Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend3349. J. de KnuijtGa naar voetnoot5). (H.A.)Ik heb de commissie slecht kunnen uitvoeren; het meeste was al verkocht, maar nu tracht ik ‘noch yets daervan t'achterhaelen’. Misschien heeft Z.H. behagen in datgene wat hierbij gaat. De nominatie voor den magistraat van Middelburg heeft plaats gehad, maar niet naar de verwachting ‘van eenige rustlievende personen’. De schuld daarvan werpt men op den heer Van de PerreGa naar voetnoot6), want terwijl die personen ‘ende syne vertroude vrienden - aen dewelcke hy menichmael syn noodt ende ontfangen effronten hadde geclaeght ende tot redres assistentie versocht - besich waren om syne saeken met de meeste luijster t'herstellen, secretelyck met syn wederpartije heeft gaen versoenen ende bovendyen - soo een yder gelooft - tvoorss. voornemen van syne vrienden heeft ontdeckt, alles op hope met meerder seekerheyt tot de nominatie ende burgemeesterschap - daer de voorn. partije eenige jaren hem hadden afgesonden - | |
[pagina 422]
| |
te mogen geraecken’Ga naar voetnoot1). Of hem dat gelukken zal, is de vraag; hij heeft zich hier zeer verdacht en gehaat gemaakt. Middelb., den 5Ga naar voetnoot2) Augusti 1643. |
|