Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend5017. A. DeusingGa naar voetnoot3). (B.M.)Gij hebt meermalen uwe goede gezindheid jegens de Groningsche Universiteit getoond en bent bij uw laatste bezoek alhierGa naar voetnoot4) zoo vriendelijk jegens mij geweest, dat ik het waag u met een verzoek lastig te vallen. De Keurvorst van Brandenburg heeft bepaald, dat in het gebied van Cleve alleen zij, die in de streek geboren zijn, ambten kunnen bekleeden; mijn broeder Johan, die te Gennep sedert jaren schepen was, heeft nu voor anderen moeten wijken. Wij zijn uit Meurs, en dus van oudsher onderdanen van den Prins; mijn oom Reinerus Vermeren bekleedt daar ambten. Zou de Prins er niets aan kunnen doen, dat de Keurvorst minder hard optrad tegen de ambtenaren in Cleve en dus ook tegen mijn broeder? Groningae, Prid. Cal. Jan. (= 31 Dec.) anni salutis MDCL. |
|