Journaal van 21 october 1688 tot 2 september 1696. Eerste deel
(1876)–Constantijn Huygens jr.– Auteursrechtvrij
[pagina 72]
| |
Smergens was onsen Ambassadr Citters bij mij, meest om sijn brief te recommanderen. Cort naer de middagh was de eerste conventie. De Lords en̅ Commons bij S.H. om hem te bedancken over de sorgh en̅ moeyte, genomen tot haere verlossinghe van papisterye en̅ slavernye; biddende hem voorts te willen continueren in het Gouvernement. S.H. hadde aen haer een brief geschreven, haer versoeckende te willen met eenparigheit resolveren omtrent de vaststellinge van̅ Regeringhe en̅ de saecken van Yrlandt, benevens het secours van ons landt. Att smiddaghs met Odijck alleen en sijn oudste soon; daer quam daernae Ouwerkerck, Rooseboom en̅ Citters, den Ambassadeur. De laetste vertelde, dat Seymour hadde gemeent de plaets van Chaireman van̅ Commons Conventie te hebben, tot self den tijt van̅ vergaderinghe derselver, maer dat doen een gerucht ontstaen zijnde onder de members, als of hij van̅ luyden soude wesen, die inclineren souden om de Coningh weder in te roepen, alle te samen riepen: No Seymour, no Seymour, en̅ dat in sijn plaets eenen Powl verkoren was, een seer eerlijck man. Dat Mylord Halyfax tot Chaireman van̅ Chamber van̅ Lords was verkoren, en dat hij langh bij S.H. geweest was. Dat de verhandelinghe van̅ groote saeck tot smaendaghs was uytgestelt. Als ick seyde van dat eenige spraecken van Harbord, als gedachten hebbende tot het secretarischap van Staet, lachten sij daerom, als wesende hij bekent voor een loshooft. Citters seyde dat geseght wierdt dat Barillon in Vranckrijck slecht aengesien wierde, omdat hij de Coningh altijt wijs gemaeckt hadde, dat de saecken voor sijn Hoocht door de menichvuldighe dissentien en̅ confusien nooyt niet souden reüsseren, en̅ dat daerdoor de Coning verkeerde mesures genomen hadde, en̅ te gelijck het Rijck geattacqueert en̅ ons den oorlogh gedeclareert. | |
[pagina 73]
| |
Volgens het privilegie, dat yder lidt van het Parlement heeft van seecker getal van personen op sijn begeren te konnen doen saiseren, wierden op dat van ..........Ga naar voetnoot1) vier luyden vastgeset, die hij meende kennisse te hebben van de maniere van ombrenghen van̅ Grave van Essex in̅ Tour. | |
2 Woensd.Smergens was Rousseau, de vermaerde schilder, mij besoecken, daer naer BlatwaitGa naar voetnoot2), de Secretaris van̅ oorlogh, eertijts in̅ Haegh zijnde Secretaris geweest van Sr William Temple. Naer middagh was met Preswitz wat wandelen in̅ Pailmail en̅ daernaer in̅ comedie in 't quartier van Commingarden, daer de Spanish Fryer gespeelt wierdt. Naer middagh was Mylord Coot naer mij vraghen. Savonts met Mylord Coot pratende, onder anderen van̅ saeck van Mylord of Essex, en hem seggende dat Dr. Stanley de circumstantien van sijn doot gehoordt hebbende van sijn Camerlingh, niet anders en geloofde dan dat hij sijn selve omgebracht hadde; seyde, gelooft hij, dat onder ons (Parlementluyden) isser van twee hondert niet een die dat gelooft. | |
3 Donderd.Was smergens met Sonnius tot mr Walton om de vendue te sien; maer hij seyde ons dat hij voor de Hren van̅ Conventie ontboden zijnde, hem verboden was met de verkoopinghe voort te gaen; dit was op 't versoeck, gedaen bij den Hertogh van Norfolck tegen sijn stiefmoeder en̅ vader, Cor. Maxfield. Ging doe met Sonnius naer mr Gibson, een miniatuerschilder, die ons een menichte goede teeckeningen liet sien, die hij meest uyt Lilys vendue gekregen hadde, onder anderen een geheele portefolie van teeckeningen van Parmigiano. Daer gebleven zijnde tot half dryen, ging met Sonnius in̅ Rose, taverne eten oesters etc. | |
