Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend6237. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)Baron von Blumenthal, die hier geweest is, heb ik gesproken; van de tusschenkomst van den Engelschen gezant heb ik nu ook niet veel idee meer. Wij moeten onze klachten niet indienen bij den Koning, maar bij den heer de Lionne en de andere ministers. Die brief van den commandeur De Gout aan het Parlement is heel kras en druischt wel zeer in tegen al de verzekeringen van den Koning, ook door zijn gezant hier gegeven, ‘qu'on laisse le Prince en l'entiere possession et jouïssance de ses domaines, et de ses droicts a Orange, sans que le peu de garnison que le Roy est obligé d'y tenir pour quelque petite consideration luy porte aucun empeschement’. Wij mogen wel daartegen opkomen. - De heer GaillardGa naar voetnoot1), vroeger predikant te Montauban, nu te 's Hertogenbosch, zendt u een stuk toe, waaruit blijkt, waarom hij uit Montauban verbannen is; hij zou gaarne willen, dat het in handen kwam van den aartsbisschop van Parijs en daardoor van den Koning. De heer d'Estrades heeft beloofd hem te helpen. A la Haye, ce 20e Mars 1664. |
|