daghe gesien had, dat Montpouillan savonts naer sijn manier op de jacht gaende, twee dieren in̅ keucken werckende, geroepen had, om met hem te gaen, seggende, dat haer in een fraeye camer soude brenghen; dat sij gegaen waeren en̅ dat men haer | |
[pagina 459]
| |
een tijdtlangh daernae weder uytkomende, hij aen̅ eene een ducaton en̅ aen̅ andere een halve gegeven had; de leste was een meyd, die onder mijn vensters altijdt het gereedschap van̅ keuken waschte en̅ 't kleyne werck deed, en̅ dat de andere van̅ ducaton tegen haer geseght hadde: hij heeft jouw niet eens gevoelt. Naermiddagh waeren de twee Chaplains en Menard bij mij en droncken een fles vin de champagne en̅ een palmwijn, daer nae tot den doncker toe wandelende. Kreeg een brief van mijn vrouw en̅ een packje met noch eenigh goedt. Sij schreef dat Dorp sijn vrouw te Londen van twee sonen in̅ kraem gekomen was, dat joff. Golstein schreef dat daer over in huys sulcken vreught was of daer twee jonghe Princen geboren waeren. | |
14 Saterd.Voor̅ middagh was een van̅ monnicken van Gemblours bij mij over een sauvegarde; seyde dat de abdye in̅ tijdt van Charlemagne gefondeert was door een Prince d'Austrasie; dat den abt de eerste plaets hadde in̅ Nobles (en̅ niet in̅ Geestelijckheit) van Brabant. Dat sij een considerabele bibliotheeck gehadt hadden, daer fraeye manuscripten etc. in waeren, maer door den brandt over 13 jaer verloren hadden. Dat de jesuiten haer bibliotheecq schrickelijck gepilleert hadden, en̅ self het heele Convent aen d'ordre van St. Benoist meenden afhandigh te maecken, op pretext dat daer niet religieusen genoegh en waeren om den kerckendienst waer te nemen, en dat deselve jesuiten niet welkom bij haer waeren. Savonts kreegh noch eenigh goedt, lynwaet etc. uyt den Haegh met boden die wel 10 à 12 daghen te Brussel gewacht hadden naer convoy. De Con. teeckende eer dat uyt gingh tegen den avont. | |
[pagina 460]
| |
Scarbourrough, Myl. Hide, Myl. Essex, Cor. Dedem, Hr van Hagendoorn, jonghe Ouwerkerck, Ireton. De Con. quam savonts over thienen eerst thuys. Was een seer heeten dagh. Desen en̅ de voorgaende dagh seyde men voor seker, dat de Franschen, op 't aenkomen van de Prins Eugenio van Savoyen om̅ Con. te ontsetten, de belegering opgebroken hadden en̅ haer canon met haer siecken verlaten. Was naerm. bij de Con., die mij deed schrijven aen̅ Keurvorst Paltz, hem versoeckende sijne trouppen met den eersten bij die van̅ Geallieerden te doen voeghen. | |
16 Maend.Was naer̅ midd. bij de Con., die om de hitte in een witte gestikte slaepmuts sat en schreef; deed mij schrijven aen̅ Graef v. Windesgratz, dat de declaratie van̅ Keurvorst van Trier om in̅ groote alliantie tegens Vranckrijck te komen, approbeerde. Naer mij gaf de Con. audientie aen een envoyé van̅ Keurvorst van Saxen. Sydney seyde, dat er voormidd. tijdingh gekomen was, dat de Prins Eugenius van Savoyen, de Franschen, soo als van Coni waeren afgetrocken, hadde geattaqueert, 3000 ter neder gemaeckt en alle haer bagagie genomen haddeGa naar voetnoot1). Desen dagh en gisteren tegen den avondt had pijn in̅ ball van mijn rechter voet, wat naer de jicht gelijckende, sonder dat nochtans aen mijn gaen gemerckt wierd; maer verminderde tegens den avondt. | |
[pagina 461]
| |
Savonts in̅ koelte, de hitte noch duerende, wandelde op̅ camp bij de Garde du Corps, daer met Saumaise en̅ de l'Estang praete, en een fles cyder met haer en̅ Menard, die daer mede quam, dronck. | |
