Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend3350. R. van NaerssenGa naar voetnoot3). (A.B.)Dese allenlijck om U EE te adviseeren, dat ick van dese morge voor de have van Bochoute, dicht aen lant sy comen legge; hebbe alles bij mijn, tgene Sijn Hoocht heeft gelieft mijn te doen prepareren; hebbe oock mede de caert, die ick van hier hebbe doen halen. Ick sal met brenger dese[s] bescheijt wachten, wanner Sijn Hooch.t sal gelieve mijn te gebiede daer te comen met de caerte, te meer alsoo de persoon bij mijn is, dien wij noch connen sende, daer t syn Hooch.t sal gelieve. Myn dunckt onder verbetringe, dat s avons best was, om niet gesien te werde; soude met twee ruiters connen geschiede, met haer medebrengende een peert voor mijn, ofte op soodanige wijse als op syn Hoocht sal gelieve. Syt wyders naer cordiale groetenis Godt bevoolen ..... Voor de have van Bochoute leggende met ons twee, den 5 Agustij 1643. |
|