Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend3846. J. van ReedeGa naar voetnoot3). (H.A.)Op het ontsetten van Donnington, Bambury, BasingGa naar voetnoot4) ende Newbury by den Coninck sijn alle des parlements forces geweeken ende in guarnisoen gegaen, veele van de ruijtterije tot Bramford gecomen, acht mijlen van hier, waerdoor dat men meind, dat Abbington mede niet soude connen houden, welcke plaetse Oxford seer incommodeert, ende soude syn Ma.teit in campanie ende in Sussex sijn. S.r William Waller ende leuttenant generael Cromwell hebben den generael, den grave van Manchester, die het hout met de Presbiterialen, beschuldicht, dat door sijn faute den Coninck dese progressen heeft gedaenGa naar voetnoot5). Den grave is daerop hier ontboden en [heeft] gisteren in t parlement hem geexcuseertGa naar voetnoot6), indien hij sijn leger had geharceleertGa naar voetnoot7) ende de battaille verloren, dat haere gantsche saeke had desperaet gestaen. Hierover is men seer te onvreden, de burgers ende statt onwillich te contribueren, ende dese grave gesuspendeert sijnde, sall de gantsche militie sijn in handen van de Independenten, daernaer men lang heeft gesien, dat het is gedirigeert. De commissarissen hebben up Sonnendach, den 4 deser, de propositien van vrede tot Oxford sijn Ma.teit voorgelesen ende waeren wel beyegent ende, gevraecht sijnde, of last hadden hierover te tracteren, seijden neen, maer alleen antwoorde te verwachten, t'welck sijn Ma.teit seijde te willen doen. Hier waeren mede present prince Rupert ende Maurice, ende als den Prince Electeur soude wesen gestelt in syn erflanden ende sonder geboorteGa naar voetnoot8) quaem te sterven, dat die hoochgemelte princen dan souden geschlooten sijn b[u]yten die erffenisse, so hadden sij ende vele met haer daerover seer gelachtGa naar voetnoot9). De condemnatie van | |
[pagina 103]
| |
't laegerhuijs, gearresteert over den bisschop van CantelbergGa naar voetnoot1), is aen de Lords gesonden; die vinden swaericheijt een man te condemneren volgens een wett, die nu eerst in sijn regard soude werden gemaektGa naar voetnoot2), doch de prentises ende waeterluyden, meind men, dat de Lords daertoe wel sullen bewegen. London, den 9 Decembr. 1644. U E gelieve aen syn Hoocht te recommanderen Jo.r Johan van Wynberch tot borgemeester van AmersfoortGa naar voetnoot3), en sult mijn obligeren. |
|