Journaal van 21 october 1688 tot 2 september 1696. Eerste deel
(1876)–Constantijn Huygens jr.– Auteursrechtvrij
[pagina 53]
| |
1689.
| |
2 Sond.Wandelde naermiddagh wat in 't Parck in̅ maillebaen, daer het heel vol menschen was, mans en vrouwen, de laetste meest gemasquert. Was seer scherp koudt. De tijding quam omtrent half vieren naer middagh, dat de voorgaende nacht de Coningh van Rochester weder met sijn twee of dryen wegh gegaen was; sommige seyden, hem hadde begeven in een kleyn schuytje. Daer wierd order gesonden aen̅ Gouverneur van̅ Tour om den Chancelour Jeffreys in stricter gevangenis te houden, alsoo S.H. geinformeert wierd, dat yder acces bij hem had, en̅ hij lichtelijck soude konnen eschapperen. Kreegh brieven van mijn vrouw van 16 Nov., 27 Nov., 12 Dec., 24 Dec., 28 en 30 Dec. | |
[pagina 54]
| |
der en̅ suster van sijne maistress, door een Switzer van̅ gardes, genaemt .....Ga naar voetnoot1), zijnde exemptGa naar voetnoot2) op 't Buytenhoff, soo als met de moeder uyt de kerck quam, geenleveert was, daer hij, een onnoselen bloedt wesende, seer over talmde. Boision had gehoort, dat de Milords desen dagh de Prins tot Protector of iets diergelijx geeligeert hadden, en̅ dat hij woensdagh daeraenvolgende een uytschrijving van een Parlament soude doen, ofte dat daerover soude geresolveert werden. Den dagh te voren savonts hadde men noch 300 man van̅ trouppes rontom Londen omtrent Sr James doen komen, op een gerucht dat daer was, dat de Papisten en̅ Yren iets tegens S.H. wilden ondernemen. Men hoorde noch niets sekers waer de Coningh heen was. Men sprack van trouppes die in Yrlandt vergaderden. Wanchoup was bij mij om paspt voor hem en̅ sijne Officieren te versoecken. Oock de Duchesse de la Corgnu, een oudt lang en mager Italiaens wijff, dochter van̅ Hertogh van Northumberland. De Mareschal de Schomberg seyde mij, dat daer een heele roman van haer was. | |
4 Dynsd.Sagh de acte, waerbij de Lords Ecclesiastical and Temporal S.H. versoecken bij dese extraordinarise occasie het Gouvernement op hem te nemen, en̅ oock de dispositie van̅ publicque inkomsten. Sagh oock de writGa naar voetnoot3), daerbij een Parlement door S.H. beroepen wierd tegens den 1. Febr. toekomende. Men wist noch niet waer de Coning naer toe was. Boision seyde, dat een man, die scheen kennis te hebben van̅ affaires, hem geseght hadde, dat in̅ Coninx coffers over de dry hondert duysent broad piecesGa naar voetnoot4) gevonden waeren. | |
[pagina 55]
| |
Zedert twee dagen sliep S.H. in̅ camer daer de gepretendeerde Prins van Walles geboren was, of geseght wierd te zijn. In de ruelleGa naar voetnoot1) naer̅ zijde van 't vier was een deur, gaende in een kleyn passagietje, en daer uyt quam men in een kleyne garderobbe, daer een smal deurtje in was, gaende door andere camers naer de backstairesGa naar voetnoot2); in die eerste garderobbe gingh de Coning om sijn soon te sien. Had dien dagh geweldigh te doen met schrijven. | |
5 Woensd.S.H. schreef aen Herbert 12 a 13 schepen te detacheren van̅ vloot en naer 't Veersche gat te senden, om de schepen naer̅ straet te convoyeren. Van̅ transport schepen te senden naer̅ rivier van Londen, soo veel als van noode waeren tot het overbrengen naer Hollt van 6000 man te voet en 1000 peerden. Met de rest van̅ selve schepen naer Hollt te gaen. Mr. Seymour, gewesen Speaker van 't Parlement, quam mij groeten in̅ antichambre. De commons van vorighe Parlamenten, onder Charles II geseten hebbende en̅ nu weder bij den anderen geroepen zijnde, versochten van sijn Ht betselve met de Lords eenstemmelijck. Mylord .......Ga naar voetnoot3) wierd geseght de associatie van̅ Lords niet te hebben willen teeckenen. Huerde een coetsier voor 4½ gl. sweeks. | |
6 Donderd.Was Mylord Craven smergens bij mij, eer mijn hosen aen had, praetende mij veel en luysterendeGa naar voetnoot4) op sijn manier van alle de dingen, die hij de Coningh met veel vrijicheit geseght hadde. Seyde mij self, dat hij in dat groot huys, hier vorens gemelt, in thien jaer niet geweest was. | |
