avond vreeselijke stuipen kreeg, zoodat men vreesde dat het den nacht niet zou doorkomen, ging Louize dienzelfden avond naar een bal, waar Dutry natuurlijk geen oogenblik van haar zijde week, en was vroolijker en bekoorlijker dan ooit. Daar het kind intusschen veel erger werd, heb ik, zonder dat iemand in huis het wist, er eenige nachten bij gewaakt, daar ik er niet zeker van was, dat de voorschriften van den docter getrouw en nauwkeurig door de onverschillige, slaperige kindermeid zouden opgevolgd worden. Gelukkig werd het toen weêr wat beter, maar het is en blijft een zwak, ongelukkig kindje, dat alleen door de teederste moederzorgen zou kunnen opgekweekt worden.
Neen, ik begin te vreezen dat Georges gelijk heeft, en dat, hoe ik er mijn best ook toe doe, ik nimmer zal leeren denken en handelen, zooals het een vrouw van de wereld betaamt.
Zoo moet ik het mij, bij voorbeeld, ook al niet aantrekken, dat ieder woord, dat ik met Georges wissel, de geheele familie de Beauval aanleiding schijnt te geven tot vermoedens, die hij even belachelijk zou vinden als ik, wanneer hij ze gewaar werd. Sedert eenigen tijd nemen allen, tot mijn verbazing, een air aan, alsof het een uitgemaakte zaak is dat Georges mij het hof maakt, ofschoon de arme jongen daar toch waarlijk alles behalve reden toe geeft. Gelukkig ten minste, dat hij van dit alles niets bemerkt, want wat zou ons dit in een belachelijke positie tegenover elkander plaatsen! Ik weet eigenlijk volstrekt niet hoe ik in deze zaak handelen moet, maar ik geloof dat het beste wat ik kan doen is,