[pagina 74]
| |
S.H. att in 't huys van̅ moeder van Coronel Talmach, daer smergens ten 11 ueren was naer toe gegaen. Savonts was mevrouw Wilson bij mij en vertelde onder anderen, dat Mylord Preston gesuccedeert aen Mylord Sunderlandt als Secretaris van Staet, en̅ als Ambassadr in Vranckrijck geweest zijnde, in dese tijt noch te Londen zijnde, vrijdach voorleden noch eenen Tempest, sijn Secretaris geweest zijnde, met brieven naer Vranckrijck gesonden hadde en̅ binnen kort noch een expresse soude senden, mij versoeckende S.H., die sij seyde dat Preston vertrouwde, te willen waerschouwen. 's Gravemoer daernae bij mij komende, seyde onder anderen dat Voorst S.H. versocht hebbende seecker employ hier in Engelandt, en S.H. hem doen seggen hebbende van hem yets anders te willen geven, hij geseght hadde dat niet konde accepteren, en̅ dat S.H. geseght hadde, dat hij dan wel konde vertrecken, 'twelck hij sterck seyde te willen doen. | |
4. Vrijd.S.H. en Benting waeren in Whitehall om de appartementen aldaer te sien, en̅ die die schoonmaeckten seyden, dat the Prince of Orange binnen 8 of 10 daghen daer in komen soude. Mylord Coot was smergens bij mij en̅ versocht mij hem te willen raeden of hij om avancement spreken soude, of laeten het geheel op de Prins aenkomen. Ick seyde dat geloofde het eerste geen quaet soude kunnen doen. Hij seyde mij dat Jephson een clerck van een attorney of procureur geweest was, dat hij met eene mistris ........Ga naar voetnoot1) doorgeloopen was; dat haer vader groot goedt hebbende en geen sonen, dat onder de dochters verdeelt had, en̅ dat hij daer door een fraeye som gekregen had, boven het huwelijcx goedt van sijn vrouw, dat 6000 ℔ sterl. was. Dat hij daernaer seer kleynlijck levende, noch vrij hadde | |
[pagina 75]
| |
overgewonnen, dat niet hij, maer een Lawyer, Pollinxon, de Writs voor het Parlement gemaekt hadde. Dat de charge van Treasurer of the Admiralty voor desen 10000 ℔ st. sjaers weerdt geweest was, maer door dese Coningh op 4000 gebracht was. Naermiddagh was bij madame de la Ferté, daer 2 of 3 ueren praete. Schreef aen mijn vrouw. | |
5 Saterd.S.H. reed smorgens uyt over de rivier, en quam eerst ten half negen savonts weder. Att bij den hr van Odijck, daer Mylord Newport quam, een dick vet man. Benthuysen quam daer oock eten en was, naer mij docht, maer soo redelijck welkom; daer nae quam daer noch Mylord en Rooseboom. Gingh tegen den avont met Rooseboom naer Sr Pauls Churchyard en kocht het Fransch en Engelsch dictionaris van Guy Miege voor 30 schill. Odijck seyde in 't praeten over de manier van regeringh, die daer in Hollt soude mogen wesen in absentie van̅ Prins, dat de Staten nooyt souden lijden dat de Prins van Waldec de commissien van̅ militie soude teeckenen uyt sijn naem. Rooseboom seyde, dat het Parlament ofte Conventie Mylord Halyfax oock attaqueren soude over quaden raed aen̅ Coningh gegeven. Was geweldigh geïncommodeert van̅ hoest en̅ verkoutheit. Tot Odijck wierdt vertelt dat Mylord Norfolck daeghs te voren een appel had doen doen aen Germain, over de oude saeck met sijn vrouw, maer dat het bekent geworden zijnde, sij gearresteert waeren geworden; maer dat men dien dagh de Mylord wederom hadde sien uytgaen. | |
