Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar

[93] Briel

Overlevering

(Zie ook de pagina's 647-652)

H1	fol. 9^r
H2	fol. 16^r

[p. 667]

H2-Ot
Ot	[A4]^v, p. 8
K1	[Y4]^r, p. 183
K2	Y^r, p. 169

Datering

Huygens dateerde H1: 21.^a 7bris. 24 (= 21 september 1624).

Varianten

1	H1	'Ken ken geen^a Heele		meer	en Breehiel is mij vremt:
	H2	[	]	meer,	[	]

1		1 [marge]
	H1a	Soo wordt de Mase genoemt door Plinius.
	b	<De Maze word.>
		De mond vande		Mase word Helium	geheeten door		Plin.
	H2	[	]	Maze wordt Helium	[	]	Plinius.

2	H1	Nu		houd	ick met den naem die opden neuse klemt:
	H2a	[	]	houd'	[	]
	b	[			]ick't [met	]
	Ot	[	]	houd	[	]

4	H1	All vroegh		sijn avont-uer en hoe 't'er noch sou rasen
	H2	[	]	sijn' avont-uer, [en	]

5	H1	Om Hollands		Vrijheit las. Wat leijt mij aenden lof
	H2	[	]	Vrijheidt,	[las.] [Wat] leght [mij] aenden loff
	Ot	[			las.] [Wat	]
	K1	[			las.] [Wat	]

6	H1	Van uijt de diept' gedijckt, van kleij geworden		stof,
	H2	[	]	stoff,

7	H1	Van stercke Zee-gebuert?^b		'khebb	door het spits gebeten,
	H2	[	]^b.	'Khebb	[	]

7		[marge].
	H1	a.^o 1572.
	H2	A.^o 1572.
	Ot	Anno [1572.]
	K1	[1572.]

8	H1	Dat heeft vrij Nederland mijn' tanden danck te		weten;
	H2	[	]	weten:

9	H1	Daer gaet'er veel ten		strijd,	en 'twinnen wordt gemeen,
	H2	[	]	strijd',	[	]

[p. 668]

10	H1	En volgers winnen		oock,	maer voor en		wint	maer een.
	H2a	[				]	wind	[	]
	b	[				]	wint	[	]
	K1	[	]	oock;	[				]
		[ondertekening en datering]
	H1	Constanter. | 21.a 7bris 24. Hag.
	H2	[ontbreekt]