Oeuvres complètes. Tome XXII. Supplément à la correspondance. Varia. Biographie. Catalogue de vente
(1950)–Christiaan Huygens– Auteursrecht onbekend
[pagina 80]
| |
XLIV.
| |
[pagina 81]
| |
saecke, soo in Holland als Engeland en andere plaetsen, mochte aengeleght werden. Maer hy, in plaets van mij sijn meyninghe dienaengaende te laeten toekomen, sendt my een brief van geheel anderen inhoudt, sustinerende, dat my in dese vondt van Oost en West geen part met allen toe en komt, sijnde wel, seght hy, mijne horologiën het fondament daervan, maer wederom de oude horologiën en het pendulum het fondament van mijne horologiën en dienvolgens ick niet meer gerechtight, om deel te pretenderen in dese inventie der lenghden, als souden sijn de inventeurs van de oude horologiën en van het pendulum, indien sy in 't leven waeren. Ick geloove niet, dat noodigh is UEdt. te thoonen de absurditeyt van dese procedure. Ick hebbe daerop soodanigh geantwoordt, als my dachte deselve te meriteren, en misschien, dat hy, daerdoor gedesabuseert sijnde, sal hiernaer de reden plaets geven. Doch dewijl oock anders soude konnen uytvallen ende hy misschien niet alleen in Engelandt, maer oock in Hollandt mochte ondernemen gemelte inventie als de syne uyt te geven, soo hebbe ick mits desen UEdt. willen bidden, dat, indien de voornoemde Brus, nu geheten de graaf van Kincardin, ofte iemandt van synentweghen, sich daerover aen de heeren Staten-Generael ofte aen mijn heeren de Staten van Hollandt quaeme adresseren, om iets van privilegiën ofte andersints te versoecken, dat UEdt. gelieve in acht te nemen het ongelijck, dat my daerdoor soude geschieden, ende 't selve, sooveel mogelijck is, te willen helpen voorkomen. UEdt. weet, dat mijn intentie altijdt geweest is gemelte horologiën tot de zeevaert te appliceren, ende gelove niet, sal oordelen, dat de inventie daervan laet de myne te wesen, alhoewel ick die publyck gemaeckt hebbe. Ick wenschte wel, dat, de affaires, om welcke mijn vader hier dus langhe geweest isGa naar voetnoot3), eens een eyndt nemende, ick met hem naer huys mochte keeren, om mijne eyghene in 'tgeene voorszeid te konnen waernemen, hebbende noch onlanghs seeckere niewe veranderingh aen de voorszeide horologiën gepractiseertGa naar voetnoot4), waerdoor deselve grootelyx werden verbetert, soodat ick aen goede uytkomst van dit werck weynigh meer twijffele. Ondertusschen my op de gunste van UEdt. verlatende, die ick hope myne interessen in recommandatie sal houden en my dese importuniteyt vergeven, blijve,
Myn heer, UEdt. ootmoedige dienaar Chr. Huygens van Zuylichem |
|