61 10 11 1609 Ged., dl. 1 p. 18
Aan vaderaant.
Juist toen ik, allerliefste vader, mijn laatste verzen gaf, vroeg u: ‘Maak je, mijn Constantijntje, nog af en toe verzen?’ Wat! Denkt u, vader, dat ik daarmee ophoud? U vergist zich. Niet altijd, inderdaad, maak ik wat, of geef ik u wat - ook Apollo kromt niet altijd het hoorn van zijn boog. Maar zoals een dresseur het paard leert verschillende cirkels te maken in de wei en af en toe de teugels viert, zo moet ook bij ons een enkele keer de halster worden losgemaakt.
10 november 1609. 13 jaar.