Journaal van 21 october 1688 tot 2 september 1696. Eerste deel
(1876)–Constantijn Huygens jr.– AuteursrechtvrijMaert.1 Woensd.Smergens was de langhe Brawne bij mij, en liet mij een geboetseert conterfeytseltje van Cor. Carel van mr Symons sien, dat seer slecht was. Broen, Capn en schilder, was oock bij mij, geen lust hebbende om naer Yrlandt te gaen, om reden van sijn graveel, soo hij seyde. Snachts te voren had qualijck geslapen, desordre in mijn maegh gevoelt, en kreegh een dunne stoelgangh of twee, onlustigh en slap wesende; quam ten deele, soo geloofde, van dat wat te veel van een geroockt Pater-stuck tot joff. Golsteyn gegeten hadde, dat tot savonts in mijn maegh voelde. | |
[pagina 240]
| |
Bergesteyn quam tegen den avont bij mij en gingh ick niet uyt. Desen dagh souden de Parliament-men voor Londen gekosen werden. Sr Gabriel Sylvius was smergens oock bij mij. | |
2 Donderd.Was smergens met de langhe Browne tot mrs Remy, een Brabantsche vrouw; haer man had een schilder geweest in̅ tijdt van van Dijck, daer sij veel van wist te vertellen, en hoe hij mrs Limmon langh in huys gehadt en onderhouden hadde. Ick kocht van haer een boeck van Lionardo da Vinci, van̅ proportien en mouvementen der figuren, voor 3½ guinys. Kreegh brieven uyt den Haegh, en̅ onder andere een van de Willem, vol sotte impertinentien, daerover een broer van Sr Annelt daerover schreef en sond se hem. | |
3 Vrijd.Smergens waeren bij mij Berck en̅ l'Eremitage. Al dese dagen had een jichtige defluxie op de groote tee van mijn rechter voet, doende wat minder en meer pijn met vlaghen, doch was niet veel. Was naermiddagh te Kinsinghton, de Con. savonts teeckenende, hoeste seer sterck, soodat elcke reys van teeckenen most ophouden. Vondt een Schotsche Lord in Bedchamber, liefhebber van wetenschappen en de mathesis. Vraeghde mij terstont of mijn vader, of mijn broeder Inventeur van̅ pendules was, en raeckte soo met hem in̅ praet. De tijding van Yrlandt bleef. | |
4 Saterd.Smergens was eene joff. van Schoonhoven, weduwe van Lt Colonel Graham, bij mij, versoeckende van̅ Con. onderhoudt. Smergens quam de Wilde mij seggen, dat er tijdinghe uyt Yrlandt was door verscheyden brieven, van dat de Yeren, hebbende willen de pas van Nury attaqueren, geslaghen waeren en gejaegt tot Dundalck, alwaer op de | |
[pagina 241]
| |
rivier 7 of 8 schepen met amunitie van King James van d'onse verbrandt waeren. Naermiddagh kocht kaerten van Yerland op Charring-Cross. Van daer gingh met Boision in̅ Taverne van̅ Fountaine, om wijn te proeven, en saten daer tot 8 ueren. | |
6 Maend.Kreegh brieven van mijn vrouw en andere uyt Hollandt. In een van broer Christiaen stondt, dat de saeck met Amsterdam dagelijx verargerde, dat all de malcontenten de hoofden bij malkanderen staecken, en̅ spraecken van vrij noch wat anders te doen, als de electie van Schepenen te doen voortgaen. Sijn woorden waeren onder andere: Latet, nescio quod magnum malum. In brieven van van Vliet en̅ van Danckers stondt mede, dat het dingen waeren, die men niet konde schrijven. De tijding uyt Yrlandt bleef noch onseker. Naermidd. was joff. Keyser bij mij, seggende, dat de Con. sekerlijck iets voor haer doen soude, en dat de Coningin het aen joff. Golsteyn geseght hadde. Smergens sondt nicht Becker, om choccolate te komen drincken met haer suster Vernatti, maer liet het weder afweten, volgens haere gewoonlijcke manieren. Savonts was tot de Heer van̅ Lier. Mijn jichtje continueerde, en̅ oock hoest en verkoutheit, hoewel desen dagh noch een flennele borstrock en een dubbel mutsje in mijn peruyck gedaen hadde. Uyt den Haegh schreef men, dat Warmenhuysen doot was, naer een debauche zijnde sieck geworden; - dat den | |
[pagina 242]
| |
Advoct Vleugels met de oudtste joff. Vrijbergen, dochter van Bonifacius, troude, tegens haer ouders sin. | |