[pagina 56]
| |
Dorp, die de garde te peerd bij de Coningh gecommandeert hadde, vertelde mij dat hij in 't inkomen te Rochester hem en̅ de gardes dicht nevens hem hadde doen rijden, seggende sigh alleen op haer te vertrouwen; dat aen hem en Weck, het volck te voet commanderende, bij een brief, die op sijn tafel liet legghen, yder 100 pond st. geordonneert hadde, en̅ aen den ouden Lt Levijn, die in Vlaenderen onder hem gedient hadde, 50 guinees voor een peerd. Was seer gequelt van̅ luyden, die paspoorten versochten, en̅ die S.H. scheen te affecteren van niet te willen teeckenen desen dagh, hoewel andere, die Bentingh liet schrijven en̅ hem bracht, wel teeckende. Een ouden Engelschen Ridder, genaemt .......Ga naar voetnoot1), als van paspoorten met hem sprack in̅ antichambre, seyde half gehoort te hebben, dat daer een office of comptoir voor dese dingen haest gemaeckt soude werden, en̅ dat die bij Mr. Harbord souden gedepescheert werden, dat noteerde. Men seyde in̅ antichambre, dat er seeckere tijdinghe was van̅ Coninx overkomste in Vranckrijck. Reck, de Majoor van Zuylestein, seyde, dat de Coningh, als hij in Engelandt was (met de jongen Hertogh van Hanover geloove) in deselve camer, dat nu de antichambre, de Coning eens inquam, doen even de sententie tegen Oates gegeven was, en̅ onvoorsichtelijck sijn blijdschap liet blijcken. | |
7 Vrijd.Quam Sr Joseph Williamson mij groeten; maer bleef niet langh, schijnende haest te hebben. De Wilde seyde mij, dat gehoordt had dat Jephson een heel deel paspoorten doen drucken hadde, daer de namen in soude suppleren; daernaer dat hij een Fremyn, uyt last van Bentingh komende, hadde moeten het kleyne segel terstont over geven, en̅ dat meende het aen̅ voorz. Jephson soude gegeven werden. | |
[pagina 57]
| |
8 Saterd.Vernatti was smergens bij mij en̅ begon mij van een sollicitatie te spreken. De Wilde seyde mij, dat het segel voorn̅ van Jephson hebbende weder geeyscht, hij hadde geantwoordt, dat dat niet konde geven, en̅ dat het oock doen in een derde handt was. Niet langh daernaer quam met een deel paspoorten, die hij seyde dat hem Jephson gegeven hadde; waeren bij hem gecontrasigneert, maer hij hadde geseght dat dat bij abuys geschiedt was en dat hij niet meer doen soude, soo hij verstaen hadde. Borselen seyde mij savonts dat een heelen hoop pasporten gedruckt op S. Hts tafel hadde sien legghen, vragende mij of ick daer heel af was; seyde: neen. Savonts sprack mij een man in̅ antichambre aen, swart van haer, kortachtigh en vet, naer mijn dunckt Fresor genaemt. Seyde Br. Christiaen in Vranckrijck heel wel gekent te hebben, presenterende mij tot Mr. Boyle te brengen, kende Newton en̅ Wallis heel wel, seyde de Chinees die te Winsor uytgeschildert stondt, seer wel gekent te hebben en̅ dat hij 20/m characters van buyten kon. Dat pater Couplet hem geseght had, dat de Chinesen seer groote liefhebbers van̅ astronomie waeren en̅ van̅ mathematiques, en̅ dat de jesuiten haer door deselve in China meest deden valeren, maer dat, om dat men haer langh van doen soude hebben, sij die konsten niet als heel langhsaem voort leerden. Was savonts bij Rooseboom, die mij all wederom begon te sustineren, dat het volck van S.H. in geen hooghe Engelsche charges souden konnen gebracht werden, meenende selfs dat het tegens de wetten was. En als ick het expedient van naturalisatie voorsloegh, seyde dat S.H. sich daerdoor den haet van̅ Engelschen soude op den hals haelen. Dat sij al reets een pick op Benting hadden, om dat soo veel directie had, en̅ particulierlijck tegens hem afgegaen hadden, om dat hij een van dese daegen niet | |
[pagina 58]
| |
