6860. J. de Huybert. (H.A.)
Het aenbesteden van den grooten desolaten boedel aen dien eminenten Heer soude, naer mijn gerinck oordeel, niet onpasselijck zijn gekomen, in gevalle denselven met oude, wijse en verstandige practisins hadde believen te procederen tot de reddinge van dien, als sijnde bij de oude practisins den voorss. boedel ten anderen tijden noch vrij swaerder en desolater gesien, maer gemerckt, daerontrent niet en wert gedanst op den ouden trant, nemaer door hooge practisins niewe tonen en deunen erdacht, die met de nature van de natie, noch met hare oude gewoonheden niet wel overeen en komen, soo zijn [wij] ten alderhoochsten beducht en van herten bedrouft, dat den grooten aenbesteeden boedel wel heel desolaet sal komen uijt te vallen ende dat alle de crediteuren met eene groote niet werden afgewesen. Ick zijn evenwel, nae mijne cleijne kennisse, van dien advise, dat de saecken wel wordende beleijt ende de rechte stucken en bescheeden van dien tot sijnen voordeel door oude en getrouwe practisins bij malkanderen gebracht, daer noch groote capitalen en genereuse zommen boven alle pretensien souden komen over te schieten, ende daermede de vader met alle sijne kinderen in credijt en eere werden gehouden. Hoe het sij oft niet, den voorss. boedel staet in eene gans bedroufde en sware gelegentheijt, niet wel wetende, wat te sullen doen oft laten, en waerover wel met rechte een groot consultum van oude, ervaren en bescheijden practisins behoorde te werden aengestelt, om op de uijttinge van den voorss. boedel, eere en credijt van dien te werden gelett en heijlsamelijcken geresolveert. Maer, mijn hoochgeeerde Heer, wie sal dese vergaderinge leggen? dese practisins bijeenroepen? de voorstellinge doen? de advisen aenhooren? de conclusie formeren? ende voorts te brengen ten profijte ende voordeel van denselven boedel? In gevalle