Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend5211. J. van VlietGa naar voetnoot3). (L.B.)Ik ben steeds met uw zoonGa naar voetnoot4) geweest en heb met hem omgegaan als met een broer. ‘No commission, no message, no visite, nor publick, nor private, I have been charged withall, in which your sonne did not assist me. And wither-soever mylords went, the first gentleman called to their attendance was your sonne. Whereby mylord Cats so well is informed of his good parts and abilities - I can say no lesse for his worthinesse, and will say no more for to avoide all suspicion of flatterie - that no message of his lordship was delivered or trusted to any of our gentlemen, but to him’. Uw zoon heeft daardoor veel geleerd, zoowel van de taal als van de wijze, waarop hier de publieke zaak wordt behandeld. Ik spreek bijna niets dan Engelsch met hem | |
[pagina 138]
| |
en hij heeft groote vorderingen gemaakt. Het weinige goede nieuwe, dat hier is, zal uw zoon u wel geschreven hebben. Denkt gij nog eens aan de arme stad, waar ik woonGa naar voetnoot1), en aan het stervende College? In haste, the 26/16th Jan.ry 1651/2 - for so they write here still - London in the feelds. Postday. Dedelijs sobrinisGa naar voetnoot2) S.P.D. |
|