thuys etende, tegen een van̅ Lords geseght had, of hij niet aen sijn tafel wilde gaen eten. Daer wierd een schrift gestrooyt genaemt: His Majs reasons for withdrawing himself from Rochester, writ with his owne hand and ordered by him to be published. De soon van̅ hr van Werckendam quam te Londen om sijn vaders charge bij S. Hs recommandatie te krijgen. Rooseboom seyde dat Chardin een spion van Barillon was. Was seer vol gedachten over dat werck van Jephson, en dat niet en konde sien wat S.H. met mij voor hadde. | |
9 Sond.Was smergens te Nachtmael. Jephson quam naermiddaghs in mijn camer, sonder vragen, met nogh een man, en seyde mij, als hem tegen quam en vraeghde wat sachtjens wat sijn seggen was: Sir my name is Jephson, en̅ voorts dat ymant van mijn servants was bij hem geweest om het segel te haelen, dat het tot mijn dienst was, maer voor hoe langh men het van doen soude hebben, dat hij daermede 400 brieven tot de convocatie van het Parlement moste segelen. Als hem vraegde of de Prins het hem te bewaeren gegeven hadde, seyde jae, maer dat het tot mijn dienst was, als het van doen soude hebben. Ick seyde dat het hem weder soude senden. De Wilde seyde, dat op sijn tafel een heel deel gesegelde en̅ bij hem gecontresigneerde paspoorten hadde sien leggen. Alle dese dingen chagrineerden mij seer, temeer om dat de Prins scheen te eviteren, dat hem de paspoorten soude presenteren om te teeckenen. Savonts stondt van 7 tot half 9 aen sijn deur in̅ drangh, en̅ liet hem seggen, dat daer was; maer kreegh geen bescheydt. Gaf of deede savonts de paspoorten geven aen Fremyn om in̅ camer te leggen en sien of de Prins die teeckenen wilde, gelijck de dingen van Jephson dede, soo ick hoorde. D'Avejan seyde savonts naer den eten, dat er meest alle avont adviesen aen̅ wacht gesonden wierden van luyden, die iets quaets in 't sin hadden. | |
[pagina 59]
| |
Oock dat de gerefugieerde Officieren, die in̅ trouppes overal geincorporeert waeren, seer qualijck getracteert wierden van ons volck en̅ overall met de schouder aengesien, zedert dat la Meloniere het commandement in̅ gardes gekregen hadde. | |
10 Maend.Kreegh geen tijding van mijne paspoorten, gingh oock uyt chagrin niet in de antichambre. Dorp, de camerlingh van Benting, had aen Fremyn geseght: wat mach dien armen de Wilde all schrijven? Jephson sal doch alle de paspoorten uyt geven. Jephson sondt een deel memorietjens van paspoorten, die Nederlanders raeckten, aen de Wilde. Dorp, de Ritmr, vertelde, dat hij aelbesien sonder kernen hadde, en̅ die maecken konde met het hout van̅ aelbesien te splijten en̅ het mergh daer uyt te krabben, en̅ dan het hout weder tsamen te binden en te laeten aeneen groeyen. Men seyde dat de Coningh van Vranckrijck het silver-werck van sijne onderdanen wegh nam, om geldt van te laeten slaen. De Prins was de Reine douariere besoecken. | |
11 Dynsd.De Prins schreef niet aen̅ Staten, als dat alle mogelijcke preparatie maeckte om met den eersten een considerabel getall van trouppen naer Hollt te rugghe te senden. Als savonts teeckende, seyde al lachende: wel wat doet van der Stael hier? die geck! Als ick seyde dat het was om het Burgemeesterschap van Gorcum, en̅ dat hij nogh wel een maent of sess weecken meende te blijven om de electie te solliciteren, als de nominatie soude gekomen zijn, seide hij: ja toch! of iets soo, en voorts railleerde op sijn platte neus, en seyde dat hij nu hier in Engelandt vrij toe bruijen mocht, door dien hij niet meer te verliesen hadde. Het jonghe volck, Duyvenvoorde, Middachten en oock | |
[pagina 60]
| |
Lander, seyden dat Langerack lustigh met de hoeren domineerde, een koets hadde van 4 guinees 's weex en 4 knechts, behalven nogh een, die hij uyt Hollandt wachte, en̅ dat de hoeren en sijn knechts hem Mylord noemden. De Majoor Lloyd vortelde historien van de Wilsons wijff, en seyde dat sij passeerde als seer gemeen zijnde. Was seer koude en̅ vroor sterck. | |
