Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens7051. J. de Huybert. (H.A.)Het verheugt mij zeer, dat gij op uw leeftijd nog zoo krachtig en gezond zijt en dat gij, volgens uw brief, dien langen marsch achter het lijk van de Ruyter hebt kunnen maken. Mijne dochter Anna moet spoedig voor de derde maal eene operatie ondergaan; misschien kom ik daarna met haar in den Haag en zal u dan op Hofwyck bezoeken. Intusschen dank ik u zeer voor uw gedicht. De oude Crommon2) houdt zich goed, maar Mevr. Staes3) en Jordaens4) te Antwerpen worden kindsch. Als ik wist, dat ik nog veel ouder zou worden, ging ik weer trouwen. Fr. van Watervliet, heer van Ellewoutsdijck, is door de Heeren van Goes tot gecommitteerde raad gekozen. Mijne dochter gaat over enkele dagen vol moed op reis, om zich te laten opereeren; zij verzoekt mij u te groeten. Middelburch, den 30 April 1677. |