Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend5114. J. MotsfeldGa naar voetnoot7). (H.A.)aant.Wy hebben heden Ha. Hoogh. geseidt, datt niemandt van ons hoff tot de begrafenis genodigt isGa naar voetnoot8); Ha. Hoogh. concludeerden oock dit onder meer andere errreuren, gaf den heer hoffmeister commissie, mit iemandt van | |
[pagina 75]
| |
de raden te spreken, of die van Ha. Hoogh. hoff souden admitteert worden ende in watt rang. Ick hebbe Mynheer by dese gelegenheit niet willen importuneren ende doch om een woordtjen van advys bidden moeten, of [UE] oordeelt, datt d'onse sich souden aen te geven hebben ende in watt rang, ende of daerover souden mogen dispuijt te verwachten hebben, als oock watt UE my souden willen raeden. 7 Martij 1651. |
|