12 Woensd.Was naermiddagh met mijn koets uyt om mijn Neerlandtsche kleermaecker te soecken in C....Ga naar voetnoot1) garden, daer hij mij geseght hadde dat woonde, maer kon hem niet vinden. Daer naer was aen 't huys van Sonnius naer veel soeckens, maer hij was uyt. Was nogh seer koudt en̅ vroor hard, self in huys. Dorp seyde, dat de jonghe Rossum, die mede in Engelandt was, seer licht was en̅ altijt tot alle debauche gereedt. | |
13 Donderd.Was naermiddagh tot Sonnius, die mij beloofde saterdaeghs daeraen de rest van̅ papierekonst, die daer noch resteerde van Lely, te laten sien. Seyde, dat men vreesde dat in̅ naeste convention al vrij discrepante opinien souden voor den dagh komen, en̅ dat er onder de ecclesiastiquen voornemel. souden zijn, die noch loyalty tegens de Coning souden willen bethoonen, en̅ dat voorts in 't generael de Engelschen dit werck wel geern gedaen saghen, maer wel wilden dat het door een ander als haer gedaen wierde. Gaf mijn horologie te maecken aen een mr Louwns in̅. Pailemail. Hij maeckte van̅ repeating watches kleyne en̅ groote, de groote, seer net en fraey, voor 15 pont st. De Prins was savonts chagrin, en als hem eenige patenten braght bij sGravemoer gedicteert, soo vondt hij daer wat op te seggen, en seyde eens of twee mael: sGravemoer is geck, en̅ seght hem dat hij een geck is. | |
[pagina 61]
| |
sGravemoer seyde mij den volgenden dagh dat de Gr. van Solms hem geseght had, dat S.H. niet wel gesint geweest had en̅ met hem iets disputerende, hem hadde beginnen mijn heer te noemen. Bleef vriesen en̅ sneeuwen. | |
14 Vrijd.Smergens was mevrouw Wilson bij mij. Seyde onder anderen dat in̅ voorleden somer de Majoor Flud een joff. te Heusden met 2 kinderen gemaeckt hadde, die des anderen daeghs naer̅ craem in 't campement gekomen was. Klaeghde voorts van haere armoede en ongelegentheit door haer mans cassatie, en̅ seyde dat onlanghs Dijckvelt haer 100 ducatons gesonden had. Seyde dat 1 of 2 van̅ ghene die geteeckent hadden onder de attestanten voor̅ Prins van Wales, doen de Coningin in̅ kraem quam, daer niet bij geweest waeren. Dat sulx seker wist, en dat een van selve bij haer op die tijt geweest was; maer seyde evenwel te meenen dat de Coningin swaer geweest was; maer of het dese Prins van Wales was, daer sij van in̅ kraem gekomen was, dat scheen sij in twijffel te trecken en̅ grimlachte als men daer van sprack. S.H. savonts de brieven naer Hollandt teeckenende en̅ een voor Oyen, vraeghde of Oyen de heimwee noch niet en kreegh, en seyde dat geloofde dat er al veel die begonden te voelen. Was seer kout en vroor sterck. S.H. att tot Sidneys. | |
15 Saterd.Sr Thomas Ogle was smergens bij mij, sprekende van̅ continuatie die hij geern soude gehadt hebben van Governor of Chelsey College, een groot huys voor 't gebruyck als dat van̅ Invalides te Parijs. De Wilde seyde dat gehoort hadde, dat S.H. aen Jephson belast hadde veel van̅ paspoorten te nemen, jae tot 4 of 5 guinees toe, seggende: Take much and give it to the poore. Schijnt, hij in 't sin hadde het loopen van het volck naer Vranckrijck te beletten. Dat hij oock gehoordt | |
[pagina 62]
| |
hadde dat Jephsons volck paspoorten sonder naem op̅ beurs aen de meestbiedende venteden, en̅ daer veel geldt voor kreghen. Ymant vertelde mij dat S.H., de leste reys bij de Coninginne douariere zijnde en̅ met haer op eenigh discours gekomen zijnde van̅ bassetteGa naar voetnoot1), sij seyde dat men tot haerent noch al speelde, maer dat S.H. haer het plaisir van dat spell weghgenomen hadde, met de Lord Feversham, die tailleurGa naar voetnoot2) was, te doen arresteren, en̅ dat S.H. geseght hadde dat, als het daer alleen op aen quam, hij daer ordre in soude stellen, en̅ dat Feversham daerop gerelacheert was en̅ uyt den Tour ontslagen. Naer middagh was tot Sonnius, die mij een deel van̅ overighe teeckeningen en printen van Lely thoonde, oock een partije, die hij seyde met een ander daeruyt gekocht te hebben, veylde. Weder als te voren. | |
