Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644

2475. Aan prinses Amalia van Oranje²⁾. (H.A.)*

Z.H. heeft gisteren uw brief en dien van den heer van Heenvliet ontvangen. Onze beide ritmeesters zijn uit hunne gevangenis te Stralen teruggekeerd³⁾; zij beklagen zich zeer over de lafhartigheid van sommige cavalerieofficieren. Z.H. schrijft aan de heeren van Noordwijk⁴⁾ en Musch, om hen te bedanken voor hunne goede diensten in de zaken van Friesland en Groningen. De Staten van Friesland zijn uiteengegaan, ‘et peut on conclurre de là, que ces premiers mouvemens de commiseration estans passez, sans rien decreter pour M. le comte Guillaume Frederick, ceste chorde sera rompue, et y aura-il du loisir à mieux informer ces rudes peuples, et les induire peu à peu, à ce que requiert le service de leurs provinces en particulier, et celuy de tout l'Estat. A quoy il commence de plus en plus travailler de bons instruments, et j'y contribue, Dien sçait, ce que le debvoir et l'affection m'ordonnent, et la bienseance pour le regard et respect de S.A. me permettent’. Prins Willem heeft gisteren te Orsoy bij den gouverneur IJsselstein⁵⁾ gegeten. A Rhijnberck, ce 8^e d'Aoust 1640.

2) No. 2475a. Een brief van 11 Aug. (H.A.) is zonder eenig belang.

3) Zie No. 2470.

4) Nl. Nicolaas van den Bouckhorst; zie I, blz. 328.

5) Zie I, blz. 382.