7 Dynsd.Smergens was de Secrets de Wildt bij mij, en noode mij smiddaghs tot sijnent ten eten, daer Bergesteyn mede was. Hij thoonde mij een brief van een Regent van Amsterdam, daer hij uyt verstondt, dat die van Amsterdam het werck van̅ questie eenighsins moede begonnen te werden, en̅ dat de Borgemr Corver, dewelcke een particuliere recommandatie aen̅ Con. dede doen, hem van̅ cabale wel soude separeren. Reedt met de Wildt naer Kinsinghton. Als de Con. savonts sprack aengaende de kaetsbaen te Aernhem, die Amerongen en Schuylenburg beyde versochten voor verscheydene luyden, seyde de Con.: Montpouillan spreeckt er oock om: dat sal weer voor de eene coppelaerster of de andere wesen. Fatio de Duillier was bij mij. | |
8 Woensd.Smergens was Montpouillan en̅ noch 5 of 6 andere bij mij. Sylvius at smiddaghs bij mij. Men seyde, dat Montpouillan in dese tijdt een compe hadde, en̅ oock eene intscheyden van het leger in̅ Nederlanden. Naermiddagh was met Browne tot mrs Remy, van wien noch voor een ℔ sterl. aen printen en teeckeningen kocht, hebbende menichte van ondeugend goedt gesien. | |
10 Vrijd.Smergens quam Sylvius bij mij en seyde, dat de Coningh tijdinghe die morgen gekregen had, dat de rencontre tusschen de Yren en ons volck te Dundalck waer was. Golsteyn kwam mij te Kinsinghton segghen, dat joff. Golstein en joff. Vijgh sondaghs bij mij wilden komen eten. Berkesteyn att bij mij en gingh met mij naer 't Hoff. Smergens quamen de pretendenten tot de electie van | |
[pagina 243]
| |
een Parliamentman van wegen Westminster met alle haere vrunden in groot getall verbij mijn venster rijden, in 4 a 5 trouppen. | |
13 Maend.Smergens was Montpouillan bij mij, sprekende om meester te wesen van̅ caetsbaen te Aernhem. Savonts ging tot mr Justel, in St James logerende, daer twee goede camers had met een keucken, sonder meer. Van daer gingh tot de vr. v. 's Gravemoer, daer veel volx was, onder andere Ouwerkerck, Zuylesteyn en Montpouillan. | |
14 Dynsd.Ontboden zijnde, gingh smergens naer Kinsinghton, en sprack voormiddags met de Con., die in seer goedt humeur was, apparentel. over het afdoen van̅ saeck van̅ Amsterdam; gaff mij te doen, onder anderen een brief van condoleantie te schrijven aen de weduwe van Battier, die in Spaegnen gestorven was. At smiddaghs niet, geen goede gelegentht vindende. Int gaen naer Kinsington stiet de Wilde een van̅ portierglasen van mijn koets in stucken. De jicht bleef noch al in een kleyn plaetsje aen̅ bal van mijn rechter voet, brande mij gelijck bijnaer een exteroogh. | |
[pagina 244]
| |
paspoort om nae Vranckrijck te gaen, daertoe hij seyde permissie gekreghen te hebben; scheen een gaeuwe vent te wesen, en̅ hij praete Montpouillan voorbij. Daernae quam Moersbergen noch, sprekende over sekere sijne saeck met den Hr van Sandenburgh. Daernae gingh met Roos noch 4 peerden sien, die hij voor mij gekocht hadde, en̅ had er met die nu 9. Mijn jicht was die mergen noch arger als geweest hadde, en was mijn been boven de enklaeuw wat geswollen, maer naer den eten wierd het veel beter en ging bijnaer heel over. | |
17 Vrijd.Had smergens Lier. Joff. Drebbel mij versoeckende aen Mylord Oxford voor haer swaeger te spreken om een plaets aen 't Hoff, dat savonts deed, maer scheen hij geen groot empressemt daertoe hadde. Naermiddagh was te Kinsinghton, daer een nieuw bed in bed-chamber opgeset wierd. De Con. gingh in̅ Coningins closet, om van Kneller geschildert te werden, en̅ van ......Ga naar voetnoot1) in ivoir gesneden, beyde te gelijck. De leste had bij hem conterfeitsels op die manier gemaeckt van̅ Hertogh van Cell, van̅ dochter van Prins Robbert, en̅ van Mylord North met sijn vrouw in een ding, die fraey waeren. De Coning en Coningin Bergestein en mij hebbende doen binnen roepen, waeren beleeft, en bleven daer wel een uer. Mylady Lumley wachte daer oock op met mrs Gerson. Savonts teeckende de Con. actens van Brigadier te voet, | |
[pagina 245]
| |