16 Sond.Dorp vertelde dat Germain deser daghe een festin gegeven hadde aen 6 a 7 luyden van 't Hoff, daer onder Owerkerck, Ginckel, de Fiscael, Voorst (nae mij voorstaet). Dat daer magnificq was opgeschaft geweest en̅ sess dames daerbij genoodt waeren, waer van yder 3 guinees had gehadt, soo sij self hem geseght hadden. De Prins reed naer de middagh uyt wandelen. Was tot Lankring, die all sijn konst opgepackt hadde. | |
[pagina 63]
| |
met een Engelsman in de comedie en̅ met hem gevochten, daer uyt gaende, de jongens met haer lincksGa naar voetnoot1) haer lichtende, maer wierden gescheyden. S.H. gingh savonts tot de Prins van Denemarcken en won daer 5 of 600 guinees. Was tot Sonnius de meeste naermiddagh en sagh daer teeckeningen. Lankring quam daer mede. Savonts kreegh een brief van̅ Mayor van Harwich, waer nevens mij een andere brief sondt, aen hem geschreven van Cramer en adviserende dat op woonsdagh te voren bij een Fransche caper genomen was een smack, gaende van Harwich naer Hollt, met vier maelen met brieven van soo vele postdaghen. De heer van Odijck arriveerde, zijnde overgekomen met de hren van Dijckvelt en Witsen. | |
18 Dynsd.Een kleyne Fransman, met name Haultefeuille, en wesende een liefhebber van̅ matematiques en̅ kennis van broer Christiaen, quam mij besoecken en̅ gaff mij een brief voor mijn voorz. broer. Was hier onder den treyn van madame de Bouillon en̅ stond om met haer weder nae Vranckrijck te gaen, soo ras sij een paspoort van Vranckrijck soude hebben gekregen voor het jacht, dat haer soude overbrengen. Men vernam dat de Staten Gn̅ael commissien hadden gegeven aen̅ Officieren van̅ nieuwe levées, en̅ dat de Pr. v. Waldec die hadde genomineert, laetende aen̅ meeste Ritmen en̅ Capiteynen permissie om haer onderofficieren te mogen maecken. Dat dese aenstellinge van Officieren, waer onder een groote menighte was van ongeëxperimenteerde luyden, een groot misnoegen maeckte onder de Officieren van de trouppes die hier waeren, en voornementlijck dat de Generaels alhier seer hoogh spraecken. Odijck, savonts in mijn camer komende, klaeghde seer | |
[pagina 64]
| |
over de manieren van doen in̅ vergaderinghe van Dijckvelt, en̅ daer over, dat hij pretendeerde sigh al de directie van de affaires aen te matigen, en vertelde eenige scherpe woorden, daerover tusschen henluyden gepasseert in de vergaderinghe. Oock eenige andere tusschen hem en̅ de Secretaris de Wildt voorgevallen, op het subject van̅ commissien van capers, aen de Wilde in blanco gelaten, doe wij vertrocken. Seyde dat Verbolt en̅ Cuyper miserabele flickfloyers van Dijckvelt waeren, de laetste op hoop van tot het secretarisschap van̅ Raedt van Staten te komen, Slingelandt seer afgaende, en̅ de andere om het presidentschap van̅ Raedt van Brabant, als Schilders soude sterven, te bekomen. | |
19 Woensd.Preswitz seyde, dat in de aenstellinghe van Officieren, in Hollt gedaen, veranderinghe soude komen; dat S.H. het aen̅ Graef van Nassau, gn̅ael hadde toegeseght en̅ met hem scheen geembarrasseert geweest te hebben, hebbende hem eenighe reysen belet met hem te komen spreken. Citters was bij mij om eene sijne sollicitatie van geldt te recommanderen. Mevrouw Wilson was weder bij mij, om haer mans affaires door mij aen Dijckvelt te doen recommanderen. Die van Londen waeren smergens bij de Prins om hem avances van geldt te presenteren, tot 3 a 4 millioenen toe, soo geseght wierdt. Naer middagh reed naer St. Paul Curchyard om eenighe boecken te koopen en̅ naer Transactions van Royall Society te vragen (die al te samen voor 't voorleden jaer stonden uyt te komen, maer noch niet gedruckt waeren). Wederom komende, als het bijnaer heel doncker was, smeet mijn coetsier mij om, midden op de straet. Rooseboom, die bij mij was, viel op mijn lijff, sonder dat ymant van beyden sich seer deed, of eenighe glasen van̅ coets aen stucken waeren. | |
[pagina 65]
| |
