Anna Roemers Visscher had gereageerd op Huygens' lof aan haar adres in het gedichtje aan het bruidspaar De Vogelaer-Van Ceulen [6]. In dit vers tracht Huygens Anna over te halen hem die reactie op schrift te geven. Hij kan dan nadenken (‘met sinnen over-leggen’) over het oneindige verschil tussen hun beider geesten. Hem zal dan duidelijk worden welke ‘Son’ hij met zijn vleugels van was heeft geprobeerd te naderen.
Literatuur
Strengholt 1976, p. 127-128 en p. 137 n. 2; Smit 1980, p. 73; Keesing 1987a, p. 41-42; Leerintveld 1989, p. 29-30; Schenkeveld-Van der Dussen 1999, p. 24-26.
Uitgaven
Beets 1878, p. 71; Worp, Gedichten.i, p. 129-130; Davidson en Van der Weel 1996, p. 40-41 (met vertaling in het Engels).
Overlevering
H
Autograaf Huygens ka xla, 1619, fol. 4r. Een enkel blad papier van 270 × 100 mm. Onder dit gedicht begint [8] Oudt-Vader Amstel-Stroom.
Datering
Huygens dateerde dit gedicht: 14 febr. mdcxix.
Varianten
13
H
Wat Son mijn wasche wieck <h>>getracht heeft te genaecken