Oeuvres complètes. Tome IX. Correspondance 1685-1690
(1901)–Christiaan Huygens– Auteursrecht onbekendNo 2630.
| |
[pagina 529]
| |
wijse en maniere om de horologies uijt en in malkandere te nemen; sullende daardoor de schroom, die ik hebbe ommer eenigh ongemak aan te brengen, geheel verdwijnen. Wel is waar dat de Rethour schepen op 4 na behouden zijn gearriveert, maar als 2 comp.s cruijsers (Java en Sylvesteijn) die haar geconvoijeert hebben, wederom op dese noch achter blijvende schepen gemandeerd wierden te cruyssen, zoo kan ik uE. a: van de stand der aanstaande besendingh van schepen niets naders communiceren; doch alsoo ditto cruysers nu weder contramande hebben ontfangen, en de Timmermans Baas na Texel gesonden is, om te sien of se sonder daar van daan te komen connen wat gerepareert worden, zoo twijffel ik niet of dese sullen op sijn spoedigste afgevaardight worden ende de reys ondernemen; nochtans weet ik niet, wanneer de E: Comp.ie mij sal gelieven aan te nemen en een horologiemaker, hoe wel er maar bequame tijt ooghschijnlijck overigh is, omse met een van dese twee schepen te versenden, daar en boven laat het sich aansien als of er van dese toekomende winter geen schepen meer sullen gaan, en betuijgende nochtans mijn goede intentie, en niet anders wenschende als uE: achtb. te betonen dat ik eer met er daat als met woorden, ben
uE: gestr: seer onderdanigen dienaar Jan de Graaff.
Actum Amstelodami Den 18 octob.
Aan de Ed.le Chris. Huijgens Heer van Zelhem tot Voorburgh. |
|