Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar

[p. 671]

[96] Enckhuysen

Overlevering

(Zie ook de pagina's 647-652)

H1	fol. 6^v
H2	fol. 17^r
H2-Ot
Ot	B^r, p. 9
K1	[Y4]v, p. 184
K2	Y^v, p. 170

Datering

H1 is gedateerd: 11.^a Sept. 24 (= 11 september 1624).

Varianten

1	H1	Van		enckel' huijsen	is groot Roomen op-gegroeijt,
	H2	[	]	enckel'-huijsen	[	]
	Ot	[	]	Enckel'-huysen	[	]

2	H1	En ick van		enckele.		groot	Roomen heeft		gegloeijt;
	H2	[			]	Groot	[	]	gegloeijt,
	Ot	[	]	enckele:		[				]

3	H1	En ick ben platt^a		gebrandt.	groot Roomen is herboren,
	H2	[	]	gebrandt:	[	]

3		[marge]
	H1	a.^o 1292. Door den heere Jan | van Arkel ende Vincent | van Putten van wegen de | Hollanders.
	H2	[Door] de Heeren [Jan van | Arkel ende Vincent van Putten | van wegen de Hollanders.]

4	H1	En ick van niews herbouwt, beij beter dan te		vooren.
	H2	[	]	voren:

5	H1	Groot Roomen heeft sijn		Iock	den		Spagnaert	opgedruckt,
	H2	[	]	jock	[	]	Spagnart	[	]
	K1	[				]	Spagnaerd	[	]

6	H1	En ick mijn' vrijen hals het Spaensche jock		ontruckt.
	K1	[	]	ontruckt,

6		[marge]
	H1	1572.
	H2	A.^o [1572.]
	Ot	anno [1572.]
	K1	[1572.]

7	H1	Noordholland hebt uw deel in d'eere van uw' Vrijheit,
	H2	Noordholland,[	]

[p. 672]

8	H1	Maer weet dat d'eerste steen van 'tgroote werck in mij		leijt;
	H2	[	]	leit;
	Ot	[	]	leit,

9	H1	En, quam de heele buert te		deijnsen	tot den		vall,
	H2	[	]	deinsen	[	]	vall
	Ot	[				]	vall,
		[ondertekening en datering]
	H1	Constanter. | Hag. 11.^a Sept. 24.
	H2	[ontbreekt]