[pagina 76]
| |
van haer swaeger de Villaré quam, een vrouw van omtrent de veertigh jaeren, swart van haer en met een groote mondt. Savonts quam la Meloniere mij versoecken, dat ick made de la Ferté wilde een plaets doen hebben in̅ schepen, die haest stonden naer Hollandt te gaen, daerover ick met Evertsen al gesproken hadde. | |
7 Maend.Gingh smergens ten 10 ueren met Meester te voet uyt naer̅ stadt om bootschappen te doen; waeren tot de vrouw in Ivy-Lane bij St. Paul, die de buys voor mijn verrekijcker van Campani maeckte. Ick kocht oock een deel vijlen, Meester seggende dat de Engelsche beter zijn als de Fransche. Aeten smiddaghs in̅ George Taverne bij de Beurs; gingen daer naer noch tot een fransche wijnverkooper, een Hooghduytsche van geboorte, maer die al vijfthien jaer te Londen geweest hadde. De Secretaris Blackwel savonts bij mij komende, seyde mij dat de Commons hadden verklaert, dat de Coning van sijn recht vervallen was en̅ de Croon vacant. Een Engelsman S.H. zijnde komen aenbrenghen dat er een Fransch-Oostindisch schip in eylandt van Scilly ingeloopen was, door tempeest of anders, kreegh een brief van S.H. aen Aelmonde, cruyssende met een esquadre in en̅ omtrent het Canael, om hetselve schip te saiseren. | |
8 Dynsd.Preswitz seyde mij, dat Borsselen hem hadde geseght, dat hij met Benting hadde gesproken aengaende de logementen van hem en van S. Hts volck in Whitehall, en̅ dat Benting hem hadde geseght dat S.H. dat nogh niet geordonneert hadde. Dat dit werck eerst moste over zijn, en dat S.H. dan soude konnen sien en̅ staet maecken wie hij bij hem soude houden, en̅ dat hij, Borselen, wel soo veel gehoordt hadde, als dat voor haerluyden, seyde tegens Preswitz, dienaengaende niet veel soude te doen zijn. Savonts in Borselens camer zijnde seyde hij mij 'tselve en̅ dat hij oock meende in Hollandt te gaen leven en̅ dat | |
[pagina 77]
| |
wenschte, geen gevallen hebbende in̅ Engelsche manieren. Dat hij tijding hadde, dat den oude Raedpensionaris de Herbert doot sieck lagh, en̅ dat hij meende dat S.H. hem desselfs plaetse in̅ Raedt van State soude konnen doen hebben. Dijckvelt quam savonts op mijn camer, S.H., die hem ontboden hadde, noch niet thuys sijnde gekomen. Seyde hem te verwonderen dat S.H. mij niet wat meer van̅ Engelsche saecken liet doen. Dat S.H. hem tot meermaelen hadde gesproken als of meende van tijt tot tijt eens naer Hollandt over te gaen; oock van dese somer de trouppes tegen Vranckrijck te commanderen. Dat hij hem dit leste seer hadde afgeraden, niet konnende goedtvinden dat sijne Hoocht met de Engelsche cavallerie alleen hem in Vranckrijck soude hazarderen. Seyde verders dat de saecke van̅ Croone, als vacerende, in 't Hoogher huys oock was doorgegaen, maer alleen met 3 a 4 stemmen overgehaelt, de Bisschoppen, uytgenomen die van Londen en̅ van Bristol (broeder van mrs Treslawny), niet hebbende willen concurreren. Seyde dat Benting alreede groote jalousie aen̅ Engelschen gaff, 'twelck Odijck savonts oock op mijn camer komende, mede confirmeerde. Was niet uyt, en altoos seer hoestende en̅ verkout. Teekende Roosande sijn paspoort om naer Hollandt te gaen, seyde: Wel, wil Roosande naer Hollandt? En als ick seyde: jae en̅ dat gehoort hadde dat hij niet heel well en was, seyde all lachende: Jae niet wel in sijn hooft. Hij was altoos niet wel met sijn hooft bewaert, doen hij de compagnie quitteerde. Ick seggende daerop, dat hij sekerlijck daer groot berouw van hadde, seyde: Jae als het te laet is. | |