19 Dond.Smergens was Markett bij mij. Seyde dat er een groote verwijderingh was in de societeyten en̅ veel quaed gesproken wierd van̅ Sterrenburgen, zedert dat werck van̅ koets, die in 't koetshuys aen stucken gesneden was; dat de moeder daer meest oorsaeck van was en̅ van soo een groote faciliteit ten regarde van haere dochters conduitte, dat hij geloofde dat sij, haer reken. daerbij vindende, haer met ymant warmtiens soude toedecken - v. den volgenden dagh. Tegen den avondt wierd de orde gegeven om sanderen daegs smergens te marcheren, de Con. sullende logeren te Flerus, daer de Pr. v. Waldeck het voorledene jaer was geslagen geweest. Soo packte tegen den avondt mijn goet. | |
20 Vrijd.Marcheerden smergens vroegh van Giblours naer Flerus, omtrent 7 quartier uers van een leggende. Savonts te voren was daer een groot onweer van windt, regen, donder en blixem, dat ons seer wel te pas quam tegen het groote stoff. Het land, daer passeerden, was seer aerdigh en̅ schilderachtigh, met heuvelen en dalen en plantagie, en dese mergen was het fraey koel. Sidney seyde mergens dat daer tijdinghe was dat de Smyrnasche vloot in Yrlandt ingeloopen was. Dat de Franschen dezelve naegejaecht hadden, en̅ weder van onse gecombineerde vloot vervolght waeren geweest. Dat daer | |
[pagina 462]
| |
geruchten en tijdingen waeren van Amsterdam, dat daer eenigh engagement tusschen die vloten was geweest, maer dat de Franschen maer van verre geschoten hadden. Savonts quam order, die nochthans soo veel en langh als mogel. gesecreteert wierd, dat men 's nachts ten 1 ueren marcheren souden en dat de bagage (te weten de wagens) van 't Hoff marcheren souden nae het canon, waeruyt men dan rekende dat den volgenden avondt niet in 't quartier souden konnen wesen. | |
21 Saterd.De Coningh vertrock snachts voor desen dagh ten 1 ueren, ick ten 3 ueren, hebbende mijn eene matras, in plaets van op de carr, op een bastpeerd doen laden; 2 ueren weeghs gemarcheert hebbende quam aen̅ Sambre bij Montigny en .........Ga naar voetnoot1), daer 't verleden jaer de Prins van Waldeck geweest was en̅ van̅ Franschen gecanonneert wierd. Hier was de Con. en̅ sagh de avantgarde over de Sambre marcheren, over 2 brugghen van Blicke Ponten gemaeckt; daernae marcheerde over en had ick moeyte om over de brugh te komen door 't groote gedrangh van menschen, wagens en̅ handt-peerden. Aen overzijde reedt met de Con. op een hooge bergh, daer een boomtie op staet, en̅ van waer de vijandt als voors. 't verledene jaer gecanonneert hadden. Hier was een seer schoon gesicht en konde men Charleroy (de leeghe stadt die aen̅ Sambre leght) gemackelijck sien, zijnde omtrent 3 quartier uers van daer. De Coningh voort rijdende aeten en droncken wat, dat mr Gray ons gaf, Kien oock een fless clairet gevende. Reed daernae voort naer 't quartier te Perpines, een kleyn plaetsje, maer daer beter huysen waeren als te Flerus, leght hoogh en̅ leegh in een seer plaisante situatie; wierd geseght 1½ uer van̅ Montigny te legghen, maer dacht mij meer als twee ueren te wesen. In de marsche van̅ Con. afgegaen zijnde om vroegh in 't quartier te ko- | |
[pagina 463]
| |
men, raeckte allengsjes bij een deel ruyterye, die de avantgarde had en̅ die de Brigadier de Hubert commandeerde, en̅ lang bij deselve gewacht hebbende om het hooftquartier te weten, daerover men seyde dat de Con. noch niet geresolveert hadde, was het drye ueren eer daer in raeckte. Gingh kort daeraen te bedt leggen tot 7 ueren toe, hebbende over de 9 ueren te peerd geseten sonder eten, als met mr Gray. | |
