Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 1. Teksten
(2001)–Constantijn Huygens– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 286]
| |
[95] Hoorn.(aant.) (aant.)Ben ick de MoederStad van soo veel moedigh bloed,
Dat soo veel wondren dé, en soo veel wondren doet;
Van Mannen die vermant voor Mannen noijt en weken,
Van Zeilers die verzeilt voor Zeilers noijt en streken;
5[regelnummer]
Heb ick van allenGa naar voetnoota eerst 'tgroot Haring-nett gebreijdt;
Van allen eerst gespreijdt, van allen eerst verbreijdt;
Ben ick de Zuijvel-mouw van voor en achter Stavren,
Ben ick soo verr ick sie de Vrouwe vande Klavren;
En vraegtmen hoe ick Hoorn van ouds herr heeten moet?
10[regelnummer]
En heet ick anders recht als Hoorn van Overvloed?
|
|