Voorrede tot den Lezer of Zanger.
BEminde Lezer, dit kleine Boekje, word u
met genegendheid opgedragen, op
hope,
dat de Goddelijke goedheid geven zal, dat
het aan uwe dierbare
ziele eenig voordeel mogt
doen, om in waarheid deel te mogen hebben aan
en
in Gods Koninkrijk.
En 't geen ik voor af te zeggen heb, is zeer wei-
nig, namelijk, dat ik niet als een volstrekte Auteur
hier van kan
aangemerkt worden. Want behalven
dat ik door een ander d'aanliedinge tot
deze Zinne-
beelden &c. gehad heb, zo heeft het ook een mijner
lieve
Vrienden, meer in de Poësy ervaren als ik, ge-
lieft, op mijn verzoek, een hand van correctie en
byvoeging merkelijk
daar aan te leggen.
Maar van meerder belang acht ik, dat U.L. ge-
lieft te weten, als hier en daar iemand sprekende
word ingevoerd,
niet mijn Persoon eigendlijk,
maar eener die zo bestaat, moet worden
verstaan;
by voorbeeld, pag. 9. vs. 2, en 3. en op andere plaat-
sen meer: als die garen en van herten met schaamte
bekenne, dien
stand noch niet bereikt te hebben;
Waarom ik ook hope, dat dit Boekje voor
mijne
ziele, gelijk als voor d'uwe, een Spiegel van goede
onderwijzingen zal zijn, en dat de goede God ons
te samen verwaardigen zal
in Jesus Christus hoe lan-
ger hoe meer bequaam te maken om als kindertjens