Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend1238. D. de Wilhem. (L.B.)De raadsheer PersijnGa naar voetnoot6) verzoekt van Z.E. de hoogere, middelste en lagere jurisdictie voor den huize Couwenhoven en Bercken. Dat schijnt mij bedenkelijk, omdat hij de gunst heeft verworven van den Prins van LignyGa naar voetnoot7). Daarbij komen nog andere onregelmatigheden. Hij is ook commissaris in de zaak van Wassenaer, waarin Z.E. voorzichtig moet handelen. Als eerste ingeland van Rijnland in naam van den Prins, en als stadhouder en griffier van de leenen van Wassenaer heeft hij Z.E. te kort gedaan. Le SaigeGa naar voetnoot8) kan u daarvan meer | |
[pagina 109]
| |
vertellen. Ik kan met de heeren van de Rekenkamer maar niet verder komen aangaande de visscherij van Z.E. ‘van den Haeck ofte t Honderlant’. 11 7b (Sept.), Hage. |
|