[pagina 78]
| |
of twee bij haer en praete. Had een seer kleyn huysje in Axyard, dat evenwel eenigh uytsight op 't Parck van St. James had. Eenen Mylord Belcassis had daer nogh onlanghs gelogeert, wesende, soo sij seyde, een seer intimate friend van mr Vernatti, en 't camertje daer hij geslapen had en daer ick met de vrouw op was, was qualijck 15 voeten in 't vierkant. Men seyde dat de resolutie om S.H. Coning te maecken met 10 stemmen in̅ Camer van Lords was overgehaelt. Att tot de hr van Odijck. Was noch al even seer met den hoest en verkoutheyt gequelt. | |
10 Donderd.Att weder tot Odijck met Meester en Borselen. Naer middagh wandelde wat in̅ Pellemel met Hagedoorn, Borselen, Adm. Evertse etc. Gingh daernaer tot made de la Ferté, daer noch twee Fransche Officieren quamen en een Fransche Predicant; haer tweede dochter hadde de koorts. Seyde een brief van haer man gehadt te hebben, haer noodigende om wederom te komen. S.H. was naermiddagh wandelen in̅ Hideparck en gingh daer nae spelen tot de queen dowager, daer hij 300 guinees verloor, en Odijck was er savonts ten 9 ueren, doen noch speelde, al 200 quijt. 's Gravemoer savonts op mijn camer komende, seyde dat de saecken noch verwardt stonden omtrent de stabilieringhe van̅ Regeringh, en dat 8 of 10 van̅ principale Lords S.H. geen Coning wilden declareren. Dat Churchhill wegh was, voorgevende van een peerdt geslaghen te zijn, maer in effecte om dat oock voor de voorz. saeck niet was, en oock om dat vreesde geactionneerd te werden over 3 of 400000 gl., die men seyde dat hij met het aenstellen van Officieren geprofiteert hadde, nemende daer naer aen̅ selve Officieren den eedt van suyveringhe af. Dat den Hertogh van Grafton oock tegens de interesten | |
[pagina 79]
| |
van S.H. was, om dat men hem een Lt Cor. gegeven had, sonder hem daer over eerst te spreken. Dat hij oock tegens Benting gepicqueert was, aen wien men te Sherborn een quartier op 't Casteel van Milord Bristol gegeven had, beter als 't sijne, en̅ oock daerover dat hij Benting hebbende willen spreken, hij daertoe niet hadde konnen komen. Dat hij geloofde dat Benting in 't eynde de ballen soude moeten betalen. Dat men suspecteerde dat Rooseboom iets van̅ Engelsche dames hadde overgewonnen. Was een danck en̅ biddagh. Het raisonneren over het achterblijven van̅ brieven continueerde noch. Oock mijne verkoutheit. Vernatti was smergens bij mij en wilde mij aen S.H. doen spreken om Mylord Belcassis Peer van Schotland te maecken, soo als hij een van Engelandt was, dat excuseerde. 's Gravemoer seyde dat Vernatti, op eenighe suspicie van dat hij kennisse hadde gehadt van een attentaet over eenige maenden ondernomen op Dr. Burnet in̅ den Haegh, van Rotterdam was in̅ Haegh ontboden en̅ aldaer eenige daeghen was vastgehouden geweest. | |
11 Vrijd.Seyde sGravemoer smergens, dat in het Hoogerhuys bij pluraliteit van 10 stemmen savonts te voren overgehaelt was dat de Croon niet vacant was. Smergens was Saumaise met een ander Frans Officier, een man van verstandt, op mijn camer, daernaer Meester met Tempion, oock Caron, om 100 gl. te leenen, seggende dat sijne wisselbrieven niet gekomen waeren. S.H. gingh ergens buyten eten en̅ jaghen. Naermiddagh was bij made de la Ferté, daer de Marquis de Hincourt oock was. Haer tweede dochter daeghs te voren de koorts gekreghen hebbende was nogh vrij sieck, en̅ meende sij dat sij de pockjes krijgen soude, of immers de maselen. Seyde dat, als sij in 't eerst te Londen gekomen was, haer geldt niet krijgende, sij 60 gl. van̅ kerck gekreghen had, maer die daernaer wederom gegeven hadde. | |
