Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4682. J. de Knuijt. (H.A.)Dese weynige regulen dienen alleen om den ingeslotenen t'accompagneren, daeruyt Uw Ed. sal konnen vernemen, hoeverre onse negotiatie met Spaingen geavanceert is. Indien Syne H.t eenige consideratien mochte hebben op de pointen van deliberatie, die uyt den mont van den heer de BrunGa naar voetnoot1) aengeteyckent hebbe, bidde op t spoedichste mij daervan communicatie gelieff te geven, opdat soo veel mogelyck mach trachten alles tydelyck daernaer te dirigeren. Naer myn gering oordeel is nu meer apparentie als wel oyt voor desen, Vranckrijck haer negotiatie met Spaingen conjunctim met ons sullen eyndigen ende den vrede bewercken. Weynige dagen sullen ons claerder doen sien ende rypper doen oordeelen, dewyle genoodsaeck[t] zy geweest met de post, die gereet stont van te vertrecken, i[n vlie]gendeGa naar voetnoot2) haeste aen Syn H.t nochmael te schryven ..... In Munster, den laesten Sept. 1647. |
|