voor Cor. du Theil, Cor. Holle van̅ nieuwe trouppes, Cor. Wijnbergen, Noyelle sijn acte van te voren hebbende, en te peerd voor̅ Cor. Berlo, Graef van Tilly, Ittersum, onder Waldeck, en̅ Steyn. De Secrets de Wild kreeg een brief van̅ Viceadml Almonde van̅ 14en, dat, hoewel de windt 4 daghen oostelijck gewaeyt had, de Coningin van Spaigne noch in Torbay lagh, en̅ den Adml Russel geen sein dede van t'zeil te gaen. | |
19 Sond.Smergens waeren bij mij Sylvius en Bergestein en Golstein. Naermiddagh Bergestein in 't Hoff ontmoet hebbende, gingh met hem op mijn camer, en̅ daernae tot nicht Beckers, daer haer nicht Plot was, en̅ daernae Coronel Tipping quam, die wij daer ten 9 ueren lieten. Kreegh een brief van̅ Hr Cuyper, die schreef dat een brief van̅ Hr Ludolfi van Franckfoort gekregen hadde, daerin seght, dat soo een courier in dry daghen van Nieuburg gekomen was, met tijdinghe, dat de Gn̅ael Major Heister de Keysers trouppes bijeen getrocken hebbende in Wallachién, de Tartaren geslagen haddeGa naar voetnoot1). | |
[pagina 246]
| |
21 Dynsd.Ging voormiddagh naer Kinsinghton, en op Golsteins nooding att met hem tot joff. Golstein, daer joff. Vijgh daernae mede quam. De Con vraeghde mij waer ick gegeten hadde, en seyde tot joff. Golstein; vraeghde wie daer meer was. Berghestein tot Pontac alleen gegeten hebbende te Kinsington, quam met mij wederom. De Marquis de la Muse bracht mr Gaillard bij mij. | |
22 Woensd.De Secretaris de Wildt was smergens bij mij over affairen. Bergestein att bij mij. Naermiddagh gingh met hem tot Myl. Pembroke, om een stuck van Giulio Romano te sien, maer hij was niet thuys. Gingen evenwel in sijn galerije, daer sommighe goede Italiaensche stucken waeren, maer was te doncker om die te sien. Daer lagh oock een boeck met teeckeningen. Hadden van te voren tot mr Justel laten vraghen naer het huys van mr Gaillard, die mij dynsdaghs te voren geseght hadde, dat hij de fraeye urne (of wat het magh wesen), die in̅ reysen van Spon beschreven is. Savonts gingen tot 's Gravemoer, daer Oyen was en Ginckel quam. Was den grooten biddagh voor̅ expeditie naer Yrlandt. | |
23 Donderd.De Coning was te Londen en at bij de Pr. van Denemarcken. De Coningin quam eerst naer den eten. Had smergens veel volck: Sylvius, Bergestein, Gastigny, Boision, Golstein. Met de twee laetste ging naer mijn stal, om̅ peerden te sien, en hield so bij mij ten eten. Naer̅ middagh quam madlle van Laer, die mij in voorleden jaer soo gequelt had met haer schilderijen. Hiermede ageerde Boision, dat Golstein en Berkestein en ick kreten van lachen. Naermidd. was niet uyt. Cavalier, een Fransman, die portraiten in ivoir maeckte | |
[pagina 247]
| |
en voorlede dynsd. de Con. oock soo geconterfeit had, was bij mij en thoonde verscheide van sijn conterfeitsels, de Cheurvorst van Beyeren, de Cheurvorst van Saxen en Mylady Dorset, alle heel wel gedaen; seyde, naer Italien te willen gaen. | |
24 Vrijd.Was beter met mijn verkoutheyt en jicht. Smergens was Cauw bij mij, die savonts een acte kreegh om 't Regiment van̅ Schotte te commanderen. Van Leeuwen, gewesen lacquey van̅ Con. en nu voor dispensier sullende mede naer Yrlandt gaen, quam mij seggen dat mijn tent gekomen was en te St Catherine lagh. Naermiddagh was te Kinsinghton, en̅ de Con. gevraeght hebbende om een camer om te schrijven, seide hij mij: Je sult een̅ heel appartement hebben, een camer, een cabinet en garderobbe. | |
26 Sond.Smergens had Sylvius. Seyde, dat Blatwait, Secretary of the Warr, in die qualiteit niet mede naer Yrlandt wilde, seggende, dat het een dangereux employ voor hem was, en̅ dat over geimputeerde misslagen in hetselve sijne kinderen en familie souden konnen geruineert werden, en̅ dat all de instantien van de Con. hem niet hadden konnen permoveren; meende dat de stadt eenighe avances van geldt aen̅ Con. doen souden. Smergens quam noch de Secretaris de Wilde, sprack van̅ absurditeit van̅ Amsterdammers, in het vorderen van̅ eedt van̅ Vroetschap, van dat bij haer sustenue omtrent de electie van schepenen in absentie van̅ Con. souden persisteren, en̅ dat eer de substantie van die saeck bij haer in deliberatie gebracht was. Oock van̅ impertinente expressien in̅ brief van̅ magistraet aen 't Hoff, als sij aen 't selve haere electie recommanderende, versoecken dat het Hoff, op̅ resolutie van de Staten van Hollandt, omtrent | |