22 Sond.De wagens quamen eerst smergens ten 7 ueren, wanneer de Con. uyt reed, op de tijding van dat de vijandt daeghs te voren smergens ten 11 ueren gemarcheert was en de Sambre mede gepasseert en̅ dese mergen vroegh te Florenne gekomen was, en̅ daer achter een beeck lagh om ons te beletten van naer Dinant te konnen avanceren. Praete naermidd. met den Edelman, tot wiens de Con. logeerde. Seyde dat het landt daer voll minen van ijser en̅ van kolen was, dat de luyden, daerin traffiquerende, in ydereen's grondt mochten komen, deselve opgraven en̅ bewercken, mits gevende aen̅ eygenaer een thiende van dat uytgroeven, maer dat 10 voet mosten van̅ huysen af blijven en̅ de grondt, naer dat met graven gedaen hadde weer effen maecken. Dat daer te lande oock vele fontijnen van minerale wateren waeren, en̅ special in een dorp Doré genoemt, daer die deselve kracht en̅ smaeck van 't Spaewater hadden. De vrouwen zijn hier, gelijk omtrent Flerus, mager en̅ de meeste part swartachtigh, anders niet lelijck, als jongh zijn, en hebben een fijne aengename stem. Smergens begon daer brandt in een schoorsteen van 't huys daer̅ Hr van Noortwijck logeerde, die met een heessche stem geweldigh vloekte en̅ aenging; maer wierd ras geblust. Een Edelman van 't landt met ons etende, seyde dat sijn broer de Franschen daegs te voren hebbende sien over de Sambre gaen, hem geseght hadde, dat sij 43/m man sterck waeren, maer dat daernaer een detachement gedaen hadden. | |
[pagina 464]
| |
Savonts omtrent half thien, soo wij aen iafel saten, quam Golsteyn uyt Yrlandt over Engelandt, brengende brieven van̅ Hr van̅ Ginkel, en vertelde dat op̅ .. deses ons volk te Athlone de helft van̅ stadt, over de Skanon leggende, met in̅ 40 stucken canon beschoten hebbende, als de mueren en̅ defenses daervan hadden geraseert en̅ daerop de stadt stormenderhandt ingenomen, en alles, behalven de kinderen, hadden ter neer gemaeckt, St. Ruth met het Yrsche leger nochthans daer achter staende, die de Hr van Ginckel stondt om te vervolgen, doe hij vertrock. Tegen den avondt was noch wandelen langs het beeckjen of riviertje, door 't quartier van de Graef van Solms, die, men mij savonts seyde, ............Ga naar voetnoot1). | |
23 Maend.Was naermidd. tweemael bij de Con., die onder anderen in̅ 20 sauvegardes teekende. De tweede reys was de Prins van Waldec bij hem en vraegde hij hem, dewijl ick een brief toe deed, maer waer sullen wij met de bagagie blijven? men magh se naer Charleroy senden. Seyde daer naer iets van de soetelaers bij ons te houden, en dat de bagage een schricklijck embarras was. Eens uytgegaen zijn̅ en weder inkomende, soo als de Con. teeckende, vraeghde hem of mijn carretie niet wel bij mij mocht houden of de bagagie wegh gesonden wierd, daerop hij iets binnensmonts antwoorde, maer docht mij dat hij seyde jae, jae, vraegende daerop of geen chevaux de bast en hadde, met een vrindelijck aensicht; seyde jae, twee, maer dat die voor tenten en̅ soo niet wel konden dienen. Savonts wierden 3 salvos met het canon en musquetten geschoten over 't veroveren van Athlone. Savonts wierd bij de order uytgegeven, dat men sich soude gereet houden omme voort te konnen marcheren, maer geen tijdt vast gestelt. | |
[pagina 465]
| |