20 Donderd.Oyen en Haersolte waeren smergens bij mij, den eersten afgaende, naer sijn gewoonte, tegens de misslaghen die alle daegh begaen wierden, als ten regarde van̅ genomene buiten en̅ de aenstellinghe van Officieren in Hollt gedaen. Seyde oock, dat Witsen veel gesproken badde van̅ groote schade door̅ Fransche Capers gedaen, en dat soo veel emporteerde als de geheele onkosten van̅ staet van oorlogh voor een jaer. Naermiddaghs was tot Sonnius, en̅ sagh hetghene der noch resteerde van̅ teeckeningen van Lely. Savonts een uer langh voor̅ eten voor S.H. camer gewacht hebbende, om dat er eenige ordres te teeckenen waeren, daeraen dachte dat haest soude mogen wesen, quam naer den eten wederom, gingh in, hoorende de Graef van Solms en Mylord Shrewsbury binnen waeren, vondt daer oock Borselen en̅ 't volck van̅ Camer. S.H. sprack geduerigh met Shrewsbury, en̅ doen met een reverentie de afscheydt aen alle gegeven hebbende, siende mij aen, vraegde: isser iets? Ick seyde dat er eenighe ordres waeren om te teeckenen. Hij seyde, eenighsins suer siende, ick sal van avont niet teeckenen, en̅ een oogenblick daernaer seyde noch: Je moet nooyt savonts nae den eten! willende seggen niet te teeckenen brengen. Ick seyde: Mijn heer ick heb van te voren al langh gewacht, en ging heen. Dit surpreneerde mij wat, om dat soo dickwils van te voren mij naer den eten hadde doen komen. | |
21 Vrijd.Citters was smergens bij mij om mij van sijne affairen te spreken, en̅ had Cralingen bij hem. Gilbert, onse eene Fransche predicant, seyde, de schole de Maria chocqueerden malkanderen op het sujet van het enlevement van Madlle Gilberts dochter, door een Switser gedaen; quam daernaer bij mij daerover talmen. Was niet uyt om dat het postdagh was, maer S.H. seyde savonts tegen Benting, dat de brieven niet souden gaen, voor dat | |
[pagina 66]
| |
het schip daer̅ gedeputeerde mede gekomen waeren, soude vertrecken. | |
22 Saterd.Was smergens uyt met Meester tot Tempion, de horologiemaecker, die mij een repeating pocketwatch liet sien. Waeren nae een instrumentmaecker sien, die niet thuys was. Naer̅ middagh was naer Vernatti sien; maer was niet thuys. Savonts danckte mijn coets en̅ coetsier af, beyde afbetalende. Savonts att de kleyne Sr Richard Buckley bij ons en praete veel van̅ laetste Coninx doot, en scheen te gelooven dat die verhaest was, seggende sulx gehoort te hebben van eenen, die in die tijt van de Coninx laetste sieckte maer twee ueren uyt sijn camer geweest was. Seyde dat een man van verstandt, die self 15 of 16 kinderen gehad hadde, de Prins van Wales hadde sien baeckeren, doe hij maer een dagh of anderhalf oudt was; dat, bij contrarie van alle soo jonghgeborene kinderen, heel wit over sijn lijff was, en̅ dat hij uyt curieusheit de compres van sijn navel opgelicht hebbende, gesien had die was gelijck van een kindt van twee jaeren; dat die questie van̅ Prins van Wales, die van̅ Coninx doot, en̅ die van̅ doot van Mylord of Essex in de naeste Convention souden geexamineert werden; dat hij vreesde dat in̅ saecken, S.H. en̅ de Coninck raeckende, in̅ Conventie noch al veel dwarsdrijverije soude voorkomen van de zijde van ecclesiasticquen. | |
23 Sond.Wandelde naermiddagh wat met Favre in het Parck, daer het door den dooy seer vuyl was. Sprack de Lt Cor. Mackelligot, die mij tegen quam. Vernatti was smergens bij mij, seyde dat men in̅ stadt seyde, dat de Coningh naer Yrlandt was. Sr Rowland Guine wees mij in̅ antichambre een papist, die in̅ Coninx trouppen Lt Cor. geweest was. Daer was dien dagh, of die te voren, weder een order | |
[pagina 67]
| |
van S.H. uytgegaen, dat de papisten sich souden hebben te retireren van Londen. | |
