Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644

2921. E. Puteanus⁴⁾. (L.B.)

Mijn zoon Maximiliaan is getrouwd met Anna Maria Mockel, dochter van Bartholomaeus Mockel, die eens aan het hoofd stond van Oranje. De jongelui wonen te Diest, waar juist de drost Monnart gestorven is. Mijn zoon zou dezen gaarne opvolgen en de gravin van Nassau, de weduwe⁵⁾, heeft daarin wat te zeggen. Zoudt hij haar niet gunstig voor mijn zoon kunnen stemmen? Indertijd heb ik den roem van haren echtgenoot Jan verkondigd. - Prins Philips Willem⁶⁾ heeft mij een jaargeld van ƒ 300 gegeven; na zijn dood wilde Prins Maurits dat afkoopen voor eene som in eens en behandelde Valkenburg⁷⁾ de zaak met mij. Ik wilde geen geld hebben, maar kreeg toen een gouden ketting met penning. Ook dat is eene reden, om iets voor mijn zoon te doen. - Hier is een zekere Joannes Hugens, een neef van de weduwe Biaca. Hij is priester, ongeveer 40 jaren oud en mijn vriend, maar hij heeft geene behoorlijke betrekking. Kunt gij niet maken, dat hij kanunnik wordt? Lovanij, in Arce, XVI Kal. Ianuarias (= 17 Dec.) M.IƆC.XLI.

4) Uitgegeven in ErycI Pvteani .... ad C. Hvgenivm et D. Heinsivm .... Epistolae, ...., 1647, blz. 44.

5) Gravin Ernestine de Ligne-Aremberg, de weduwe van graaf Jan van Nassau (1583-1638).

6) Zie I, blz. 10.

7) Jan de Hertoghe van Osmael, heer van Valkenburg, is van 1623 tot 1630 gouverneur van het vorstendom Oranje geweest en in het laatstgenoemde jaar bij eene poging tot verraad omgekomen.