Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend1239. A. PloosGa naar voetnoot1). (H.A.)Gij hebt zeker al gehoord van ‘het bitter pasquil alhyer gestroyt’ en van ‘de tumulten ende beroerten binnen Enckhuysen, alwaer geseyt werdt al twe capiteyns huisen geraseert ende gespolieert [te] syn’. - ‘Den ambassadeur van VenetienGa naar voetnoot2) houdt noch instantelyck aen, om satisfactie te hebben van de proceduren by KettingGa naar voetnoot3) gehouden, ende den ambassadeur CamerariusGa naar voetnoot4) om subsidie ende sonderling om raet, wat den Rycx-cancelaerGa naar voetnoot5) by de jegenwoordige constitutie t'sy in t continueren van den oorloge of aengaen van t accord soude hebben te doen. - Desen dient principalicken U Ed. te verwittigen, dat my aangedient, dat een geestelyck persoon, met namen Ens, een eedelman van geslachte ende voor desen biechtvader van de overledene Eertsartoginne, die nu gebruickt soude werden van wegen den Cardinael als ambassadeur aen den Keyser, tot Swol soude sieck leggen, oft den siecken maecken, ende dat hy sulcx al een wyl tyts soude hebben gedaen, dat hy eenich dessein op dese landen soude hebben, t'zy op Swol ofte anders, hetwelck, hoewel met geene indicien werdt becleet, hebbe evenwel geoordeelt by dese tyden in den wyndt nyet behoort geslagen te werden, ende dat in allen gevalle can geinformeert werden, off desen persoon tot Swol is, ende op syne actien gelet’. Hage, den 12 7b (Sept.) 1635. |
|