24. Maend.Was Sr Rowland Guine smergens bij mij, en̅ praetende van̅ affairen van̅ aenstaende Conventie, seyde dat daer nogh al een partij voor̅ Coningh soude wesen en̅ spreken van met hem te accorderen en̅ bij gevolghe van hem weder in te roepen; maer dat hij evenwel meende dat de saecken heel wel souden gaen. Dat hij niet en geloofde dat men eenighe positive preuve hadde van̅ suppositie van̅ Prins van Wales, en̅ dat hij in̅ Haegh seer van die opinie was geweest, dat men dat point uyt de declaratie soude laeten, maer dat men het daer met geweldt hadde willen in hebben. En als hem seyde, dat de Prins v. Wales niet voor gesupposeert gaende, men verseeckert was dat er een papiste successeur soude wesen, seyde hij dat, als de vader soude verclaert werden van̅ Croon vervallen te wesen, het recht van sijn soon oock soude komen te corrueren. Was naermiddagh met Cralingen in de stadt en kocht voor dry pond sterl. de groote caert van Londen, door eenen Morgan gemaeckt, die van̅ Coning daervoor een present van 200 ℔ gehadt hadde. Waeren daernaer op de nieuwe beurs. Savonts vond op̅ antichambre, als naer S.H. gingh, Mylord of Bristol, die mij seyde dat hij uyt Dorchestershire quam, en̅ dat daer de election tot de convention waeren naer wensch gegaen, en̅ seyde onder anderen: I beliefe they will make him king. S.H. praete vrindelijck van schilderijen etc. Was smergens met de jonghe Caron bij sijn suster, madame de la Ferté, die al dry maenden in Engelandt hadde gerefugieert geweest met vier kinderen, daer van een kleyn jongetjen van 5 jaer en een groote dochter sagh, sij sat haer en hielde (sic) doe ick inquam. De Wilde seyde mij savonts, dat hij bij de hr van Dijck- | |
[pagina 68]
| |
velt geweest zijnde, over een brief, die ick geschreven had aen̅ Staten Gn̅ael, hij hem praetende geseght had, dat hij tot sijn leetwesen gesien had, dat S. Hts aensicht soo wel niet en stondt als te voren. Dat hij soo veel muyse-nesten en̅ affaires in sijn hooft hadde, dat het schrickelijck was, exaggererende dat tot een reys of twee toe. | |
25 Dynsd.Was smorgen W. Morgan, die mij de groote caert van Londen verkocht had, bij mij, deselve mij thuys brengende. Naermiddagh troonde mij Odijck naer Ouwerkercks camer, daer Zuylestein en Rooseboom vondt, en van daer liet mij sijn quartier sien, dat geweest was dat van du Puy, Camerling van̅ Coningh, kleyn maer netjens. Tegen een muer in een bleyckveldentje was een schilderije in fresco van een Neptunus etc., soo het scheen van Verio. De Wilde seyde mij, dat dien mergen een groote menichte volck bij hem was geweest om paspoorten, maer meest arm volck, naer Yrlandt en Vranckrijck willende. Dat Jephson hunluyden daer gesonden had, en dat daerom, soo hij meende, dat savonts te voren S.H. een groote quantiteit paspoorten voor hem geteeckent hebbende, geseght hadde, dat hij dat moede was en̅ eenighe tijt der geen meer teeckenen wilde. | |
26 Woensd.Smergens ten half achten van S.H. ontboden wesende, vondt in̅ slaepkaemer de jonghe Sr Edward Villers, die mij seyde dat naer den Haegh gingh om de Princes te halen; dat hij overgingh met twee jachten van̅ Coningh en̅ het schip van Capn Snelle, daer de Gedeputeerden mede gekomen waeren. Dijckvelt was in mijn camer en schreef een brief van instructie voor Hop te Weenen, om de desordres, door 't gepeupel van Londen naer 't vertreck van̅ Coning geperpetreert, te desavoueren, en̅ in 't toekomende moderatie in 't regard van̅ Catholycken te beloven aen̅ Keyser. Als S.H. de brief aen̅ Keyser self teeckende, seyde Dijckvelt | |
[pagina 69]
| |
daer bij wesende, dat hij hoopte dat die manier van onderschrijven haest soude veranderen, daer S.H. niet op en antwoorde. Was naer middagh een tijt langh tot madame de la Ferté; haer dochters saeten daerbij, d'eene van 13 en̅ d'andere van 14 jaer, maer lang van gewas. Lomaria quam daer oock. Als haer sprack van haer moeders veranderinghe tot het Pausdom, sprack sij al of dat maer feintes waeren en̅ dat sij de brieven aen haere kinderen in Hollandt, om mede paeps te werden, oock maer geschreven hadde, om als die quamen gesien te werden voor goed Catholyck te passeren. Schreef tweemael aen mijn vrouw, in̅ laetste brief om 25 pond choccolate, als de Princes soude komen. Att smiddaghs tot Odijck, daer nogh waeren Germain en̅ Giaur, wierd van tafel door een knecht van S.H. gehaelt. Sprack in̅ antichambre langh met Sr William Temple; had sijn soon bij hem. Deed een peerdt wegh dat door een scherpe steen in̅ voet zijnde gequetst geweest, soo als Arien de smit seyde, niet konde genesen werden. | |