De Con. teeckende de sententie van eenen Norman, genaemt Crespen, om met een gloeyende priem door sijn tongh geboort en̅ dan gehangen te werden; was die onlanghs gevangen genomen was en̅ geseght had, dat van Blouflers gesonden was om de Con. te vermoorden, dat oock twee brieven aen̅ Pr. van Nassau Zarbruck en̅ aen Gastanaga medegebracht om hem daerin te assisteren; maer dat alles ontkende hij daernaer weder in de torture, die de Griffier van̅ Crychsraedt Du Val seyde dat hem seer scherp gegeven was en̅ die hij wel hadde doorgestaen; komende nochtans eyndelijck daertoe, dat hij seyde een aboperté (sic) hier te voren gedaen te hebben avec une cavalle, en̅ dat hij uyt remors van dat hem selven in handen van̅ Justitie gegeven hadde. | |
24 Dynsd.De Coningh reed smergens vroegh uyt om de situatie van des vijandts leger te recognosceren, en bleef den ganschen dagh uyt, rijdende op en̅ neder, maer vondt de passages en̅ de defilés soo fascheux, dat, soo men seyde, geen middel was om de vijandt daer te konnen attacqueren. Tegen de middach begon het te regenen, en continueerde soo voorts den heelen dagh. Savonts quam geen order om te marcheren, maer om voor dry daghen te fourageren. | |
25 Woensd.Geldermalsem smergens bij mij wesende als mij kleede, seyde dat de Coningh savonts te voren, komende van het recognoseeren, drommels chagrin en̅ qual. gesint geweest was. Smiddaghs seyde Poultney, Secretaris van Sidney, mij, dat daer brieven van Eckart waeren van Brussel, seggende dat hij brieven had van Valencijn en̅ van Doornick, dat de twee vloten op de hoochte van Bourdeaux aen malkanderen geweest waeren en̅ dat seer veel schepen van̅ vijandt genomen en̅ gesonken waeren, maer dat de Con. niet en scheen daer seer groote reflexie op te maecken. | |
[pagina 466]
| |
Voor- en naermidd. was bij de Con. Was weder seer heet weder. Naermiddagh was Golstein bij mij en̅ dronck met hem een fles vin de champagne met water, zijnde seer dorstigh. De Con. liet mij halen en sondt een expresse met een brieff aen̅ R. Pensionaris. Praete daernae een tijdt langh met van Loon, dicht bij mij logerende, en̅ Baersenburgh, die daer oock was. Brieven uyt Engel. brachten mede van de vloten, die men niet en wist waer sij waeren, en̅ seyde Poultney savonts dat men bekommert was voor̅ Smirnasche vloot, die te Kingsale niet aengekomen was, soo als men geseght hadde, en seyde hij dat, indien een ongeluck aen̅ selve waere overgekomen, dat meer geschreeuw soude maecken al iets anders soude konnen doen. | |
26 Donderd.Was naermidd. bij de Coningh, die schreef naer Engelt en deed de electie voor Rooseboom als Raetsheer in 't Hoff, in plaets van Alewijn, die in̅ Staten Generael gekomen was al eenighe tijdt geleden, en̅ van de heer van Voorschoten tot Ruwaerd van Putten. Was noch al geweldigh heet weder, maer ten 9 ueren begon met een donder-weer wat te regenen. De Veltmaerchalck Spaen seyde mij op de basse-court, dat de Con. schrickelijck verlangde om aen̅ vijandt te mogen komen, en̅ dat daer goede apparentie was, dat wij hem slaen souden, maer wist geen middel om bij hem te komen. Daeghs te voren kreegh een brief van mijn vrouw. | |
27 Vrijd.Was smergens niet uyt. Naermiddagh was bij de Con., die teeckende de dingen die daeghs te voren uytgestelt hadde. Tegens den avondt was alleen wandelen rontom een stuck weeghs van het dorp. Smergens ten 5 of 6 ueren weder ingeslapen zijnde, wierd niet wacker voor half elven. Men seyde, dat de Franschen wel 5 ueren verr om fouragie mosten rijden, en veel van haere bagagie achterwaerts uyt van haer leger gesonden hadden. | |
[pagina 467]
| |