[pagina 80]
| |
Odijck had de voorgaende nacht tot smergens te 9 ueren gespeelt tot de douariere, tot madame Mazarin, en̅ eyndelijck tot Germain en̅ had 6 of 700 guineys verloren, soo Beeckman seyde. | |
12 Saterd.Hoorde savonts van Kien Boutesen dat Churchil, die men seyde soo dwars in̅ saeck van̅ Prins sijne crooninghe was, smergens al vrij langh bij S.H. geweest was. Dijckvelt vertelde savonts een lang discours, dat met Mil. Nottingham gehad hadde, daerop uytkomende dat hij wel wilde komen tot het ontnemen van alle macht en̅ authoriteit aen̅ Coning voor sijn leven, en tot het aenstellen van̅ Prins tot Regent, maer niet tot het verclaeren van dat de Croon vacant was, 'twelck Dijckvelt nochthans meende dat seer naer bij malkanderen quam en̅ een dingh was. Batenburg seyde in 't uytgaen van̅ camer, dat soo veel gehoordt hadde, dat alle dinghen souden gladt gaen. Dat die van Londen maendagh een reqt souden presenteren in scherpe termen, om de Prins en̅ Princes tot Coningh te doen verclaeren; dat den Hertogh van Grafton oock wederom quam en̅ hem accommodeerde. Naermiddagh was Myl. Farfar bij mij. Regende meest den heelen dagh. Mijn hoest en̅ verkoutheit was een weynigh minder. Praete voor S. Hts camer een tijtlang met Jephson. | |
13 Sond.Was Mylord Coote naermiddagh bij mij met nogh een ander ..........Ga naar voetnoot1) en spraecken al of de saeck wel gaen souw voor S.H. Mr. ........Ga naar voetnoot1), Schots predicantje in 't veldt, seyde dat des anderen daeghs een request aen beyde de Huysen soude gepresenteert werden, geteeckent bij 15000 personen van Londen, in ernstighe termen gestelt; dat hij se gesien hadde gedruckt zijnde; dat het volck van Londen seyden, dat, soo de langhrocken | |
[pagina 81]
| |
bleven de beest spelen, sij daer van wel souden moghen kortrocken maecken. Daer was des middaghs een valsch gerucht als of de Princess soude in̅ rivier gekomen wesen, en̅ wierdt geseght dat Myl. Dartmouth het aen S.H. soude hebben laeten weten. Savonts S.H. hebbende laeten seggen dat voor̅ camer was, liet seggen dat mij doe niet spreken soude en̅ mij soude laeten haelen. Kort daernaer uyt het camertje uytgaende, quamen 7 of 8 Mylords in, om naer S.H. te gaen, daer Halyfax een van was, en oock Mylord of Winchester en̅ Myl. Mordaunt. Men sprack dese en̅ de voorgaende daghen van een brieff, die de Coningh aen beyde de Huysen soude geschreven hebben. | |
14 Maend.S.H. gingh ten 10 ueren naer buyten en quam tegen den avont wederom. Flamarin was bij mij om een paspoort. Begost van savonts te voren de jicht te voelen aen mijn slincker voet, daer nochthans desen dagh nogh al mede heen gingh, sonder dat men het gewaer wierd, maer savonts had meer pijn, als wilde gaen. Smergens waeren Oyen en̅ Graef van Stirum bij mij en droncken choccolaten. Naermiddaghs quam Puisars bij mij en seyde, dat tsommighe van sijn vrienden hem geseght hadden, dat den Chancellour Jeffreys in̅ Tour seer bangh was, en̅ dat sij overslaghen hadden, dat dr Chamberlaine bij mij soude komen, om mij te vraghen of ick wel soude willen aennemen, van wegen den Cancelr voorz. een request aen S.H. te presenteren en dat te seconderen, ten eynde de Cancr voorz. komende gecondemneert te worden, soude mogen werden gereprieved of uytstell krijgen voor twaelff of veerthien daghen. Ick seyde, dat dit een Engelsche saeck was, daermede ick mij niet en moeyde, en dat bij | |
