6675. Aan graaf Johan Maurits van Nassau. (K.A.) Fr.
Hierbij gaat het bewijs, dat de 1100 ℔ geleend zijn, en ook het bewijs, dat de West-Indische Compagnie ze mij niet heeft uitbetaald. De schuld heeft haar oorsprong in ons gezamenlijk bestellen van kalk uit Luik; de schipper, die ze bracht, is mij eene nog grootere som schuldig gebleven ..... 4e Sept. 1668.
Ik hoor, dat het Aeckerlant ter beschikking van Uwe Hoogheid is gelaten.