Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687

6582. Aan C.C. Romph²⁾. (K.A.)

Ik heb van den heer Nantueil³⁾ een prachtig portret van den Koning gekregen. Wilt gij hem daarvoor bedanken en hem deze paar versjes laten lezen:

Nature a confessé ne pouvoir rien produire, etc., en Cui similem Regi dare se natura negavit, caet⁴⁾.

Welk een vreeselijk godsoordeel over Londen⁵⁾? Wij maken ons ongerust over den heer de Beaufort⁶⁾, van wien wij niet begrijpen, dat hij niet snel naar de vloot is gegaan. ‘Conjoinctement nous allions faire des merveilles, separement c'est une autre affaire et qui donne fort à penser’ ..... A la Haye, ce dern.^r de Sept. 66.

2) Kopie van andere hand.

3) Zie blz. 188.

4) Vgl. Gedichten, VII, blz. 100 en 99; zij zijn den 29^sten September geschreven.

5) De bekende brand, die van 12 tot 16 September woedde en waardoor twee derde van Londen verwoest werd. Huygens schreef er twee Latijnsche versjes op (vgl. Gedichten, VII, blz. 100, 101.)

6) Zie II, blz. 71. Hij was bevelhebber van de Fransche vloot, die zich met die van de Ruyter moest vereenigen tegen de Engelschen.