[pagina 82]
| |
ons een crime was, dingen voor gelden te doen, want hij seyde, dat er een present van 500 £ toe staen soude. Tegen den avondt quam haere Hoochts oude Cappellaen, dr Bride, mij besoecken met twee andere Engelsche Churchmen. Wenschte S.H. te mogen salueren. Seyde mij, dat de questie van̅ ‘vacancie of the crowne’ in 't Hoogerhuys in̅ negative gepasseert was met één stem, en̅ die van̅ abdicatie of verlatinge van̅ Croon en̅ Coninghs persoon met dry of vier. | |
15 Dynsd.Had de jicht noch aen mijn slincker voet en att smiddaghs in mijn camer. Mevrouw Wilson was smergens bij mij, sprekende van haer man sijn achterstalligh tractement te doen hebben, daer nochthans een papist was, aen̅ welcke deselve achterstallen niet betaelt en wierden. Naermiddach was niet uyt, en̅ konde savonts niet bij S.H. gaen, als om mij sondt, maer sonde de Wildt bij hem. De disputen tusschen de huysen, over de woorden: vacancy of the crowne, en̅ over de abdication duerden noch all. Een secrete Committee wierdt aengestelt, om te inquireren over de doot van myl. of Essex, van 4 mylords, daervan Mordaunt een was. | |
16 Woensd.Mijn slincker voet was wat beter, soo dat over de camer gaen konde. Naermiddagh was om een bootschap, en daernaer tot made de la Ferté, daer Capn Coljers oock was. Savonts int camertje voor S. Hts slaepkaemer komende, seyde mij de page Needham, dat de saeck van̅ Croon was afgedaen voor hare Hoocheden. Benting een oogenblick daernae inkomende, seyde mij, dat die in 't Hoogerhuys was afgedaen en voorseker sanderendaeghs in Laegher mede soude gedaen werden, dat daer ....Ga naar voetnoot1) stemmen | |
[pagina 83]
| |
waeren tegen geweest, onder onderen all de Bisschoppen, uytgenomen 3, die van Londen, Treslawny van Bristol en ......Ga naar voetnoot1) Hij remarqueerde, dat dit op̅ eygenste dach van 't jaer geschiedt was, als de Coning geproclameert was, en dat S.H. op aller kinderen dagh te Londen was gekomen, en de Coning daer van daen vertrocken; dat men dien dagh (voornemelick onder de papisten) gewoon was de kinderen het huys alleen te laeten en̅ daer uyt te gaen. Hij hadde een brief van̅ Princes aen S.H. gebracht, door eenen Baptiste van Antwerpen, die gekomen was over Oostende. | |
17 Donderd.Smergens was Chavernay een tijt langh bij mij. Tegens de middagh quam Sonnius, en sprack mij van eenighe afgesette stedeboecken van Blaeuw, Beverland toebehoorende, die gaern aen S.H. soude verkocht hebben. Savonts te voren seyde Puisars, dat hij meende, dat voor̅ Cancelier Jeffreys eenige apparentie van gratie conde wesen, doordien hij presenteerde eenige secrete dinghen te ontdecken. De presentatie van̅ Croon gingh nogh niet voort, hoewel vaststaende, doordien de huysen nogh besigh wacren met het opstellen van̅ noodighe acten etc., die voorgaen mosten. Naermiddagh was met Sonnius tot Thomson, een printverkooper, een kleyn winckeltje hebbende, en sagh sijne Italiaensche printen, en̅ kocht voor 3 £ 10 sch. Savonts vertelden de jongheluy onder malcanderen, dat Zuylesteyn een hoertje had, dat Buysero te voren langh gehadt had en̅ Nelly genaemt was. De restanten van pijn en swackheit van mijn jicht verminderden. | |