Savonts aen tafel wierd geseght, dat de doot van mr de Louvois geconfirmeert wierd. 2 dagen geleden had een brief van mijn vrouw van̅ 23 Jul.; schreef dat de dissensien tusschen de societeyten in̅ Haegh nogh al continueerden; dat men meende den autheur van 't Pasquill tegen de Sterrenburgen uytgevonden te hebben, en dat het soude wesen de Raetshr Vrijbergen; dat der weder een geschrift van wegen die joffen uytgekomen was, waerin den autheur met stockslagen gedreyght wierd. | |
28 Saterd.Golsteyn was smergens bij mij adieu seggen en vertrock savonts weder naer Yrland; seyde dat aen̅ Coningh recht uyt gesproken had over de voleries van̅ Engelsche Generaels in Yrlandt, Kirck en Sr Jan Lanier. De Con. att smiddaghs bij Myl. Marleborough en̅ ick met andere aen sijn tafel. Savonts wandelde op̅ hoochte boven het dorp, hebbende Kien bij gevall mede genomen. Was noch seer heet weder. | |
29 Sond.Was smergens in̅ predicatie in̅ tent van̅ heer van̅ Cloese. Men seyde dat Bouflers met trouppes bij Luxembourg gekomen was. Savonts wandelde wat, maer was seer heet weder. Savonts schreef de Con. aen̅ Veltmaerschalck Flemming, seggende dat de Landgraef versocht had hem te communiceren de tijdingh die had van Bouflers en waer hij campeerde, dat hem oock seggen soude waer de Con. begeerde dat hij naer toe marcheren soude. Savonts, soo de Con. te bedde gegaen was, quam een expresse uyt Engelandt, over Hollandt gekomen, met de tijding van dat de Engelsche en̅ onse Smyrnasche vloten te Kinghsale gearriveert waeren, daer over Portland geseght hadde dat soo veel vreught was, als of der twee batailles gewonnen geweest hadden. | |
[pagina 468]
| |
gaen wesende op eenigh exploit, was hetselve haer gemist, maer hadden een partij Franschen gerencontreert, een daervan dootgeschoten en 21, daer onder eenighe onder officieren, gevangen met haere peerden. Savonts te voren quamen eenighe deserteurs van̅ Garde du Corps van̅ Con. van Vrankrijck, daer onder een Haspauck. Was naermidd. bij de Con., maer de brieven uyt Hollt juyst op̅ selve tijdt aenkomende, en̅ de Con. willende uytgaen, teeckende niet. Poultney seyde smiddachs dat brieven van Regensburgh adviseerden, dat de Cardinael Pignatelli, een Napolitaen, tot Paus verkoren was, en̅ oock dat den jegenwoordigen Grooten Heer zijnde gesturven, den ouden afgesettene op̅ throon weder gestelt was, sijn soon, die de gemutineerden hadden willen hebben, oock overleden zijnde; maer dat dese advisen confirmatie vereyschten. | |
31 Dynsd.Smergens was dr Hutton bij mij; seyde dat de Cardl Pignatelli een magerachtigh man was, seer argh, en̅ die over eenighe tijdt hem eens tot een antipape hadde willen opwerpen door behulp van een cabale, die te Tivoli gehouden wierd. De Con. was smergens uyt bij de fourageurs en̅ quam ten half dryen eerst weder thuys, en̅ wierdt gemompelt als of daer eenigh dessein van onse zijde geweest was; maer daer en gebeurde niets. Savonts wandelde weder voorbij 't huys van̅ Prins van Waldeck, toebehoorende eenen ..... d'Aherée. Desen dagh quam een Garde du Corps over en wierd geseght eenigh dessein van̅ vijandt aengebracht te hebben, om in onse fourageurs te vallen. Van voor mijn deur sagh van verre eenighe van onse regimenten de heele mergen voorn̅ op de hooghte in̅ wapenen staen. Alle daghe quamen menichte deserteurs van̅ vijandt. | |
[pagina 469]
| |
De Graef van Solms te Charleroy vrij sieck geweest hebbende, was naer 't seggen van Rademaecker, daer geweest hebbende, aen̅ beter hand. |
|