Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4684. J. SpronssenGa naar voetnoot5). (L.B.)Hare Hoog Mog. hebben de missive van Z.H. ontvangen, waarin hij bericht, dat hij Donderdag in den Haag zal komen. Den heer de S.t HibalGa naar voetnoot6) is toegestaan zestien paarden te mogen uitvoeren naar Frankrijk voor den hertog de LonguevilleGa naar voetnoot7). Aan de plenipotentiarissen te Munster zal worden geschre- | |
[pagina 432]
| |
ven, dat zij de Spanjaarden eene duidelijke verklaring moeten vragen aangaande de ‘noch differentiale pointen.’ Op verzoek van Holland is uitgesteld, om met Z.H. te spreken over ‘desseinen van oorloch .... Ick hebbe voor weynige dagen d'andere Provincien d'Heeren van Hollandt hooren aenmaenen met dese woorden: Men behoort Syne Hoocheijt een machtich leger onder te stellen ende daermet te laten continueren de heroicque daden van syne Heeren Voorvaderen, ende in gevalle wij dat in den beginne van de somer hadden gedaen, de gedesireerde, eerlicke, Goddelicke ende verseeckerde uijtcomste van den langdurigen, bloedigen ende landtverderflicke oorloch ware nu albereijts getroffen geweest.’ - Er is heden besloten aan de colleges der admiraliteit aan te schrijven, dat zij moeten oppassen, dat de schepen naar Portugal geen contrabande vervoeren, en dat zij spoedig bootsvolk voor twaalf oorlogsschepen naar Frankrijk moeten aannemen. Het plakkaat over de paspoorten zal worden hernieuwd. De Hessen hebben eenige gevangenen van de troepen van Lamboy naar Oldenzaal gebracht, wat gevaar kan opleveren voor de provincie Overijsel; er zal over gesproken worden met Z.H. In den Hage, den 1 Octob. 1647, s nachts. |
|