[pagina 84]
| |
18 Vrijd.Was mr Brouwne smorgens bij mij, de konsthandelaer. Naer middagh was met deselve om de printen te sien, die door eene Scot nevens eene groote quantiteit boecken souden verkocht werden, maer de beste waeren in 't huys van̅ auctie niet; daer was een grooten hoop moderne Italiaensche printen van Bartolo Santi en diergelijcke. Gingen daernae om de printen van Beverlandt te sien, maer was niet thuys. S.H. teeckende savonts een deel dingen. De preliminaire besoignes tot de saken van̅ Croon duerden noch all. | |
19 Saterd.Smergens waeren bij mij en droncken choccolate, Ginckel, Oyen, Gr. van Stirumb, Linteloo, Preswitz. Smergens in 't voorcamertje van S.H. te vergeefs wachtende, praete daer met de jonghe Tempel, die seyde, te hopen dat de saecken dien dach, of altoos maendaghs, souden werden afgedaen. Dat de conditiën, die men seyde S.H. werden voorgehouden, tot op een derde vermindert waeren, en̅ niet nieuws, maer alleenlyck explicatiën van̅ oude wetten behelsden. Als ick daernaer vertelde, dat men seyde dat de Cancelier Jeffreys, soo men meende, klappen soude om sijn leven te salveren, seyde ymant, dat als Sr ..........Ga naar voetnoot1) Hayles, wiens vrouw men geloofde dat de Prins van Wales moeder was, klappen wilde, dat immers soo dienstich soude wesen. Naermiddagh schoon weder wesende, wandelde met Boiscon wat in̅ Pelmel en ging daernaer met hem tot een quaker bij de Hay-market, daer goede Bordeausche witte en roode wijn was. Men vertelde, dat de Marquis van Winchester altijt, | |
[pagina 85]
| |
als hij uyt sijn eygen huys was, met een servet of neusdoeck in sijn mondt gingh, om de quade lucht uyt te houden, en̅ dat hij twee peruycken over malkanderen op hadde. Een Engelsche ordre geschreven hebbende op de Gouverneur van Wicht, om een schip te arresteren, dat van daer naer Vranckrijck wilde, seyde S.H., die siende: jae, maer die ordre kan bij jouw niet gedepescheert werden, omdat het van̅ Engelsche .......Ga naar voetnoot1). Ick seyde, dat men mij van wegen S.H. geseght hadde die op te stellen. | |
20 Sond.Waeren Dijckvelt en̅ Witzen bij mij. Gingh met haer in̅ Fransche kerck, daer niet veel hooren konde. Savonts quamen de brieven van acht of thien malen van Hollandt, zijnde de pacquet-boats soo langh door het ijs in̅ Maes opgehouden. De meeste part van die brieven kreegh ick, om te lesen en̅ extracten daeruyt te maecken. De Prins sagh savonts wat grynich, gelijck meermalen onlanghs geobserveert hadde. De Ritmr Giaur wierdt sijn beurs gestolen met omtrent 600 gl. aen goudt, en̅ dat in̅ kerck, soo hij meende. Madame de la Ferté was het selve gebeurt, maer verloor maer 7 of 8 gl. | |
21 Maend.Hoorde dat Vossius doot was, en̅ te Londen gestorven, onder treckingen en̅ convulsien. De tijding quam dat haere Hoocht in̅ rivier gekomen was. Men hoorde dat Rosa, den Bailluw van den Haegh, doot was. Dijckvelt liet mij nooden om tot sijnent te eten. Vondt daer meest jonghe luyden aen tafel, de Hr Witsen wesende uyt eten. Een oogenblick geleden sondt S.H. mij halen en̅ most soo van tafel. | |
[pagina 86]
| |
Al sijn goedt wierdt met der haest opgepackt en̅ naer Whitehall gebracht. Hij laste mij mede over te gaen, gelijck dede, en kreegh logement in 't quartier, dat Mil. Feversham gehadt hadde over en̅ naest de poort, daer men naer de Cockpit gaet. | |
