Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4683. J. van WijnbergenGa naar voetnoot3). (H.A.)Ik schrijf aan Z.H.Ga naar voetnoot4) over den slechten toestand van het garnizoen hier, dat veel te klein is; tien compagnieën is veel te weinig. Elke nacht zijn zeven compagnieën noodig voor de wacht en het dient toch zoo te zijn, dat de soldaten om den anderen nacht de wacht houden. Maar het moeten Duitschers of Nederlanders zijn, geen Franschen of anderen, die 's winters niets waard zijn bij het ‘ysen’ en die het hier ook niet goed kunnen volhouden. Ook moet men bedenken, ‘dat hier boven 40 burgers van de religie niet en woonen, synde de reste niet alleen Paeps, maer Spaenschgesint, end of t'getal niet groot is, soo syn se nochtans bedenckelick’. Rynberck, den 18tob. (Oct.) 1647. |
|