Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644

[p. 261]

2931. Ph.E. Vegelin¹⁾. (A.B.)aant.

Z.H. heeft aan de negen steden geschreven. Pater Mersenne verzoekt mij steeds, hem de nieuwe uitvindingen in ons land mee te deelen. ‘Je luy envoyay deux pierres d'aymant qu'on m'a envoyees de Ratisbonne, qui le contenteront pour quelque temps. Ces arriereboutiques du monde sont vuides de telles et autres curiositez; un chacun ayme mieux vingt que trente et ne s'en souvient que d'avoir leurs speculations dans les pots à biere avec la pipe à la main. Si je peux descouvrir quelque rareté de nos bourgmestres de Hindelopen ou Staveren qui font toutes les annees des promenades vers le Nord en Groenlande, je tascheray a luy en obliger de nous envoyer doresenavant tout ce²⁾ qui se trouvera de rare en France, Italie et autres pays’. - Men doet veel moeite, om Sohnius³⁾ weer vrij te krijgen, maar Z.E. bemoeit zich niet met de zaak en verwijst naar den Haag. De Leewarden, ce 10 Janvier 1642.

1) Philip Ernst Vegilin (1619-1693), heer van Claerbergen in Duitschland, was een zoon van Philip Ernst Vegilin, die gediend had onder Gustaaf Adolf en van dezen de heerlijkheid Claerbergen had gekregen. De zoon was hofmeester van den Frieschen Stadhouder Willem Frederik van Nassau en daarna van diens weduwe Albertina Agnes; hij was gehuwd met Fokje van Sminia.

2) Er staat se:

3) Zie II, blz. 519.