Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend2046. FreminetGa naar voetnoot8). (H.A.)De pas gevonden stukken over het graafschap Charny heb ik den heer EuskerckeGa naar voetnoot9) verleden Zondag laten zien. Hij had juist een brief van u en zou nagaan, wat ik in deze zaak gedaan heb. Daarom schrijf ik nu zelf. Men | |
[pagina 435]
| |
heeft mij zoolang laten wachten, dat ik, toen de heer de Knuyt vertrok, hem nog niet het arrest van Grenoble kon meedeelen. Ik ben toen zelf op reis gegaan, om nadere informaties in te winnen. Aan den heer de CharouxGa naar voetnoot1) is het graafschap Charny, Arnay le Duc, Mont Saint Jean, Pouilly en al het andere van het oude domein van dat graafschap toegewezen; vijf of zes heeren van aanzien, die ook aanspraken deden gelden, zijn uitgesloten. In Dyon heeft men nu een stuk gevonden, dat op de zaak betrekking heeft. Men verzekert mij, dat de quaestie van het graafschap Charny thans voor het parlement van Bordeaux zal komenGa naar voetnoot2). Z.H. moest tusschen beide komen, dan zou hij daarvan zonder twijfel voldoening hebben, want er heeft bij het graafschap substitutie van personen plaats gehad. Het is toch erg jammer, dat sommige papieren zoek zijn. De heer Euskercke raadt mij aan, zelf naar Bourgogne te reizen, en ik zal dien raad volgen. De Paris, ce .....Ga naar voetnoot3) Febvrier 1639. |
|