Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4370. J. de Knuijt. (H.A.)aant.Het spijt mij zeer, dat mijne drie laatste brieven u eerst laat en langs een omweg bereikt hebben. Het is de schuld van de post, want ik schrijf bij elke post. ‘Gisteren is mij van twee diversche geseght, de negotiatie tusschen den Keyser ende Vranckrijck geheel desperatelyck affgebroken is, [ende] dat den grave van Trautmansdorp mergen naer Ossenenbrugge vertreckt, om alles ter continuatie van den oorloge te gaen prepareren. Gelooff nu sekerlijck uijt de onderlinge negotiatie vernomen ende geremarqueert te hebben, de handelinge van vrede Vranckrijck noyt ernst is geweest. Uyt den neffens gaende sal U E. vernemen, hoe die saecken by den Keyser staen, ende waeraen deselve will binden. Ick hadde vertrout op mijn ernstige recommandatie, den grave van Trautmansdorf die negotiatie wat nauwer gemenageert soude hebben, doch speure, die syne saecken door andere, insunderheyt te hove, moet bevoorderen, ordinaris vele rescontres tegens meeninghe ende intentie moet uytstaen. Dewyle, naer alle apparentie, de handelinge van soo seker ofte voorspoedig succes niet en kan wesen, ofte de legers en sullen ten wederzyden in t velt raecken ende haer avantaige soecken, soo is noch bedenckelyck, off niet en dient geleth op de discourssen, die met d'ambassadeurs van Vranckrijck particulierlijck waren gehouden, Uw E over weynige dagen toegesonden, te meer een van deselve ambassadeurs my genouchsaem heeft willen verseeckeren, Vranckrijck niet alleen gewillich de geheele macht tot Syn Hoogh.ts desseyn soude imployeren, om conjunctim t'ageren, nemaer, in cas gesamentlijck een plaetse van haere partaige quam t'emporteren, met alle syn gevolgh gaerne Syn Hoog.t soude overgeven ende in vollen eygendomme laten volgen.’ In Munster, den 6 JunyGa naar voetnoot1). |
|