[pagina 248]
| |
het senden van̅ nominatie in 't minste geene reflexie willen maecken. Smiddachs quam 's Gravemoer, en gingh met hem tot sijnent eten. Daer quamen naer de middagh de Secrets de Wildt, Cauw, Blatwait etc. | |
27 Maend.Was smergens met Bergestein uyt om eenighe bootschappen omtrent Charringcross. Hij att bij mij smiddaghs, was slap en̅ wat onlustich; seyde, smergens bij eene mrs Harrison geweest te hebben. Hoorde dat de Con. 4 Commissarisen van de thresorie gelicentieert hadde, Myl. Monmouth, Myl. Godolphin, Sr Henry Capel en ......Ga naar voetnoot1), blijvende alleen mr Hambden den ouden; stellende weder aen: Sr Steven Fox, Sr John Lowder ......Ga naar voetnoot1), en̅ werdt geseght, dat een van̅ grootste redenen van dese veranderingh was, dat meest all de gelicentieerde whigs en̅ dissenters waeren, en geen luyden van groote middelen; dat die van̅ Church of England daerom geen geldt wilden verschaffen, soo lang de thresorye in handen van sulcke luyden soude wesen. Savonts was Gilbert al te langh bij mij met tedieuse discoursen. | |
28 Dynsd.Was smergens onder andere de minne van mijn soon bij mij, getrouwt zijnde aen een Engels schipper, sprack beter Engels als Duyts, hadde al 4 a 5 kinderen. Naermiddagh was te Kinsinghton, daer brieven kreegh uyt Hollandt. Mijn vrouw schreef, dat luyden te Emmerick geweest hebbende, haer hadden geseght, dat de vrouw van Valekenburgh daer woonde met haer koetsier, daer sij mede getrouwt was, en̅ die sij Heer van Valckenburg noemde. Dat Mevrouw van Beuninghen het huys van haer man verkocht hebbende, meende de meubelen oock te verkoopen en te gaen woonen te Soest. | |
[pagina 249]
| |
Bracht Berkestein savonts thuys. | |
30 Donderd.Vergaderde smergens het nieuwe Parlament, en̅ de Con. gingh daer ten 11 ueren. Bij mij waeren Cauw, Berghestein, Sylvius, Gaillard, Higgins, en̅ daernae de Hr van 's Gravemoer. Hij seyde, dat mr de Schomberg, soo hij geloofde, geen 10 guineas uytgegeven had aen correspondentie en̅ spions. Naermiddagh quam de Graef van Flodorf afscheidt nemen, gaende naer Hollandt. Golstein was bij mij. | |
31 Vrijd.Smergens had Sylvius. Seyde dat men meende dat de Coningh in sijn speech van desen dach aen 't Parlament spreken soude van eenigh plot, dat daer was; - dat Sr John Trevor daeghs te voren tot Speaker van 't Parlament gekoren was, met veel meer stemmen als Powel, die het in 't voorgaende geweest was. Gaff aen een commis van Mylord Nottingham een extensie, in Fransch gestelt, van een accord, gemaeckt met de Hertoghen van Wolfenbuttel, over de leveringh van een regiment te voet, te leveren in Hollt, en̅ van 6 compen peerden, gesloten tusschen Myl. Portland en den Residt Siegel. Dit was door 't volck van Myl. Nottingham, in wat slecht Frans gestelt, en̅ de Coningh had belast dat ick het oversien soude. Mr Higgins was smergens bij mij, mij versoeckende aen̅ Con. te spreken van een voorslagh, die hij dede om secreten van̅ laetste Coning en Coningin te weten, door middel van Countes of Soutesque, dochter van̅ voorgaende Duc of Hamilton, met welcke Countes hij seyde, toekomende dynsdagh naer Vranckrijck te sullen gaen met een schip, gaende van Engelt naer Bordeaux, en van daer met wijnen naer Sweden, hebbende de schipper van haer bedongen 80 ℔, alleen om haer te Calis aen landt te | |
[pagina 250]
| |
setten. Dese Countes, seyde hij, een seer groote vriendin van̅ voorz. Coningin te wesen, en̅ oock soo seer van hem, dat sij hem niet verbergen soude. Sprack aen̅ Con. daerover, die mij belaste aen Myl. Shrewsbury te spreken, om te weten hoe Higgins sijne brieven van informatie soude konnen bestellen. |
|