Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend6443. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)Met genoegen heb ik uit uw brief en de bijgaande stukken gezien ‘ce qui s'est passé en l'action solemnelle qui s'est faicte en l'assemblée mixte du Parlement et du Bureau des domaines que vous aviéz faict convoquer au chasteau’. Ik kan niet anders dan uw gedrag zeer prijzen. Ik begrijp nu ook, waarom gij niet eenige dagen hebt laten voorbijgaan ‘entre la cassation et le restablissement’. - Het zal geschikt zijn, om de pacht te hernieuwen. Het spijt mij, dat de heeren de la Pise en Sauzin ontevreden zijn. Maar de eerste heeft daartoe geen recht, omdat de benoeming van den heer GuiranGa naar voetnoot2), wiens vader het eenige Parlementslid is, dat altijd onze zijde heeft gehouden, geen afbreuk doet aan de zijne. En tot griffier van het Parlement is in 1661 Deidier benoemd, de zoon van den vorigen griffier. Sauzin heeft de betrekking voorloopig bekleed, terwijl hij benoemd is door het Parlement, dat daartoe niet het recht had. Hij heeft zich echter in dat ambt goed gedragen en er moet dus iets gevonden worden, om hem schadeloos te stellen. Laat hier geene deputaties heenkomen. A la Haye, ce 7e May 1665. |
|