Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634

873. Aan E. Puteanus. (K.A.)

Men is hier erg druk aan het praten geweest over uwe Statera²⁾. Maar Heinsius en ik blijven u steeds zeer vriendschappelijk gezind en wat u, naar aanleiding van dat boek, is overkomen, heeft ons beiden leed gedaan. Ik heb het steeds erg druk, maar heb toch nog eenige versjes en raadsels gemaakt, die hierbij gaan. Met welk boek zijt gij thans bezig? Hag. Com., 23 Feb. CIƆIƆCXXXIV.

Wat schrijft Tuldenus? Groet hem van mij.

2) Zie blz. 407 en 410.