Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend6445. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)Die brief van BeauregardGa naar voetnoot2) is weer echt. Sauzin heeft toch eigenlijk geen reden om boos te zijn, maar wij zullen hem later tevreden stellen. Het is de vraag, of de pachters met uwe uitspraak genoegen zullen nemen. ‘Je suis fort aise de la recherche que vous avéz faiet de nos tiltres du peage sur le Rhosne, et que vous en ayéz trouvé asséz pour satisfaire a la plus rigoureuse enqueste.’ Zij zijn al vroeger in Frankrijk getoond en het is dus wel vreemd, dat men nu weer met die zaak aankomt. Gij moet u daarover tot de ministers richten en eene lijst van de stukken opzenden; misschien laten zij de zaak dan rusten. ‘Il me tardera de voir le recit de l'action solemnelle et publique du renouvellement du serment de fidelité de toutes les communautéz, de la confirmation des edicts et de la lecture et publication de l'amnestieGa naar voetnoot3). Je seray bien aise de voir les harangues qui y auront esté faictes, comme je le serois bien aussi de celles qui ont esté prononcées a vostre arrivée, n'ayant veu que celle de M. Chambrun. J'approuve en tout ce que vous avéz faict avec le Parlement, et surtout vostre exhortation vigoureuse, sur leurs addresses, leurs plaintes, et leurs remonstrances, ce que vous auréz veu estre tres-conforme a mes intentions.’ Gij moet vooral zorgen, dat het verledene geene aanleiding geeft tot nieuwe onaangenaamheden. Als de heer Milet aangekomen is, zullen wij beraadslagen over uwe terugkomst; gij hebt recht er naar te verlangen. A la Haye, ce 21 May 1665. De graaf van Dona verheugt zich zeer over hetgeen er na uwe komst te Oranje gebeurd is. |
|