27 Donderd.Was naermiddagh tot eene mr Browne, die eenighe prenten en teeckeningen hadde van kleyne importantie. Hij hadde den Hertogh van Monmouth, soo hij seyde, leeren teeckenen, soo veel tot de fortificatie van noode hadde. Had hem door Berenclaw leeren kennen. Hij hadde oock schilderijen, die niet veel weerdt waeren. Men sprack, en̅ oock de voorgaende, van dat S.H. soude mogen naer Winsor gaen, dat vremdt scheen, daer de tijt van̅ Convention soo naer op̅ handt was. Daer wierd iets geseght van dat het volck onder de Gn̅ael Major Douglas niet soude willen hebben marcheren naer Yrlandt. | |
[pagina 70]
| |
Daer naer quam de vrouw van eenen Barnewall, die hij ten Bosch getrouwt had, versoeckende dat haer man, die Vendrigh in̅ dienst van̅ Staet geweest was en̅ vertrocken op des Coninx order, nu weder in Hollt mocht Lt werden. De nacht, of avondt te voren, wierd in S. Hts garderobbe een deel goedt gestolen, een silver tepot, een goude lepel, een paer leersen en Kien sijn mantel, die den dief aen deed en brocht het goed wech. Liet een peruyck maecken door eenen Valenci in Leister-Fields. | |
29 Saterd.Was naermiddagh tot Sonnius en sagh de rest van Lelys printen. Hij seyde dat die Browne, daer ick donderdagh geweest was, een bedriegher was. Smergens was Wilsons vrouw weder bij mij en plaegde mij met haer mans affaires; seyde dat die vrouw, die daeghs te voren bij mij geweest was, van Barnewall, ten Bosch een schoolmaitres geweest was. Rooseboom seyde, op mijn camer zijnde, dat Seymour tegen de Prins was, en̅ van huys tot huys gingh om tegens hem te wercken; dat hij evenwell meende dat de groote saeck van̅ Croon soude doorgaen. Liet een nieuwe buys maecken tot mijn verrekijcker van Campani, bij eenen John Mareschal, houdende de winckel van mrs Whitehill in Ivylane, uytkomende in Newgate-street, at the signe of the three keys. | |
30 Sond.Zuylestein en Ouwerkerck waeren smergens in mijn camer. De eerste seyde, dat hij geen part pretendeerde te hebben in de groote deliberatien. Dat het in Engelandt de manier was dat de Favoriten en Counsellours wierden geaccuseert en̅ gestraft als de koningen qualijck gedaen hadden. Dat hij der niet om geven soude of de Prins hem wilde een Lord maecken, ofte het moste wesen om hem in de parlementen dienst te doen. Dat hij | |
[pagina 71]
| |
evenwel S.H. soude segghen, dat het nu aen deselve stondt om iets voor hem te doen. Ouwerkerck seyde mede, dat voor soo veel als aengongh part te hebben in̅ affaires, hij noch well een wist, die van Zuylestns sentiment was. Seyden dat Sr Rowland Guine in het Parlement veel luyden te lijff wilde. | |
31 Maend.Was smorgens met Sonnius tot eenen mr Walton, een schilder, die meest schilderijen verhielp, en̅ had er noch sommighe staen uyt des Coninx cabinet. Hij woonde in Great Lincolns-in-fields, in Holborn-row. Wij saghen daer de schilderijen, miniaturen en teeckeningen, die den 3. Febr. bij vendue souden verkocht werden, daer noch all vrij wat goets onder was. Lankring quam daer oock. Gingen van daer tot een schilder, genaemt Rylingh, een ordelijck goedt conterfeyter, die ons sijne teeckeningen liet sien, daer vele seer goede onder waeren, onder andere een seer groote op blauw gehooghde van Perino del Vaga, en̅ eene van naeckte vrouwtjens met de pen van Parmigiano, een van Giulio, daerin een kindt in̅ wiegh, met andere figuren; maer van Rafel sagh daer niet. De grootste leyden in een seer curieus gebonden portefolie van maroquin. Naermiddagh was op Meesters camer om iets te sien, en̅ van daer met Isac naer mrs Treslawny, logerende in Charles-street, Westminster over de Pear; sij was niet thuys, soo ons Michel haer meydt seyde. |
|