Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend6019. Aan prinses Amalia van OranjeGa naar voetnoot1). (H.A.)Als er soms iemand naar Engeland wordt gezonden, om bij den Koning of het Parlement aan te dringen op betaling van het geld, hoopt mijn oudste zoon, dat hij daarvoor niet zal worden aangewezen, omdat hij volstrekt niet tegen de Londensche lucht kan. Ook moet hij bij mijne lange afwezigheid t'huis blijven. Mijn derde zoon heeft mij hier gezelschap gehouden, maar nu heb ik hem weggezonden naar Zuylichem, dat hij gewoonlijk administreert. ‘C'est un vray homme d'affaires, et qui ne hezite nulle part. Je seray tres-ayse d'en veoir venir un à Orange qui vaille plus que luy en sçavoir, en jugement et en courage, mais peut estre n'y en viendra-il point. Je me suis acquitté en bon serviteur, quand j'en ay faict offre à V.A. En Angleterre mesme je sçay qu'il seroit capable de rendre plus de service que personne, parlant ceste langue là comme la flamende, et toutes les autres de la Chrestienté presque. Mais je suis si rebuté de presenter ce qui est de moy, que je ne puis plus resoudre de m'y hazarder’..... De Paris, 26 Jan. 1663. |
|