23 Woensd.Wierd aen̅ Prins en̅ Princess in 't Banquettinghouse de Croon van Engelandt en̅ voorts door gansch Londen, opgedragen, en̅ sijluyden voor Whitehall met trommelen en̅ trompetten, als Coning en̅ Coninginne geproclameert; sach dat uyt mijn vensters. Was seer besich met de extracten uyt de meest presserende brieven te maecken. Bij den Coningh in sijn cabinet wesende, en̅ sprekende met hem van̅ fraeye schilderijen, die daer waeren, en seggende dat noeyt moede soude werden die te sien, seyde: jae je sult se noch wel moede gesien werden. Bracht mij daernae in noch een camer of twee binnenwaerder, daer oock admirabele fraeye dingen waeren, en̅ in̅ eene vele miniaturen van Oliver, sommighe naer Italiaensche originelen. Kuste doen mede des Coninx hand, op de Engelsche manier; en̅ hij seyde: ick laet je dat toe, omdat je mijn domesticq bent, maer andere soude het niet doen, willende segghen dat andere, geen Engelschen zijnde, hem soo niet moesten salueren. | |
24 Donderd.Hoorde eerst, dat gesproken wierd de Conventie in een Parlement te veranderen. Was dien dagh, of den dagh te voren, tot madame de la Ferté, die mij weder begon te spreken van haer reys naer Hollandt uyt te stellen tot naer Meert, alskaxGa naar voetnoot1) uyt vrees van̅ stormen, maer soo geloof om Sterrenburg te sien. Seyde, dat in sulcken gevall de assistentie wel soude van doen hebben, die haer gepresenteert hadde, daerop jae | |
[pagina 87]
| |
seyde, maer met wat koelicheit, en̅ swegen daerop een tijt langh still. | |
25 Vrijd.Was Dijckvelt tweemael bij mij, om over affairen te spreken. Hoorde dat Myl. Shrewsbury Secretaris van Staet gemaeckt was, en̅ dat Benting, als Groome of te Stole, de goude sleutel droegh, en̅ oock Treasurer of the Privy Purse was, en̅ de Hr van Onwerkerck Master of the Horses. Soo met de Marechal de Schomberg sprack, die aendrongh om in 't Cabinet audientie te krijgen, seyde: C'est pour les affaires du Roy, et non pas pour les miennes que je m'empresse, cette affaire d'Irlande n'est pas à negliger. Att tot Voorst, daer door ymant, uyt Hollt gekomen, geseght wierdt, dat Kievit stondt ontslagen te werden en̅ onschuldigh verclaert. | |
28 Maend.Brengende aen̅ Coning extracten uyt een deel van Pesters brieven, was daer eene onder, daer in schreef dat, op dat sijn requestmeesterschap, dat hij langhe jaeren met weynigh employ seer getrouwelyck hadde waergenomen, niet geheel soude mogen te niet loopen, hij versocht dat de depesches van̅ magistraten, daeromme hij van verscheydene nu en̅ dan was aengesproken, voortaen door sijn handen mochten gaen. De Con., daerop wat hebbende staen considereren, seyde, wel wat gecker versoeck is dat? Hij hadde die mcrgen in̅ conventie geweest, en̅ hadde daer gerecommandeert het secours te doen aen Hollt, en̅ de ordre die moste gestelt werden omtrent Yrlandt. Op het eerste hadde Seymour tegen de intentats van̅ Coningh | |
[pagina 88]
| |
seer aengegaen en̅ gesustineert, dat het peryckel van Hollt noch soo niet en presseerde, en̅ dat, indien Hollt aen Engelandt in dese occasie een dienst gedaen hadde, Engelandt in vorige tijden het selve aen Hollt mede wel hadde gedaen. Meenende dat er tijts genoegh was om een Parlament in forma te beroepen, sonder de Conventie daerin te veranderen; zijnde sijne intentie, soo men seyde, als dat quam te geschieden, sich te trachten Speaker te maecken, en̅ dan op̅ eene maniere of d'andere sijne propositiën, van den Coning weder te roepen, te doen effect hebben. |
|